De laatste workshop, die ik tijdens het het congres e-learning in de zorg heb bijgewoond, was van Jeroen Krouwels van PAT Learning Solutions. Jeroen gaf aan hoe internettechnologie co-creatie kan helpen faciliteren.
Hij stelde dat onderwijs en opleiden is opgekomen in een tijd waarin kennis schaars was. Dat is niet meer het geval dankzij internettechnologie. Opleiden is echter niet fundamenteel veranderd. Met e-learning doen we vaak niet meer dan content digitaliseren. Daar ligt echter niet de grootste kracht van internettechnologie. Dankzij ICT kunnen we andere manieren van leren faciliteren. Mensen worden gepland door het opleidingstraject, terwijl nu leeractiviteiten rondom mensen en hun werk worden gepland. De sociale omgeving van mensen wordt belangrijker voor het leren van professionals.
Volgens Jay Cross is kennis en kunde zo snel verouderd dat cursussen in feite ‘dood’ zijn. Dankzij ICT kun je een N-op-N meester-gezel relatie helpen realiseren, co-creatie en samenwerkend leren faciliteren. Technologie voegt hierbij iets toe. Bijvoorbeeld om geautomatiseerd geschikte performance support buddies bij elkaar te brengen.
Content is namelijk meestal al vrij beschikbaar. Waar het dan om gaat is dat je die content kunt vinden en hergebruiken. En hoe kom ik tot het ontwikkelen van bekwaamheden? Niet door massa’s theorie te verstouwen.
Dankzij ICT kun je ook taal leren via een community (Livemocha). Zo zijn tal van voorbeelden van co-creatie te vinden. Op het gebied van e-learning is co-creatie ook in opkomst. Er zijn diverse platforms in opkomst waar ontwikkelaars content kunnen delen. ZorgSucces is daar een voorbeeld van. Daar vind je zo’n 200 modules (ruilen, gratis downloaden, goedkoop aanschaffen). Op dit moment ontwikkelt zich dat tot een Nationaal Zorg Leernetwerk. Er worden repositories van losse onderdelen ingericht, op basis waarvan je arrangementen via assembleren samen kunt stellen.
Commerciële uitgevers vinden dat niet leuk, omdat content die zij verkopen, ook elders gevalideerd kan worden.
Dankzij deze ontwikkeling kan ‘learning on demand’ helpen realiseren. Er wordt een nieuwe leerarchitectuur ontwikkeld waarbinnen het vooral gaat om performance, en leren veel meer omvat dan content. Daarbij wordt dan ook aan experience tracking wordt gedaan (Tin Cann). Leren vindt ook meer in leernetwerken plaats, waarbij medewerkers van organisatie A gebruik maken van leermanagement systemen van organisatie B.
Jeroen Krouwels stelde dat er een verschuiving plaats vindt van content (gericht op opleiden) naar leerprocessen (gericht op performanceverbetering, en met behulp van sociale media). Content blijft belangrijk voor initieel onderwijs, het blijft een belangrijke rol spelen bij bij- en nascholing, maar bij werkplekleren spelen andere leeractiviteiten een belangrijke rol. Medewerkers worden dan eerder beoordeeld via een performance-index, dan via de traditionele toetsen. Via een kwaliteitsdashboard wordt dan zichtbaar gemaakt of een medewerker vakbekwaam is.
Leermanagement systemen zullen zich dan evalueren naar systemen die performanceontwikkeling zichtbaar maken en leerprocessen faciliteren.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
U (of Jeroen Krouwels) stelt dat dat opleiden niet fundamenteel is veranderd. Tegelijk wordt er gesproken over nieuwe leerarchitecturen. Waar zit hem dan de verandering in?
Jeroen stelt dat we nu wel voor een belangrijke verandering staan.