Is de geloofwaardigheid van onderzoek op het gebied van leertechnologie in het geding?

Onderzoek naar het gebruik van ICT voor leren, opleiden en onderwijs wordt vaak uitgevoerd in opdracht van bedrijven die juist geld verdienen met leertechnologie. Het risico bestaat dat dergelijk zogenaamd derde geldstroom-onderzoek vooral leidt tot een ‘goed nieuws’-show met kwalijke kanten (‘wij van WC-eend….’).

researchDrie onderzoekers (verbonden aan de universiteit van Götenborg) hebben een kritische bijdrage geschreven over onderzoek naar ICT en leren. Mede aan de hand van een bijdrage van Pasi Sahlberg nemen zij een alarmerende polarisatie waar op het gebied van onderzoek naar educatieve technologie.

Enerzijds is er onderzoeksliteratuur waarin zorgen worden geuit over de schadelijke effecten van digitale technologie op leren (o.a. met betrekking tot het vermogen om informatie te verwerken of in relatie tot verdiepend leren). Aan de andere kant zijn er studies met positief nieuws. Deze studies zijn gesponsord door betrokkenen die belang hebben bij investeringen van onderwijsinstellingen in ICT.

In de bijdrage wordt zelfs de vergelijking gemaakt met onderzoek naar roken of onderzoek naar klimaatverandering waar kapitaalkrachtige industrieën de samenleving ook lange tijd voor de gek hebben kunnen houden met gesponsord onderzoek.

Is the IT industry going to hijack the research agenda around technology in schools in a similar fashion to ‘Big Tobacco’, ‘Big Pharma’ and ‘Big Sugar’?

De onderzoekers wijzen er op dat decennia lang fors is geïnvesteerd in leertechnologie zonder dat echt bewijs is voor de effecten van leertechnologie. De ICT industrie, daarentegen, is een kei in het oppoetsen van succesverhalen. Critici worden vaak als conservatief weggezet. De onderzoekers stellen ook dat bedrijven als Pearson, Microsoft en Apple lang niet altijd academische onderzoekers bij hun onderzoek betrekken, en concepten promoten die een smalle basis hebben in gevestigde theorie of middels onderzoek gevalideerd zijn (zoals het SAMR-model).

Ook is er volgens de auteurs weinig verbinding tussen onderzoek met een meer klinische benadering van onderzoek naar leren en doceren, en onderzoek waarin meer gekeken wordt naar de sociale en culturele context van het onderwijs.

Academische onderwijsonderzoekers lopen volgens de auteurs de kans om buiten de discussie over school en technologie te komen te zitten.

Education researchers need to make sure that they resist falling into the trap of reaching polarized portrayals of digital technology in terms of either being good/bad, beneficial/harmful. However, they also need to engage with research from different traditions rather than retreating to disparate silos where similar topics are addressed without connection to each other and without contributing significantly to the accumulated knowledge of the field.

Je kunt uiteraard kanttekeningen maken bij deze bijdrage. Ik durf bijvoorbeeld niet te stellen dat onderzoek van bijvoorbeeld Pearson niet wordt uitgevoerd door academisch geschoolde onderzoekers. danah boyd werkt bijvoorbeeld bij Microsoft en is bepaald onafhankelijk te noemen. Pearson heeft ook gepromoveerde onderzoekers in dienst (onder meer opo het gebied van neuropsychologie). Verder schatten ze het SAMR-model onvoldoende op waarde in: ik beschouw dit model als een bril waardoor je naar de praktijk van ICT en onderwijs kunt kijken. Daarnaast is onderzoek naar de effecten van leertechnologie m.i. niet te vergelijken met onderzoek naar de gevolgen van roken.

Ook zou je kunnen zeggen dat de auteurs vooral indirect pleiten voor het ophogen van eerste en tweede geldstroom-onderzoek (waar ik op zich niet tegen ben), en daarmee preken voor eigen parochie. Onafhankelijke onderzoekers hebben immers ook belangen. Tenslotte zouden deze onderzoekers wat kritischer mogen zijn op het eigen onderzoek. Is hun onderzoek wel relevant genoeg voor de praktijk van ICT en onderwijs?

Maar verder vind ik hun waarschuwende woorden terecht. Er moet meer gedegen onderzoek gedaan worden naar de impact van ICT op jongeren, leren, onderwijs en opleiden. Ik ben daarbij niet principieel tegen gesponsord onderzoek. Wel zou volgens mij aan een aantal voorwaarden voldaan moeten zijn.

  • Het onderzoek voldoet aan gebruikelijke standaarden van goed onderzoek. De onderzoeksmethoden deugen (o.a. wat betreft steekproef), de totstandkoming van het onderzoek moet transparant worden beschreven , en de data zijn op verzoek in te zien (rekening houdend met privacy). Het onderzoek moet ook herhaald kunnen worden.
  • Artikelen over het onderzoek worden ge-peer reviewed.
  • De resultaten worden ook gepubliceerd als de onderzoeksresultaten niet overeenkomen met de verwachtingen.
  • De opdrachtgever bemoeit zich niet met de tekst, en ook niet met de inhoud van het persbericht. Via een persbericht kun je namelijk selectief bevindingen presenteren. Veel mensen lezen namelijk alleen persberichten en niet het onderzoek zelf.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *