Interactieve e-learning ontwikkelen

Interactie leidt vaak tot meer betrokkenheid bij leren. Bovendien verwerk je via interactie leerstof. Volgens Arunima Majumdar kun je al op een vrij eenvoudige manier meer interactie integreren bij e-learning.

Er wordt vaak een onderscheid gemaakt in interactie tussen lerenden, interactie met docenten en interactie met content. Majumbar beschrijft tien typen interactie, waarbij de nadruk ligt op interactie met content.

  1. Het gebruik van verhalen of scenario's. Je kunt lerenden daarbij vragen een probleem op te lossen, beslissingen te nemen of om de afloop van een verhaal te bedenken. Je kunt generieke, verdiepende, feedback gebruiken als lerenden reageren op een verhaal. De auteur geeft ook aan dat je hierbij meerdere media kunt inzetten. Dat is belangrijk, maar impliceert m.i. nog geen interactie.
  2. Gebruik personages om onderwerpen te introduceren, om ondersteunende informatie te presenteren, vragen te stellen of feedback te geven. Voorkom wel dat dit personage afleidt.
  3. Maak gebruik van diagrammen of animaties die door lerenden gemanipuleerd kunnen worden (inzoomen, uitzoomen, enzovoorts).
  4. Gebruik audiovisuele fragmenten en laat lerenden daarover vragen beantwoorden.
  5. Laat lerenden reageren vanuit een bepaalde rol of bepaald perspectief. Laat docenten in opleiding zich bijvoorbeeld verdiepen in een vmbo-leerling als het gaat om het gebruik van mobiele technologie in de klas (mijn voorbeeld).
  6. Maak gebruik van peer feedback waarbij lerenden bijvoorbeeld presentaties aan elkaar geven, elkaar bronnen adviseren of waarbij lerenden beoordelen hoe leerzaam leeractiviteiten geweest zijn.
  7. Maak gebruik van virtuele interviews, waarbij lerenden in dialoog kunnen gaan met experts. Binnen de OU passen wij dit bijvoorbeeld toe tijdens live sessies van online masterclasses. Majumdar waarschuwt er daarbij wel voor dat je lerenden niet overdonderd met expertkennis.
  8. Gebruik interactieve spreadsheets waarbij lerenden meteen de gevolgen van hun acties kunnen zien. Deze vorm van interactie lijkt m.i. sterk op optie 3.
  9. Maak gebruik van eenvoudige game-based interacties. Bijvoorbeeld van bestaande games. Voor bepaalde leerdoelen kun je inderdaad bestaande webbased games gebruiken. Daarnaast is het veel gemakkelijker geworden om zelf een mini-game zelf te maken. Dit vergt vaak meer van didactische expertise dan van technische know how.
  10. Je kunt gebruik maken van virtuele laboratoria waarin je handelingen kunt uitproberen. Dergelijke laboratoria komen inderdaad vaker beschikbaar, al richten deze zich veelal op specifieke thema's (zoals een bepaalde procedure in een ziekenhuis). De voorgaande negen suggesties zijn wat mij betreft wat toegankelijker.

Volgens mij kun je dit lijstje nog aanvullen met separate zelftoetsen of opdrachten waarbij lerenden bijvoorbeeld aan de hand van een bepaalde structuur via een blog of portfolio reflecteren op een concept of probleem.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *