Individuen en de samenleving profiteren nog steeds van investeringen in onderwijs. Dat stelt Andreas Schleicher van de OECD in ScienceGuide. Een opvallende conclusie, aangezien dit de laatste tijd ook regelmatig wordt bestreden.
In Azië en Noord-Amerika zijn burgers bereid meer te investeren in hun onderwijs, dan in Europa. Dat blijkt ook verstandig te zijn omdat dit op termijn bijvoorbeeld meer oplevert dan investeringen op financiële markten.
Schleicher stelt:
In one way, skills have become the currency of 21st economies. Never before have those with high levels of skills had the kind of life chances they enjoy today, and that is despite the economic crisis. But never before have the penalties that individuals and nations pay who struggle with the transition to the knowledge economy have been larger too.
De samenleving als geheel heeft hier ook baat bij. Een gemiddelde Nederlandse mannelijke student verdient 145 duizend dollar meer dan iemand zonder universitaire studie, geeft dus ook meer uit en betaalt meer belasting. De overheid ontvangt daarom 133 duizend dollar meer per student, dan wat men investeert in hoger onderwijs.
Helaas rekenen we in Nederland niet op die manier. Er is een strikte scheiding tussen uitgaven op korte termijn, en opbrengsten op lange termijn. Kwestie van een gebrek aan leiderschap.
Ik vind dit een opvallend betoog. Je hoort en leest namelijk steeds vaker dat Amerikaanse jongeren ondanks een goede opleiding, niet aan betaald werk komen. De studieschuld in de VS is inmiddels groter dan de creditcard-schuld. Dat is ook één van de redenen om te pleiten voor goedkoper hoger onderwijs, en voor massive open online courses. Verder lees je ook dat er in China meer jongeren aan een universiteit studeren, dan er passende banen voor hen zijn. Zij worden werkloos of verrichten werk waarvoor zij niet zijn opgeleid. Zie bijvoorbeeld Graduate unemployment in China and USA.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie