TiER1 heeft voor de zevende keer onderzoek gedaan naar trends op het gebied van leren. wat valt mij op in het uitgebreide rapport (pdf)? Wat zijn volgens mij de kernpunten?
De organisatie van Will Thalheimer en collega’s publiceren dit vrij toegankelijke rapport -je hoeft zelfs je naam en mailadres niet achter te laten- om professionals op het gebied van leren en ‘performance’ te helpen de balans op te maken, strategisch te plannen en van elkaar te leren. In totaal hebben 377 professionals op het gebied van leren en ontwikkelen een uitgebreide vragenlijst ingevuld.
Het rapport bestaat uit de volgende onderdelen:
- Beschrijving van de respondenten.
- Beschrijving van exemplarische organisaties.
- Professionele ontwikkeling.
- De perceptie van trends.
- Ontwerpmodellen, processen, en methodologieën.
- Evalueren van leren.
- Impact van omgevingsfactoren.
- Succes bij het mogelijk maken van werkprestaties.
- De focus van het werk.
- Bijzaken en slotopmerkingen.
- Afsluitende gedachten.
Exemplarische organisaties
In het rapport besteden de auteurs een aantal keren expliciet aandacht aan ‘exemplarische organisaties’ . Zij definiëren ‘exemplarische organisaties’ als degenen die gebruik maken van systematische methoden om inzicht te krijgen in hun leerontwerpen en -resultaten, en met dit inzicht in hun praktijken aangeven succes te hebben bij het mogelijk maken van betere werkprestaties. De auteurs concluderen dat mensen binnen deze organisaties meer innovatieve werkwijzen gebruiken, zich meer betrokken en verbonden voelen met hun collega’s, deelnemen aan meer transformerende professionele ontwikkeling, en meer kans hebben om het beste werk van hun carrière te doen in vergelijking met mensen in andere, typische, organisaties.
Professionele ontwikkeling
Respondenten geven aan het meeste te leren van bronnen zoals websites, artikelen, podcasts of boeken. Daarna volgt leren door middel van werkopdrachten. Formeel leren blijkt minder belangrijk te zijn. Training/opleiding door de eigen organisatie is de minst gebruikelijke manier van professionaliseren. Vierendertig procent van de respondenten heeft deelgenomen aan een professionele ontwikkeling die de werkprestaties aanzienlijk heeft verbeterd. Bijna vijftig procent had te maken met professionele ontwikkeling die prestaties slechts licht verbeterde. Slechts ongeveer vijf procent van de respondenten meldt ineffectieve professionele ontwikkeling. Het cureren van informatie (bronnen en experts) wordt gezien als cruciaal voor professionele ontwikkeling.
Perceptie van trends
Er wordt veel geschreven over technologische trends en hun impact op leren (zoals AI en virtual reality). In de praktijk blijken L&D’ers vaak met heel andere trends bezig te zijn. Will Thalheimer en collega’s vatten de belangrijkste bevindingen als volgt samen:
- Minder op technologie en meer op psychologie of gedragseconomie gebaseerde benaderingen zoals ‘nudges’ of gewoontevorming lijken dit jaar in opkomst te zijn (deze worden wel met technologie gefaciliteerd).
- ‘Data’ wordt minder theoretisch. ‘Data’ wordt meer geïntegreerd in technologieën die het aanbieden van bronnen ondersteunen, zoals het toenemend gebruik van LXP’s.
- Nieuwe methoden voor het creëren van ervaringen blijven aan belang winnen door de toepassing van ‘performance experience design‘.
- Beproefde benaderingen om prestaties te veranderen zijn nog steeds belangrijk, zoals blijkt uit de voortdurende focus op e-learning, door docenten geleide training (zowel klassikaal als online), video, microleren, mobiele ervaringen, en podcasts.
Het gebruik van AI scoort overigens ook hoog in de lijst van aanpakken/technologieën die organisaties dit jaar voor het eerst zullen toepassen. Merk ook de volgende verschillen op tussen exemplarische en typische organisaties:
De vraag is uiteraard wel wat de auteurs onder ‘e-learning’ verstaan.
Ontwerpmodellen, processen, en methodologieën
Op het gebied van L&D passen we tal van ontwerpmodellen, processen en methodologieën toe. Onderstaande afbeelding uit het rapport vat dit mooi samen.
Dit onderdeel bevat ook interessante bevindingen over doelen die binnen ontwerpprocessen van leren duidelijk worden geschetst. Lerenden ondersteunen om het geleerde toe te passen, hert creëren van content die geloofwaardig en valide is en het faciliteren van engagerende leerbijeenkomsten scoren het hoogste. Minder dan 50% van de respondenten richt zich op herinneren voor de lange termijn, stelt lerenden in staat beslissingen te nemen, of stelt lerenden in staat te volharden in het leren.
Evalueren van leren
Het rapport bevat volgens de samenstellers zowel verontrustende als positieve signalen met betrekking tot het evalueren van leren. Vijfenzestig procent van de respondenten geeft aan niet in staat te zijn om de evaluatie te doen die ze wilden doen. Zevenendertig procent evalueert taakcompetentie, achtentwintig procent evalueert werkprestatie van lerenden en achtentwintig procent evalueert resultaten van de organisatie.
Impact van omgevingsfactoren
De gevolgen van Covid-19 staan in dit hoofdstuk centraal. Toch blijkt de impact op de respondenten minder dan je zou verwachten. Bijna driekwart van de respondenten geeft aan (voor een groot deel) vanuit huis te werken. Op korte termijn blijken veel respondenten zich toch nauw betrokken te voelen bij collega’s.
Succes bij het mogelijk maken van werkprestaties
Ongeveer achtendertig procent van de respondenten vindt dat hun L&D-teams “onweerlegbaar bewijs van succes” of “sterke aanwijzingen van succes” hadden. Meer dan zestig procent weet dus niet zeker of L&D de werkprestaties van werknemers heeft verbeterd. Volgens de auteurs hoeft deze uitkomst niet zo somber te zijn. Een aanvullende negenentwintig procent heeft “betrouwbare aanwijzingen van succes”. Dat betekent dat tweederde van de respondenten het gevoel heeft dat dat zij succes hebben geboekt.
Volgens Thalheimer en collega’s moeten we echter meer werk maken van betere evaluaties, zodat we meer bewijs hebben van de uiteindelijke resultaten van L&D. Daarnaast kunnen we best de grote groep onder de aandacht brengen die meldden succes te hebben met L&D in
2021 (al betreft het natuurlijk zelfrapportage). Er is volgens de auteurs echter nog ruimte om te groeien op het gebied van ‘work performance’.
De focus van het werk
Wat voor type werkzaamheden voeren L&D’ers uit en hoe tevreden is men met deze werkzaamheden? Daar gaat dit hoofdstuk over. De respondenten vinden dat zij betekenisvol werk doen. Er is sprake van een hoge mate van tevredenheid.
Mijn opmerking
Dit is een informatief rapport. Soms ook ontnuchterend. Als het gaat om de impact van L&D op werkprestaties zouden de onderzoekers zich m.i. ook tot werknemers en leidinggevenden moeten wenden.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie