Binnen het Agora-concept van Stichting Onderwijs Midden-Limburg werkt men niet met een leerstofjaarklassensysteem en een vakkenstructuur, maar met heterogeen samenstelde groepen en leren vanuit vijf leerwerelden. Elk kind heeft daarbij een eigen leerroute, zonder dat sprake is van individueel onderwijs. Dat is een heel andere aanpak dan we binnen het onderwijs gewend zijn. Terwijl de groep leerlingen wel op de gebruikelijke manier geëxamineerd worden. Dit jaar was het de beurt aan de eerste lichting examenkandidaten.
Bij Agora wil men ‘maatwerk’ daadwerkelijk in de praktijk brengen. Leerlingen hebben veel zeggenschap over het eigen leren, ook al worden zij wel intensief begeleid. Agora wijkt daarbij flink af van wat we binnen het voortgezet onderwijs gewend zijn.
Vanuit verschillende kanten is Agora dan ook scherp in de gaten gehouden. Je leert op deze manier wellicht voor het leven, maar slaag je binnen dit concept ook voor het traditionele examen? Leerling Marieke formuleert dit als volgt:
Stel je voor: jij hebt twee á drie jaar mogen bepalen hoe je leert. Je hebt jezelf allemaal vaardigheden eigen gemaakt die je op een reguliere school niet krijgt. Samen met experts heb jij je voorbereid om dat ene belangrijke papiertje te halen. En dan doe je eindexamen, terwijl zo’n beetje heel Nederland je op de nek zit.
Directeur Jan Fasen heeft gisteren geblogd over de eerste eindexamenresultaten, die het team tot tevredenheid stemmen. OU-hoogleraar Jos Claessen beschrijft hoe de leerlingen in acht maanden tijd zijn voorbereid op het examen (pdf).
Op basis van de eerste resultaten kun je concluderen dat deze aanpak er inderdaad toe kan leiden dat je ook een ‘gewoon’ diploma kunt behalen als leerlingen onderwijs krijgen zonder traditionele lessen, cijfers en rapporten.
Tegelijkertijd waarschuwt Jos Claessen ook voor te snelle conclusies. De groep examenleerlingen had dit jaar een beperkte omvang, de inhoudelijke divergentie in examenvormen maakt vergelijkingen praktisch onmogelijk en de groep leerlingen en hun ouders hebben bewust gekozen voor dit vernieuwende onderwijsconcept.
Je kunt dit concept echter niet op voorhand wegzetten als onderwijs dat kwalitatief onder de maat is. Als de resultaten tegen zouden vallen, was de wereld vast te klein geweest.
Een belangrijke conclusie van Jos Claessen is ook:
Agora heeft laten zien dat binnen de bestaande regelgeving veel ruimte bestaat om dingen anders aan te pakken en anders te organiseren.
Volgens mij hangt, zoals zo vaak, veel af van de wijze waarop dit concept wordt ingevoerd. Ten aanzien van Agora in Roermond heb ik me daar eerder lovend over uitgelaten.
Al met al een mooi, eerste, resultaat voor Agora. Een felicitatie aan team en leerlingen is op z’n plaats.
Hopelijk laat men ook op langere termijn, en met grotere groepen leerlingen, zien dat innovatief onderwijs -dat de bestaande beperkingen van het reguliere onderwijs probeert weg te nemen- leidt tot goed onderwijs (en ja: de bestaande manier van examineren mag daarbij ook ter discussie komen te staan).
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie