Aangezien videogames populair zijn en vaak intensief worden gespeeld, is de vraag relevant wat de gevolgen hiervan zijn voor het brein. Onlangs is een onderzoek gepubliceerd dat hier nieuwe inzichten in biedt.
Menig gamer besteedt zo’n 10.000 uur aan videogames voordat hij of zij 21 jaar is. Wat doet dat met hun brein, en daarmee met het vermogen om te leren?
Sciencedaily vat een recent onderzoek samen:
- Videogame spelers beschikken over meer efficiënte vermogens op het gebied van visuele aandacht. Deze bevinding is nogmaals bevestigd door dit onderzoek.
- Videogame spelers maken bij het navigeren meer gebruik van de nucleus caudatus (staartkern) in de hersenen dan van de hippocampus (het zeepaardje). Volgens de onderzoeker kan hierdoor de ‘hippocampale integriteit’ verminderen. Dat leidt tot een vergroot risico op aandoeningen als Alzheimer.
De staartkern is belangrijk voor het verwerken van feedback, terwijl het zeepaardje bijdraagt aan het opslaan en ophalen van informatie. Het ene deel van de hersenen wordt dus waarschijnlijk versterkt, terwijl het andere deel wordt verzwakt. En nee: de hippocampus kan niet worden vervangen door het internet….
De onderzoeker pleiten daarom voor meer onderzoek naar de relatie tussen videogames en de hippocampus. Tot meer duidelijkheid hierover is, zou ik maar niet al te fanatiek gaan gamen (minder dan zes uur per week, als ik het onderzoek mag geloven).
De nadelige effecten kunnen de positieve impact namelijk wel eens te niet doen.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie