Ik ben dit weekend twee artikelen tegen gekomen die ingaan op de toekomstige ontwikkeling van e-learning.
Saul Carliner ziet drie mogelijke trends.
- E-learning wordt minder gebaseerd op klassieke ontwerpprincipes, die vertaald worden in te bestuderen modules. Veel vaker zal e-learning op een meer informele manier worden gebruikt, voor ondersteuning op de werkplek.
Organizations will increasingly rely on their internal systems to provide meaningful content to workers at the time and in the context of need.
Carliner spreekt hierbij over het vertrekken van "content on demand", waarbij de lerende (en diens behoeften) centraal staat. Systemen die de lerende advies geven ("misschien is dit ook interessant voor jou?") en applicaties voor interpersoonlijke communicatie spelen hierbij ook een belangrijke rol (zoals web 2.0). Verder is interoperabiliteit (open standaarden) hierbij van belang. - E-learning maakt -mede op basis van financiële redenen- gebruik van content die eigenlijk voor andere doeleinden is ontwikkeld. Onder de noemer "rapid e-learning" wordt quick and dirty leerstof ontwikkeld. Onderwijskundig ontwerpers houden zich hooguit bezig met de ontwikkeling van templates.
- E-learning wordt de normaalste zaak van de wereld. Niets bijzonders meer, maar één van de keuzemogelijkheden voor professionals die willen leren. Volgens Carliner kan deze trend de twee eerdere trends verzoenen. Kwalitatief goede en gepersonaliseerde vormen van e-learning en de snel en goedkoop ontwikkelde vormen van e-learning maken samen met andere leeractiviteiten deel uit van een uitgebreid palet, op basis waarvan leerarrangementen kunnen worden samengesteld.
Josh Bersin beschrijft eerst kort de context waarbinnen e-learning zich ontwikkeld (economische teruggang, de "always-connected" cultuur, enzovoorts), en trekt enkele lessen uit het verleden. E-learning is inmiddels volwassen en vormt voor sommige grote bedrijven zelfs de hoofdmoot van hun corporate trainingsactiviteiten. Bersin beschrijft vijf ontwikkelingen.
- Bersin denkt dat we nu het tijdperk van "We-learning" gaan betreden, waarbij meer aandacht is voor 'sociaal leren', informeel leren en samenwerkend leren. Bij We-Learning wordt leren niet meer beschouwd als een separate activiteit. Dit heeft gevolgen voor de rol van onderwijskundig ontwerpers en trainers.
- Bersin denkt dat "We-Learning" de traditioneel ontworpen trainingsprogramma's niet volledig zal vervangen. Net zo min als e-learning face-to-face leren heeft vervangen. Hij gelooft eerder dat nieuwe manieren van e-leren andere vormen van leren zullen versterken. Tegelijkertijd geeft hij aan dat British Telecom zegt 15 miljoen dollar te besparen doordat werknemers een YouTube-achtig platform zijn gaan gebruiken, en daardoor niet langer hun leidinggevenden hoeven lastig te vallen met vragen.
- Josh Bersin beschrijft een derde gevolg van "We-Learning": er zullen martken ontstaan voor nieuwe tools en platforms (denk aan Google Wave). Hij geeft daarbij onder meer voorbeelden van innovaties bij traditionele leveranciers als Saba en Plateau.
- "We-Learning" zal ons gedrag op het gebied van leren en opleiden veranderen, denkt Bersin.
Just as e-learning freed us from the classroom for all our learning, we-learning is going to free us from the computer. I would not be surprised to see more and more collaborative learning taking place on cell phones and other mobile devices. - Tenslotte vindt Bersin dat medewerkers ondersteund en gemotiveerd moeten worden om te participeren in "We-Learning". Hij vindt 'cultuur' de belangrijkste kritische succesfactor voor leren en ontwikkelen.
Carliner focust meer op de ontwikkelkant van e-learning. Hij besteedt redelijk marginaal aandacht aan 'social learning'. E-learning content lijkt bij hem nog steeds de meest prominente plaats in te nemen. Josh Bersin's benadering is veel strategischer van aard. Hij lijkt ook meer rekening te houden met de gevolgen van de sociale ontwikkeling, die web 2.0 heet. Beiden hebben gemeen dat ze denken dat online leren het stadium van de 'elektronische cursus' voorbij is.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie