Impressie dag twee versie 1 CVI op toer 2022 #CvIopToer

Vandaag vond dag twee plaats van de eerste versie van CVI op toer. In deze blogpost blik ik terug op de drie sessierondes. Ik sluit af met enkele algemene opmerkingen over het concept.

Meer informatie over dit concept en over dag één?

Cybersecurity

Een docent van het Alfa-college vertelde over een initiatief waarbij studenten punten kunnen krijgen als zij in staat zijn een kwetsbare applicatie te hacken. Cybersecurity onderwijs vond hij erg saai. Ook kwam cybersecurity nauwelijks in het curriculum aan bod. Bovendien leerden studenten niet altijd de goede dingen. Dat kon dus beter.

De docent wilde studenten leren weten hoe hacken werkt. Zodat zij risico’s zien en er mee leren omgaan. Hij heeft een curriculum ontwikkeld rond dit thema: begrippen leren kennen, leren hacken rond kwetsbaarheden zoals code injectie (hoe herken je kwetsbaarheden?). In een labomgeving gaan lerenden zelf websites onderzoeken op kwetsbaarheden en programma’s onderzoeken. Zij leren bijvoorbeeld ook phishing mails opstellen. Dat gebeurt in een labomgeving die je makkelijk kunt resetten. Het programma is al meerdere keren verzorgd. Het tweede en derde jaar wordt zeer goed ontvangen. Het eerstejaars materiaal is meer theoretisch van aard.

De opleiding is bedoeld voor ICT-studenten, maar het aanbod kan ook in het kader van burgerschap worden ingezet. Of in het kader van docentprofessionalisering.
Binnen heel veel sectoren worden machines ingezet die met internet verbonden zijn. Die zijn op zich allemaal te hacken. Mensen zijn ook vaak te goed van vertrouwen, bijvoorbeeld als zij phising mails ontvangen. Er zijn zat van praktijkvoorbeelden die je kunt gebruiken als startpunt voor het leren.

Zoek binnen Sharepoint bijvoorbeeld eens op je eigen naam. Je ziet dan heel snel hoe beveiligd die omgeving is (of niet).

Als je 17-jarigen deze leerinhouden aanbiedt, kunnen ook ongelukken plaatsvinden. Bijvoorbeeld studenten die in het echt systemen gaan hacken. Met behulp van dit programma bevorder je ook het onderzoekende vermogen van studenten.

Cybersecurity awareness is breed toepasbaar en aanvullend op de bestaande programma’s voor digitale vaardigheden. Deze basis kan ook door niet-ICT docenten worden verzorgd.

Eigenlijk zou er een vrij toegankelijke online cursus op dit terrein beschikbaar moeten zijn, vergelijkbaar met de nationale blockchain cursus of de nationale AI-cursus. Wie voelt zich verantwoordelijk om dit opa te pakken?

Flexibilisering onderwijs

Deze sessie werd gefaciliteerd door het Friesland College. Flexibilisering wordt gezien als oplossing om opleidingen ’toekomstproof’ te maken.
Het thema van deze sessie was tussentijdse instroom van studenten.

Via LessonUp hebben we eerst geïnventariseerd wat aanwezigen associëren met flexibilisering. Flexibilisering heeft m.i. meerdere dimensies (inhoud, niveau, tempo, tijd, plaats). Erkenning van elders verworven competenties kan daarbij een rol spelen. Al maken we de procedure hiervoor heel erg ingewikkeld.

Friesland College stelt praktijkgestuurd leren centraal. Studenten volgen werkplaatsen en volgen modules. BPV maakt een belangrijk deel uit van het onderwijsprogramma. Zij kunnen ook per 5 weken instromen. Aan het einde van een halve periode (vijf weken) kun je in- en uitstromen. Er zijn echter opleidingen die werken met lesblokken van tien weken.

In groepen van vier zijn we gaan kijken naar wat het onderwijs voor het onderwijs betekent. Ideeën zijn:

  • Docenten moeten ook een gezamenlijke visie hebben op flexibilisering, en met elkaar samenwerken.
  • Studenten werken ook aan zelfregulering en metacognitieve vaardigheden.
  • Onderwijs moet volledig online uit ontwikkeld zijn (ingeblikt). Daarnaast worden ook masterclasses verzorgd waar studenten voor kunnen kiezen.
  • Onderverdeeld in kleine micromodules.
  • Hele duidelijke structuur, duidelijke handleiding voor studenten.
  • Veel formatief evalueren, gespreid oefenen.
  • Met behulp van duidelijke rubrics kunnen ook niet-experts producten beoordelen.
  • Voorwaardelijkheid in onderwijsinhoud moet gedefinieerd zijn.
  • Veel ruimte voor begeleiding.
  • Aparte ruimte in tijd voor verwerking, verbreding ene verdieping(bijvoorbeeld twee uur per dag met twee begeleiders).
  • Je hebt grotere tijdseenheden nodig voor het onderwijs. Bestaande manier van roostering staat een dergelijke aanpak in de weg.

Onderwijsframework voor flexibel onderwijs in de hele school

ROC A12 doet onderzoek naar zo’n onderwijsframework. Zet op een papier wat je onder flexibilisering verstaat, en gooi het papier naar de facilitator.
Binnen deze onderwijsorganisatie hebben ze een onderwijscode voor flexibel onderwijs gemaakt. Blended leren moet flexibilisering mogelijk maken, met aandacht voor socialisatie en persoonsvorming.
Studenten zouden keuzemogelijkheden moeten hebben ten aanzien van wat, waar, wanneer en hoe er geleerd wordt. Als elk team daar zelf vorm aan geeft, dan wordt flexibilisering op centraal niveau heel lastig.
Het onderwijsframework bestaat dan uit een set aan gezamenlijke afspraken. Je loopt bij flexibilisering echter het risico dat dit ten koste gaan van socialisatie en persoonsvorming. Een betrokken community, werken aan professionele identiteit en betekenisvol zijn voor de samenleving, voor de lokale gemeenschap.
Waar sta je nu en waar wil je naar toe?
Een opleiding heeft bijvoorbeeld 90 studenten en 17 uitstroomrichtingen en excellenteitrajecten. Het team bestaat uit 14 docenten (grotendeels parttimers). Veel studenten hebben een extra ondersteuningsbehoefte. Ze hebben echter ook te maken van krimp.

Wat is de ambitie op het gebied van flexibilisering? Daarover hebben we vanuit verschillende perspectieven nagedacht (docent, directeur, studenten, onderwijsontwikkelaar). Onze groep vond het belangrijk om vooral te uniformeren. Met behulp van een flexscan kun je je ambitie verder bepalen.
Verder valt op dat opleidingen vaak beginnen, zonder duidelijke visie.

Hoe kun je versnellen?
Hoe kun je verbreden?
Hoe kun je je opleiding gedeeltelijk samenstellen?

Dit vraagt om modulariseren. Modules zijn roosterbare eenheden, met begeleide onderwijstijd van 5 uur of een veelvoud met een maximum van 40. Modules hebben een doorlooptijd van 5 of toe weken. Daarnaast hebben ze kenmerken (vakniveau, overlap, volgordelijkheid). In de titel van de module moet de beroepscontext verweven zijn.
Ga op basis hiervan curricula herontwerpen. Dat betekent wel dat kaders voor alle teams gelijk moeten zijn. Voor uitwisselbaarheid is dat een eis. Maar krijg je dat voor elkaar?
Vervolgens moet je tot concrete ontwerpprincipes komen die leidend kunnen zijn voor het ontwerpen van het onderwijs.
Formuleer daarvoor een ‘hoe kunnen we vraag?’ En bedenk drie mogelijke antwoorden.

Wij hebben ons gebogen over: Hoe kunnen we leren in en met het werkveld op een duurzame manier helpen realiseren?

  • Bedrijven formuleren via gastlessen realistische problemen die het startpunt vormen met het bedrijfsleven (belangrijk, maar draagt niet bij aan flexibilisering).
  • Door minimaal drie contexten (werkvelden) in de opleiding terug te laten komen, en studenten daaruit te laten kiezen.
  • Authentieke en complexe taken samen met het werkveld formuleren (bijvoorbeeld gemeenten of arbeidsorganisaties).
  • We voeren drie onderwijsdagen (begeleide onderwijstijd) bij bedrijven uit.

Bij ontwerpprincipes moet je echter ook consequenties verbinden.

We hebben deze sessie afgerond met het schrijven van een kaart:

  • Ik wens je…
  • Ik zou het je gunnen dat…
  • Ik maak me zorgen om….
  • Ik wil je dit aandachtspunt meegeven….

Het concept CVI op toer

Tenslotte wil ik terugblikken op het concept CVI op Toer.

Het regionale karakter verlaagt de drempel om deel te nemen voor betrokkenen uit de regio. Er waren nu bijvoorbeeld meer studenten als deelnemer en mogelijk ook meer medewerkers van de verschillende mbo-instellingen uit de regio. Tegelijkertijd nemen nog steeds deelnemers uit het hele land deel.
Dit concept is kleinschaliger van opzet. Dat heeft voordelen en nadelen.

Het mooie van één landelijke jaarlijkse conferentie is dat je je hele MBO-netwerk in twee dagen bij elkaar hebt. De sfeer is uniek. Bij dit nieuwe concept zul je daarvoor aan meerdere edities deel moeten nemen. Tegelijkertijd maakt het kleinschalige karakter het evenement intiemer. Het is ook gemakkelijker te organiseren. Er zijn maar weinig locaties waar je een grootschaliger conferentie op een betaalbare manier kunt organiseren.

Drie langer durende sessierondes maken het mogelijk uitgebreider in te gaan op een onderwerp. Je hebt meer mogelijkheden voor conversaties en het uitwisselen van kennis en ervaringen.
Een centrale opening en afsluiting heb ik echter wel gemist, evenals de mogelijkheid om informeel te borrelen.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

2 reacties

  1. Een mooi verslag van de workshops van gisteren en eergisteren, Wilfred. Een aantal ervan heb ik samen met jou meegemaakt. Ik begrijp inmiddels ook waarom je zoveel aantekeningen maakte, je hebt het razendsnel gedeeld

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *