Pedro De Bruyckere besteedde gisteren aandacht aan Gartner’s Hype Cycle for K-12 Education, 2022. Het viel Pedro op dat deze hypecycle behoorlijk ‘leeg’ is. Hij vroeg zich af of “de tijd van grote technologische vernieuwingen in het onderwijs” volgens Gartner “een beetje voorbij” is. In deze blogpost wil ik daarop reageren.
Het eerste dat mij opvalt is dat veel technologieën die binnen het onderwijs worden gebruikt, niet op deze hypecycle staan. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om cloud computing, mobiele technologie, leermanagementsystemen, applicaties voor synchroon online leren, videoplatforms, podcasts en de vele, vele applicaties die gebruikt worden in aanvulling op leermanagementsystemen (student response systemen, annotatietools, tools voor online samenwerken, tools om online video’s interactief te maken, enzovoorts). Deze tools bevinden zich op het plateau van productiviteit en zijn waarschijnlijk daarom voor Gartner niet zo heel interessant. Het begrip ‘leeg’ is dus betrekkelijk, als je je realiseert dat tal van typen tools ontbreken.
Het feit dat deze tools zich op het plateau van productiviteit bevinden, wil niet zeggen dat deze tools al organisatiebreed worden toegepast of door alle scholen worden gebruikt. Gartner gaat daar ook niet vanuit als je naar de percentages van marktpenetratie kijkt. Daarnaast zijn onderwijsinstellingen, als het goed is, bezig het gebruik van deze leertechnologieën af te stemmen op breed aanvaarde didactische principes en op hun visie op leren, opleiden en onderwijs (technologie ondersteund, blended, volledig online). Dit kan ook leiden tot onderwijsinnovaties. Daar hebben onderwijsinstellingen hun handen vol aan. Ook worstelen onderwijsinstellingen vaak met de “paradox of choice“: hoe maak je zinvolle keuzes uit het enorme scala aan verschillende applicaties, zonder daar ongelukkig van te worden? En hoe neem je afscheid van redundant geworden applicaties?
Daarnaast zorgen technologische ontwikkelingen ook voor innovatie van bestaande leertechnologieën. Ik verwacht dat AI bijvoorbeeld een belangrijke rol zal gaan spelen binnen leermanagementsystemen. De grote technologische vernieuwingen in het onderwijs kunnen weleens van de leertechnologieën op het plateau van productiviteit komen. Gartner’s hypecycle houdt daar geen rekening mee.
Het tweede dat opvalt is dat Gartner AI in K12 education, Emotion AI en chatbots als toepassingen van artificiële intelligentie noemt. De eerste toepassing betreft het toepassen van geavanceerde analyse en op logica gebaseerde technieken, inclusief machine learning, om gebeurtenissen te interpreteren, beslissingen te ondersteunen en te automatiseren, en acties te ondernemen. Er zijn echter nog meer toepassingen van AI die binnen het onderwijs gebruikt kunnen worden. Denk aan gezichtsherkenning, het verwerken van natuurlijke taal om bijvoorbeeld werkstukken semi-automatisch na te kunnen kijken, voor het geven van feedback, of voor het maken van samenvattingen. De gevolgen hiervan kunnen groot zijn en in elk geval veel stof doen opwaaien (wat zijn gevolgen voor privacy, wat zijn gevolgen voor de manier waarop we beoordelen, enzovoorts). Ook hier hebben onderwijsinstellingen hun handen vol aan.
Het derde dat opvalt is dat Gartner een aantal technologische innovaties bundelt, die je ook apart op de hypecycle zou kunnen plaatsen. Blockchaintechnologie wordt onder de Metaverse geschaard, ‘Immersive technology‘ bestaat uit virtual reality, augmented reality en mixed reality. Het begrip ‘leeg’ is ook vanuit dit perspectief relatief.
Het vierde dat opvalt is dat learning experience platforms in de hypecycle voor onderwijs staan en ook nog binnen de Innovation Trigger. Deze leertechnologie bestaat al vele jaren, maar wordt voornamelijk binnen arbeidsorganisaties toegepast. Gartner signaleert diverse prikkels die ertoe kunnen bijdragen dat LXP’s ook binnen het onderwijs zullen worden gebruikt (o.a. gepersonaliseerd onderwijs). Persoonlijk verwacht ik eerder dat LMS’en LXP-functionaliteiten zullen gaan bevatten en dat LXP’s LMS-functionaliteiten gaan ingbedden. De typen applicaties groeien waarschijnlijk naar elkaar toe.
Tenslotte schreef Pedro ook in 2018 over deze hypecycle. Toen bevatte het overzicht 26 technologische innovaties. Het zijn er nu vijf minder. Ik zou dat alweer niet ‘leeg’ willen noemen.
Samenvattend
Ik heb meerdere redenen om te stellen dat deze hypecycle bepaald niet ‘leeg’ is. De tijd van vernieuwingen in het onderwijs, die mogelijk worden gemaakt en beïnvloed worden door digitalisering, is m.i. ook niet voorbij.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie