Is het onderwijs dood?

Vanuit de hoek van radicale onderwijsvernieuwers en -visionairs wordt vaker gepleit voor ontschoolsing van de maatschappij (Illich, 1972). Verleden week las ik een vergelijkbaar statement van een VWO-leerling. Als je zijn betoog vergelijkt met mijn VWO-onderwijs van meer dan 30 jaar geleden, is weinig veranderd. Maar betekent dit ook dat het onderwijs dood is?

Via een tweet van Willem Karssenberg kwam ik verleden week uit bij de blogpost ‘De Examens‘ van een 6 VWO-leerling. In een vlotte schrijfstijl stelt hij (zij?) dat hij op school weinig heeft uitgevoerd, en weinig heeft geleerd:

Ik nam – en neem – de middelbare school dan ook totaal niet serieus. De enige dingen die ik er heb geleerd, zijn sociale vaardigheden en enkele aanvullingen op mijn algemene ontwikkeling, die ik van huis uit eigenlijk al wel had meegekregen.

Zijn hele blogpost ademt uit dat hij de middelbare school niet uitdagend heeft gevonden, een sleur, puur gericht op het halen van tentamens (in plaats van ‘leren’). Het is een aanklacht tegen het bestaande onderwijssysteem.

Ik heb hier vooral met ongeloof op gereageerd. Ik kan niet geloven dat een VWO-leerling na zes jaar niets heeft geleerd dankzij school. Dit ongeloof kan op zich gemakkelijk als kritiek op de leerling worden opgevat (en is gezien de vervolgreacties waarschijnlijk als zodanig opgevat). In een tweede blogpost nuanceert hij zijn eerste bijdrage een beetje. Eén docent wist hem te inspireren en te ondersteunen (onder meer bij het schrijven van zijn blog).

Hoewel ik met ongeloof heb gereageerd, vind ik de kern dit betoog ook herkenbaar als ik terug denk aan mijn eigen middelbare school. Ik sprak hier toevallig laatst met iemand over die een studiedag bijwoonde, die ik mocht begeleiden. Wij bleken op dezelfde middelbare school gezeten te hebben.

We kwamen tot de conclusie dat onze middelbare school heel erg eenzijdig gericht was op cognitieve ontwikkeling, al werden er ook leuke buitenschoolse activiteiten georganiseerd. Tijdens mijn middelbare schooltijd heb ik één echt inspirerende docente gehad: een docente Nederlands, waardoor ik na mijn schooltijd plezier in lezen en schrijven ben gaan krijgen. Verder hadden we een aantal redelijke docenten, die zich vooral onderscheidden door humor of het organiseren van buitenschoolse activiteiten (zoals een fotoclub). Maar menig docent staat me nog helder voor de geest terwijl hij monotoon uit een boek aan het voorlezen is.

Eén docent Latijn vond ik zo slecht lesgeven dat ik een proefwerk heb gebruikt, om feedback te geven op zijn manier van lesgeven. Online video bestond toen nog niet. Op zich pakte hij dit goed op door mijn commentaar te bespreken. Helaas veranderde er niets aan zijn manier van doceren (kwam vast door kwalitatief slechte feedback). Deze docent is later overigens door onze klas op een onacceptabele manier weggepest.

Deze manier van onderwijs maakte dat ik erg calculerend gedrag ging vertonen, en vooral ging leren omdat het moest. Een mondeling schoolonderzoek Engels heb ik bijvoorbeeld gehaald dankzij een uittrekselboek. ‘Gelukkig’ vroeg de betreffende docent uitsluitend vragen uit dit boek…..

Tijdens mijn eerste jaar aan de universiteit vertoonde ik nog steeds calculerend gedrag. Het eerste vak was historische pedagogiek. Deze colleges werden gegeven op maandag van 17-19 uur. Het was het enige vak, die dag, ik woonde toen ruim 9 km van de universiteit af en de OV-jaarkaart bestond nog niet. De docent begon zijn eerste college met de mededeling dat de inhoud van zijn colleges geen tentamenstof was. “Mooi”, dacht ik, “Daar hoef ik niet meer naar toe”. Achteraf bleken dit de meest inspirerende colleges te zijn geweest, die ik tijdens mijn studie bij had kunnen wonen. Ja, dit mag je gerust een leermoment noemen.

Door deze, en andere, ervaringen ben ik behoorlijk kritisch geworden op de bestaande manieren van onderwijs. Eerst op het ‘hoe’, later ook op het ‘wat’. Al heb ik nooit geloofd in de praktische realisatie van de ideeën van iemand als Ivan Illich.

Maar ga ik ook zover dat ik durf te beweren dat de middelbare school verspilde moeite was? Zeker niet. Zonder mijn middelbare school had ik nooit basiskennis op het gebied van Engels, economie en Duits ontwikkeld (als sprak ik als geboren Kerkradenaar al behoorlijk goed Duits). Ik ben in aanraking gekomen met auteurs als Orwell, Hemmingway, Böll en Duitse klassiekers (Goethe, Schiller). Over het Nederlands heb ik het al gehad. Mijn middelbare school heeft dus wel degelijk een belangrijke bijdrage gehad in mijn algemene ontwikkeling. Al heb ik me dat pas vooral jaren later gerealiseerd.

Tegelijkertijd ben ik er wel van overtuigd dat het onderwijs meer betekenisvol had kunnen zijn, effectiever en ook efficiënter. Zelfs in die tijd toen internet nog niet bestond. Als ik op basis van anekdotisch bewijs kijk naar de praktijk van vandaag, vermoed ik dat er weinig is veranderd. Dat betekent echter niet dat het onderwijs dood is. Maar wel ziek (en ja: er zijn ook pareltjes te vinden).

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *