Naarmate we meer online leren, zitten we langer achter ons beeldscherm. Intensief ‘beeldschermwerk’ zou echter ongezond zijn, vooral voor kinderen en jongeren. Als scholen meer gebruik maken van ICT voor leren, dan kan dat leiden tot zorgen bij ouders. De bijdrage Decoding 4 Myths About Screen Time That are Impacting Online Education nuanceert het ongezonde karakter van veel ‘beeldschermtijd’. Is dat terecht?
De auteur meent dat sprake is van vier mythes. Zij refereert daarbij aan het literatuuronderzoek Screen Time and Youth Health Issues: A Literature Review van Santos en Reeve uit 2020 (pdf).
Mythe #1 Alle beeldschermtijd is hetzelfde
Er zijn veel verschillende soorten beeldschermtijd. Je kunt een beeldscherm passief gebruiken (bijvoorbeeld Netflix) of actief (denk aan games, sociale media en voor leren). Bij sociale media en voor leren is m.i. vaak ook nog sprake van een verschillende invulling van de beeldschermtijd (meer of minder actief). Bij uitspraken over ‘beeldschermen’ worden alle soorten volgens de auteur op één hoop gegooid, terwijl de manier waarop we het beeldscherm gebruiken van invloed kan zijn op het (on)gezonde karakter ervan.
Mythe #2 Alle soorten beeldschermtijd hebben een even slecht effect en moeten drastisch verminderd worden
Volgens auteur wijzen verschillende onderzoeken op negatieve effecten van beeldschermtijd (fysiologische effecten, psychologische effecten, effecten leerprestaties). Er is echter nauwelijks onderzoek gedaan naar negatieve effecten van educatieve beeldschermtijd (met als doel om te leren). De onderzoeken die zijn uitgevoerd hebben vooral betrekking op gaming, passief kijken en sociale media. Je legt het onderwijs wellicht beperkingen op, op basis van andere soorten beeldschermtijd.
Mythe #3 Beeldschermtijd is de oorzaak van schadelijke fysiologische effecten
De auteur wijst hierbij op het verschil tussen correlatie en causaliteit. Als je veel achter je beeldscherm zit, dan kan dit ten koste gaan van lichaamsbeweging, sociale activiteiten en slaap. Deze factoren veroorzaken negatieve effecten. Je kunt deze gezonde activiteiten echter ook toepassen in combinatie met veel beeldschermwerk.
Mythe #4 Het bewijs uit onderzoek naar schermtijd laat geen ruimte voor twijfel
Onderzoek naar de effecten van beeldschermtijd kent volgens de auteur de nodige beperkingen. Behalve dat veel verschillende soorten beeldschermtijd op één hoop worden gegooid, zijn de effectgroottes vaak klein en is het aantal studies naar educatieve beeldschermtijd beperkt. Ook gebruiken onderzoekers vaak het middel van zelfrapportage. Media blazen de bevindingen vaak op, zonder te wijzen op beperkingen.
Mijn opmerkingen
Het is inderdaad belangrijk om
- onderscheid te maken tussen typen beeldschermtijd,
- oog te hebben voor soorten beeldscherm (een smartphone verschilt van een laptop),
- aandacht te besteden aan de manier waarop we beeldschermwerk combineren met andere activiteiten,
- kritisch te zijn op de kwaliteit van onderzoek naar beeldschermtijd,
- en op basis van het huidige onderzoek niet te stellig te zijn over negatieve effecten van veel beeldschermtijd.
Toch stapt de auteur wat makkelijk over een aantal zaken heen:
- De invloed van technologie op ons gedrag. Smartphones zijn bijvoorbeeld gemaakt om ons te verleiden waardoor we minder tijd over houden voor andere activiteiten.
- Als je op een gezonde manier heel lang ‘beeldschermwerk’ wilt doen, dan moet je continu bewust zijn van je houding. Bij videoconferencing moet jij als gebruiker acties ondernemen om bijvoorbeeld ‘hyper gaze’ te voorkomen. Kun je van gebruikers verlangen dat ze hier de hele tijd op letten?
- Beeldschermtijd leidt wellicht indirect tot fysiologische en psychologische problemen. Maar wat is er mis mee als minder beeldschermwerk wel bijdraagt aan bestrijding van deze problemen? Wellicht is dat de meest eenvoudige interventie?
- Het ‘blauwe licht’ van beeldschermen heeft nadelige effecten op het slapen. Dat staat los van het type beeldschermtijd.
- Negatieve effectgroottes blijven negatief, ook al zijn ze klein. Wel moeten de ernst ervan niet overdrijven.
- Is het ethisch om kinderen en jongeren zeer intensief via beeldschermen te laten leren, als we nog weinig weten over de negatieve effecten van educatieve beeldschermtijd? Of kunnen we maar beter het zekere voor het onzekere nemen? Er zal in ieder geval meer onderzoek uitgevoerd moeten worden naar de effecten van educatieve beeldschermtijd.
Nota bene: het aandeel ‘educatieve beeldschermtijd’ is vermoedelijk beperkt, in vergelijking met andere soorten beeldschermtijd. Met reductie van die beeldschermtijd is m.i. veel winst te behalen als kinderen en jongeren fysiologische en psychologische problemen ervaren.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie