Jongeren en sociale media: risico’s en schade

Danah Boyd’s bespreekt in de bijdrage “Risks vs. Harms: Youth & Social Media” het verschil tussen risico’s en daadwerkelijke schade als het gaat om de interactie van jongeren met sociale media. Zij benadrukt dat er vaak verwarring ontstaat door het samenvoegen van de termen ‘risico’ en ‘schade’. Dit verschil is van belang, zowel in het begrijpen van het probleem als in het vinden van oplossingen.Een interessante bijdrage, waarin zij echter aan één belangrijk vraagstuk voorbij gaat.

A 3D render of a cartoon about addiction to smartphones in the style of Liam Walsh of the New Yorker, digital art
A 3D render of a cartoon about addiction to smartphones in the style of Liam Walsh of the New Yorker, digital art

Boyd maakt duidelijk dat risico’s inherent zijn aan het leven; zelfs alledaagse handelingen zoals uit bed stappen of de straat oversteken brengen risico’s met zich mee. Deze risico’s zijn volgens haar beheersbaar, en het is belangrijk om vaardigheden te ontwikkelen om deze risico’s effectief te kunnen inschatten en verminderen. Risico’s horen bij het dagelijks leven en de opvoeding van jongeren. De auteur vergelijkt dit met risicovolle activiteiten zoals skiën, waarbij veel inspanningen worden geleverd om de risico’s te verminderen, zoals het geven van instructies en voorlichting. Ondanks een goede voorbereiding kunnen risico’s echter nooit volledig worden geëlimineerd.

Schade daarentegen heeft volgens Boyd een meer juridische connotatie. Wanneer er sprake is van schade, gaat het erom dat iemand (of iets) verantwoordelijkheid draagt voor die schade. In juridische termen wordt gezocht naar de schuldige die verantwoordelijk kan worden gesteld. Deze juridische focus op schade leidt vaak tot de vraag of de ontwerper van een product, zoals in dit geval een sociale media-platform, opzettelijk schade heeft veroorzaakt. Het bewijs hiervoor is volgens Boyd echter moeilijk te leveren.

Zij stelt dat het van belang is te erkennen dat sociale media, net als vele andere aspecten van het leven, risico’s met zich meebrengen. Deze risico’s leiden volgens haar niet per definitie tot schade. Het gebruik van sociale media kan risicovol zijn voor jongeren, net zoals school of vriendschappen dat kunnen zijn. Maar het platform zelf veroorzaakt volgens de auteur niet altijd schade. Zij bepleit een genuanceerde kijk op de situatie en benadrukt dat het doel niet zou moeten zijn om risico’s volledig uit te bannen, maar om jongeren te leren omgaan met deze risico’s, vergelijkbaar met hoe ze leren oversteken of skiën.

Boyd wijst erop dat sommige oplossingen, zoals wetgeving om sociale media veiliger te maken, mogelijk averechts kunnen werken. In plaats van technologie volledig de schuld te geven of ervan uit te gaan dat ontwerp alles kan oplossen, pleit ze voor een combinatie van socialisatie, educatie en ervaring om jongeren te leren omgaan met risico’s. Dit is vergelijkbaar met hoe kinderen leren oversteken: door ervaring en door hen de juiste vaardigheden bij te brengen. Boyd erkent dat een ontwerp van sociale media een rol hierbij speelt, maar dat dit slechts een deel van de oplossing is.

Daarnaast schrijft Danah Boyd dat sociale media wel schade veroorzaken, zoals bijvoorbeeld als het gaat om privacy. Boyd geeft aan dat privacy vaak beter beschermd kan worden door middel van privacy-vriendelijke ontwerpprincipes. Volgens haar is deze schade overigens niet uniek voor jongeren; volwassenen hebben hier ook mee te maken, en misschien zelfs nog wel meer. Deze kunnen niet simpelweg door technologie worden opgelost. De auteur maakt duidelijk dat het niet realistisch is om te verwachten dat technologie alle maatschappelijke problemen kan oplossen. Technologie kan sommige negatieve aspecten van de samenleving, zoals racisme, homofobie en pesten, versterken, maar is zelf volgens haar niet de bron ervan.

Boyd concludeert dat sociale media jongeren blootstellen aan een bredere en diverse wereld. Het volledig afschermen van jongeren van de complexiteit van de wereld is volgens haar niet productief. Je kunt hen beter helpen om veerkrachtig te worden en de vaardigheden te ontwikkelen om in een complexe wereld te functioneren, en met de risico’s van sociale media om te gaan. Ouders en docenten spelen daarbij een belangrijke rol.

Mijn opmerkingen

Danah Boyd wijst terecht op het onderscheid tussen risico’s en schade, en op het belang van digitale geletterdheid en onderwijs om slim om te gaan met sociale media.Tegelijkertijd laat zij het inherent verslavende karakter van sociale media onderbelicht. De sterke, verslavende effecten zijn namelijk inherent aan de ontwerpkeuzes van platforms zoals TikTok en Instagram. In dit verband wil ik ook verwijzen naar de stelling van hoogleraar Luciano Floridi dat (digitale) technologieën niet waardevrij of neutraal zijn, maar ‘dubbel geladen’ (double-charged): ze hebben zowel positieve als negatieve mogelijkheden ingebouwd. Het ontwerpen van sociale media is een morele daad. De dubbele lading legt een belangrijke verantwoordelijkheid bij ontwerpers van -in dit geval- sociale media. Het zijn de ontwerpers die (op zijn minst enige) controle kunnen hebben over de waarden die uiteindelijk bepalen (of net zo belangrijk: niet bepalen) wat voor soort dubbelgeladen technologie gebruikt zal worden en hoe.

Veel sociale mediaplatforms maken gebruik van algoritmes en ontwerptechnieken die zijn ontworpen om gebruikers zo lang mogelijk betrokken te houden. Daarbij gaat het om eindeloze scrollfunctionaliteiten, gepersonaliseerde aanbevelingen, en notificaties die direct inspelen op de beloningsmechanismen in ons brein. Deze eigenschappen zijn vanuit commerciële overwegingen bewust ontworpen, met het verslaving als ‘collateral damage‘: er kan sprake zijn van psychologische als fysieke gevolgen, zoals verhoogde stress, verminderde slaap, en zelfs depressieve gevoelens, die het gevolg kunnen zijn van overmatig gebruik van sociale media. De ontwerpers willen dat gebruikers steeds terug keren om zoveel mogelijk tijd op het platform door te brengen. Dit mechanisme vormt een fundamenteel onderdeel van de bedrijfsmodellen van deze platforms, die grotendeels afhankelijk zijn van advertentie-inkomsten gebaseerd op gebruikersactiviteit (de ‘aandachtseconomie’). Je kunt het vergelijken met nicotine die verslavend maakt en stoppen met roken zo moeilijk maakt.

TikTok’s algoritme is bijvoorbeeld zo ontworpen dat het zeer korte, aandachttrekkende video’s blijft aanbieden die aansluiten bij de voorkeuren van de gebruiker, zonder duidelijke onderbrekingen of de mogelijkheid om eenvoudig te stoppen. Hierdoor kan een gebruikers zichzelf verliezen in de constante stroom van content. Instagram maakt gebruik van vergelijkbare technieken, zoals de ‘likes’, die gebruikers belonen voor interactie en hen aansporen om voortdurend terug te keren voor nieuwe updates.

Educatie, digitale geletterdheid en socialisatie spelen een belangrijke rol als het gaat om jongeren te leren omgaan met risico’s. Je gaat er verslaving echter maar ten dele mee te lijf. Net als bij roken hebben jongeren en volwassenen vaak moeite om zichzelf los te maken van de verslavende greep van sociale media. Ook al weten ze dat overmatig gebruik schadelijk kan zijn (bij roken is een beetje roken ook al schadelijk). De verslaaf makende eigenschappen van sociale media werken het vermogen om controle te behouden over het gebruik ervan actief tegen. Boyd onderkent m.i. onvoldoende dat de architectuur van sociale media is ontworpen om gebruikers te blijven betrekken, vaak tegen hun eigen belangen in.

Ontwerpers van sociale media blijken onvoldoende bereid om deze architectuur vrijwillig aan te passen. Daarom heb je juridische kaders nodig om gebruikers te beschermen, naast investeren in digitale geletterdheid (via educatie, voorlichting, socialisatie en opvoeding).

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *