Impressie dag 2 Online Educa: microcredentials, de toekomst van de L&D-functie, de potentie van de virtual class en blended learning en sociale ongelijkheid #OEB20

Vandaag vond dag twee van de online editie van de Online Educa plaatsgevonden. De sessies die ik verspreid door de dag heb bijgewoond waren verschillend van aard, maar allemaal de moeite waard Hieronder vind je weer een impressie van deze dag.

Global Developments in Microcredentials and Associated “Hot Issues”

In de openingskeynote van dag twee ging Beverly Oliver in op de toenemende wereldwijde aandacht voor microcredentials en de daarmee samenhangende actuele vraagstukken. Zij uitte daarbij stevige kritiek op het traditionele (hoger) onderwijs.

Hoe definiëren we micro-certificaten en badges?

We kijken allemaal anders tegen deze ‘olifant’ aan. De een ziet de staart, de ander de slurf. Er is ook sprake van een ‘jungle’ op het gebied van microcredentials. Het gaat echter om het certificeren van leren, van lerenden een leven lang. Formeel en non-formeel. Microcredentials worden vooral gebruikt voor non-formeel leren waarbij leerresultaten kunnen worden aangetoond en zijn beoordeeld. Er is sprake van een certificaat of badge. Soms interacteren microcredentials met macro-credentials.
Macro-credentials, zoals diploma’s, hebben ook beperkingen (o.a.hoge kosten), microcredentials hebben veel voordelen. Je moet echter de valkuilen van macro-credentials vermijden.

Zij stelde een aantal belangrijke vragen. O.a. waarom? Ze helpen bij het switchen en versterken van je loopbaan. Of: wat krijg je ervoor? En: kun je het stapelen? Dat is volgens Beverly Oliver lang niet altijd noodzakelijk. Microcredentials kunnen prima stand-alone opereren. Instellingen van hoger onderwijs gaan er echter vanuit dat microcredentials stapelbaar moeten zijn.

Hot issues zijn:

  • We hebben geen gemeenschappelijke taal met betrekking tot microcredentials. Daar wordt wel aan gewerkt.
  • Hoe interacteren microcredentials met macro-credentials en standaarden? Bijvoorbeeld: wat is de omvang? Hoe beoordelen we? Dat laatste is belangrijk voor de waarde.
  • Microcredentials zullen bepaalde macro-credentials, zoals de MBA, vervangen. En andere life long learning programma’s. Maar microcredentials kunnen ook prima bestaan naast macro-credentials. Een deel van de macro-credentials zal verdwijnen.
  • Microcedentials zullen vooral worden gebruikt om meer te verdienen (learning for learning). Ook bedrijven zoals Google zullen microcredentials gaan uitgeven. Zij kunnen certificaten ook goedkoper uitgeven. Google kan ook aantonen dat microcredentials leiden tot promoties. Verder zijn feedback en pro-actieve ondersteuning belangrijk. Je zult een balans moeten zoeken tussen kosten en de mate waarin je feedback en ondersteuning moet geven.

Microcredentials hebben waarde voor lerenden en werknemers. Waarom zouden certificaten moeten verlopen? Je moet in staat zijn daar op voor te bouwen (stack and bank).

Traditionele aanbieders laten volgens Oliver veel liggen als het gaat om het bedienen van leven lang lerenden. Professionals zullen het traditionele onderwijs de rug toe keren als zij niet meer werk zullen maken van microcredentials. Dat betekent ook echt ander onderwijs en een andere inrichting van het onderwijs.

Over vijf jaar zal deze trend worden gezien als een rage die ons heeft teleurgesteld, of als een belangrijke stap in de richting van een herbezinning op levenslang leren, afhankelijk van de manier waarop we deze kwesties op korte termijn gezamenlijk aanpakken.

A Different Future for L&D

Wat heeft de toekomst in petto voor Leren en Ontwikkelen op de werkplek (L&D)? Donald Taylor verzorgde een presentatie over hoe L&D er over 1, 3 en 10 jaar uit zal zien. Dat deed hij aan de hand van een aantal voorwerpen. Via het format van een online sessie kun je namelijk goed dingen laten zien. Ook biedt het variëteit, naast alle gebruikelijke presentaties.

voorwerpen keynote Donald taylor

Hij ziet drie trends:

  • Een pianorol voor Old Men River uit 1930 (maakt automatisch pianospelen mogelijk) laat zien dat we al langer middelen gebruiken om data op te slaan en om te automatiseren. Het leidde niet tot het ontslaan van pianisten. De pianorollen lieten muziek mechanisch klinken. Dat willen mensen niet (alleen). Op het gebied van arbeid vindt hetzelfde plaats. Banen veranderen, andere vaardigheden worden belangrijk. Maar er zullen niet heel veel mensen werkloos worden door digitalisering. Er verdwijnen sommige banen (zoals ooit de ‘fax medewerker’). Eenvoudig werk van junior juridisch medewerkers wordt wel vervangen door AI. Hoe worden deze nieuwe medewerkers dan ingewerkt, en voorbereid op complexer werk? We gebruiken veel meer data. Deze passen niet meer op een floppydisk.
  • Blik bonen. Door automatisering hebben blikken bonen dezelfde grootte. Door deze standaardisatie komen de blikken niet meer tegemoet aan alle individuele wensen. Voor standaardisering van leren en opleiden (uniforme lengtes van een paar dagdelen) geldt hetzelfde. We kunnen dankzij leertechnologie fysieke grenzen van bijvoorbeeld cursussen helpen doorbreken. L&D zou korte termijn problemen moeten helpen oplossen en lange termijn vraagstukken aanpakken.
  • Het phrenology hoofd (hoofd vol frasen). We passen onvoldoende kennis over leren toe. We trappen nog te vaak in de val van pseudowetenschap. We moeten meer sceptisch zijn.

Wat zijn implicaties?

Korte termijn

Leer mensen zelfstandig leren en van elkaar leren. Cursussen zijn daarvoor niet altijd het juiste format. We moeten ervoor zorgen dat mensen vragen gaan stellen. Cursussen zijn wel uitdrukking van een minimaal niveau van expertise, en daarmee belangrijk.

Middellange termijn

Leidinggevenden moeten meer betrokken worden in het leren van werknemers. Coaching en mentoring moeten een natuurlijker onderdeel worden van het werk van managers. Dit moet ondersteund worden door geaggregeerde data.
Begin met één manager die dit snapt. Bouw hiermee een casus.

Lange termijn

Mede dankzij veel data zullen L&D’ers en organisaties zich meer bezig houden met ‘talent marktplaatsen’. Mensen bieden op een meer flexibele manier hun expertise aan. Dat heeft ook nadelen (meer onzekerheid).

L&D’ers moeten goed zijn in omgaan met mensen en met data.

Fulfilling the Potential of Your Virtual Classroom

Deze sessie was een kenniscafé over het gebruik van virtual classroom-sessie door Jo Cook. Jo is toch wel mrs. Virtual Classroom. We maakten hiervoor gebruik van Adobe Connect. Jo maakte gebruik van een aparte moderator, die o.a. de links in de chat deelde. De bijdragen van de moderator hadden een andere kleur. De chat werd trouwens intensief gebruikt door de vele vragen die Jo aan lerenden stelde en waar zij uitgebreid op reageerde. Daarnaast gebruikte zij een aantal keren polls. Volgens haar moet je ongeveer elke drie minuten een betekenisvolle interactie hebben. Als er een nieuw onderwerp werd bediscussieerd, typte de moderator: *************

Jo startte met een terugblik op 2020. Had je voor die tijd ervaring met virtual classes, vroeg zij aan de deelnemers? Dat varieerde sterk. En uiteraard veranderde dat als gevolg van de pandemie. De ervaring met virtuele klassen nam sterk toe. Volgens Marketwatch zal de markt van Virtual Classroom tools in 2026 16020 miljoen dollar groot zijn.

Virtual events zijn blijvertjes. Het gaat echter niet om kwantiteit, maar om kwaliteit. Veel mensen vinden het creëren van betrokkenheid, socialisatie en het compenseren van een gebrek aan non verbale aanwijzingen moeilijk.

Wat waren de belangrijkste uitdagingen voor de deelnemers?

  • Tijd: om de omslag te maken. Tijd om live online sessie op een goede manier te verzorgen. Je moet ook sessies op een andere manier gaan plannen.
  • Vaardigheden: hoe ontwerp en faciliteer je live online? Hoe doe je dat op een andere manier dan anders? We moeten passiviteit zien te voorkomen. Hier zullen organisaties veel meer in moeten investeren.
  • Investeringen: organisaties moesten extra investeren in technologie, en in ontwerp en ontwikkeling.

Trainingen werden aanvankelijk echter uitgesteld of afgelast. Dat leidde ook tot minder ruimte om te investeringen in Virtual Classroom tools.

Jo stelde dat veel meer online events van meer dan zeven uur werden georganiseerd in 2020, in vergelijking met 2019. Waarom doen we mensen het aan om zo lang live online te zijn? Je moet dergelijke sessies heel goed ontwerpen willen ze leerzaam en motiverend zijn. Als ze slecht zijn ontworpen, dan is de negatieve impact: slechte leeruitkomsten, minder motivatie en slecht voor de gezondheid.

Het voordeel van live online sessies is: minder reiskosten, minder verletkosten, etc. Organisaties die in staat zijn op een goede manier virtuele klas-sessies te verzorgen, presteren op een aantal punten ook beter:

organisaties die wel en niet bekwaam zijn op het gebied van virtuele klassen

Jo stelde dat online facilitators vooral in staat moeten zijn om lerenden erbij te betrekken. Deelnemers hebben hun expertise vooral geleerd door naar anderen, zoals collega’s, te kijken, door peer support en door te experimenteren bijvoorbeeld met applicaties die interactie bevorderen.

Deelnemers moeten vragen kunnen stellen, feedback en ondersteuning krijgen.

Werkvormen zijn bijvoorbeeld:
– Chat, hold and send (bijdragen niet meteen plaatsen)
– Whiteboard gebruiken.
– Omcirkel het juiste antwoord.

Het gaat volgens Jo vooral om variatie in activiteiten. Zij laat deelnemers ook vaak eerst deelnemen aan een peiling, een toelichting geven in de chat en daarna eventueel via de microfoon uitweiden.

Wat zijn de belangrijkste vaardigheden en andere zaken voor een facilitator? Je moet enthousiast zijn, snel reageren en feedback geven en het platform goed beheersen. Stel jezelf voor. Log eerder in. Zorg voor betekenisvolle inhoud.

Jo hanteert een script voor virtuele klas-sessies. Deze laat zien wat een facilitator, producer moeten doen, en bevat ook technische aantekeningen.

Jo adviseerde ook face to face ‘delivery’ te deconstrueren. Zij heeft het over digital body language. Je moet ook kijken wat deelnemers prettig vinden. Daarom moet je niet verplichten om de camera aan te zetten.

Jo Cook maakte gebruik van zeer veel verwijzingen. Deze vind je via: https://lightbulbmoment.info/2020/12/01/the-tilt-to-vilt/
Andere relevante bronnen: https://lightbulbmoment.community/groups/opencommunity/forum/resources-to-help-you-start-delivering-live-online-learning-now

Persoonlijk had ik ik liever gehad dat Jo uitgebreider was ingegaan op zaken als digital body language. Maar gelukkig hebben we de vele bronnen.

Brave New World That Has Such Education Futures!

Asha Kanwar is president van de Commonwealth of Learning. Zij ging in haar bijdrage in op de digitale kloof en sociale ongelijkheid. COVID-19 heeft beiden versterkt. De digitale infrastructuur in de Commonwealth-landen en de bekwaamheden van 40% van de docenten in de Commonwealth schoten ernstig tekort. 40% van de studenten in de Commonwealth had geen goede internetverbinding. Met name meiden hadden geen goede internettoegang.

Wat heeft de Commonwealth of Learning gedaan? Onder meer richtlijnen voor afstandsleren ontwikkeld en geïnvesteerd in deskundigheidsbevordering, onder meer via MOOCs. Ze hebben ondersteuning geboden aan instellingen in Afrikaanse landen (o.a. op het gebied van online veiligheid). Ze hebben ook OER4COVID geïnitieerd. Samen met Coursera heeft met aan professionalisering en bijscholing gedaan. Verder via mobiele telefoons heeft men audio-based MobiMoocs ontsloten. Via opendoor.col.org zijn vrij toegankelijke bronnen ontsloten.

In haar bijdrage gaf zij aan dat het drie kanten uit kan gaan.

De gewenste toekomst
Iedereen toegang tot primair onderwijs in 2042, iedereen toegang tot hoger voortgezet onderwijs in 2084. Daar zijn we echter nog heel verder van verwijderd. Gelijkheid, inclusie, kwaliteit en levenslang leren: daarvoor heb je andere onderwijsaanpakken nodig dan nu het geval is.

Waarschijnlijke toekomst
Blended learning, AI gebruiken voor tutoring, docenten van vlees en bloed verzorgen dan expert onderwijs. Robots verzorgen onderwijs, docenten bewaren het overzicht. AR en VR bieden levendige ervaringen. Verder zijn mbt assessment belangrijk: microcredentials, erkenning van elders verworven bekwaamheden en on-demand examinering. Leertechnologie wordt dan gebruikt om de toegankelijkheid van het onderwijs te verbeteren. Maar echte inclusie zal je op deze manier niet bereiken.

Mogelijke toekomst
Klimaatcrisis (o.a. orkanen) leiden tot rampen en vernietiging van infrastructuren voor leren, materialen, verlies aan data. Volledig face-to-face onderwijs zal ook bijdragen aan het klimaatprobleem. Volgens Kanwar laat onderzoek zien dat volledig face-to-face onderwijs tot 3x zoveel CO2 uitstoot leidt dan online onderwijs.

De toekomst is volgens haar daarom blended, waarbij beleid daadwerkelijk gericht is op inclusie o.a. van mensen met een beperking, vrouwen en achtergestelde groepen. Een leven lang leren voor allen richt zich dan onder meer op leren online te leren. Community-based leren maakt mensen dan meer bewust van onderlinge afhankelijkheden, bijvoorbeeld ten aanzien van klimaatverandering.

Zij pleitte voor een transformatieve benadering waarbij accomplishment (in plaats van achievement) en empowerment of change belangrijke elementen zijn. Uiteraard is werken aan meer sociale gelijkheid ook belangrijk.

Dank zij dit type bijdragen ga je anders kijken naar de waarde van online en blended learning. In onze regio is de bijdrage van leertechnologie aan de reductie van de CO2-uitstoot amper een thema. In landen van de Common Wealth wel. Zij ervaren de impact van klimaatverandering ook het eerst en meest ernstig aan den lijve.

Impressie portal online OEB

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *