Helaas kon ik vandaag maar een gedeelte van de CvI-managementconferentie bijwonen. Ik heb gekozen voor een zeer inspirerend kijkje in de Wereld vol Wonderen, en voor twee boeiende ’MBO-talks’.
Ontwikkelingen in een andere branche kunnen ook je eigen vakgebied inspireren. Daarom bezocht ik graag congressen voor hoger onderwijs toen ik in het MBO werkte, en het CvI-congres toen ik in het hoger onderwijs werkte. De Next Learning en de Online Educa Berlijn zijn gericht op onderwijs, bedrijfsleven, overheid en not-for profit. Daar kun je dus ook prima bij de buren gluren.
Voor vandaag had ik daarom de keynote van Frans Goenee, inspiratie manager van de Efteling, op mijn persoonlijk programma geplaatst.
Goenee had een zeer inspirerend verhaal over De Efteling. De Efteling bestaat 65 jaar. Er werken ongeveer 2500 medewerkers en de omzet bedraagt € 185 miljoen. De Efteling is ooit gesticht door geestelijken om kinderen in de regio ontspanning te bieden. Anton Pieck heeft uiteraard een belangrijke rol gespeeld bij de realisatie. De Efteling wilde kinderen via sprookjes verwonderen. Op een gegeven moment is men -tegen de zin van Anton Pieck- ook attracties gaan toevoegen aan het aanbod.
In de jaren negentig realiseerde men zich echter dat men de ziel verloren had. De Efteling wil namelijk herinneringen veroorzaken. Frans Goenee illustreerde dat door aanwezigen te vragen welke herinnering zij hebben aan een verblijf in De Efteling. Eén van de aanwezigen bleek zelfs zijn huidige vrouw in de Efteling te hebben leren kennen.
Herinneringen veroorzaken doe je door niet uit te gaan van producten, maar van concepten. Je creëert herinneringen door de mix van beleving en het vertellen van verhalen. De attractie Droomvlucht was de eerste attractie waarbij dit gebeurde. De Baron is bijvoorbeeld ook een verhaal over een goudmijn. Deze attractie was ook bedoeld om meer jongeren aan te trekken. Dat is via sociale media en met de ‘Making of…’ goed gelukt.
Het conceptdenken, gericht op het betoveren van gasten, zie je in de kleinste dingen terug. De Efteling kent bijvoorbeeld veel kromme wegen. Want kromme wegen bieden je de gelegenheid om een verrasmoment te kunnen creëren. Honderdduizenden middelen zorgen voor herinneringen. Op de hotelkamer van het Efteling Hotel kun je bijvoorbeeld je schoenen naast de rode schoenen zetten. Maar je mag je kleren niet op de kleerhanger van de keizer hangen.
Een paar jaar geleden heeft De Efteling een nieuwe visie en missie geformuleerd. Men wil in 2020 5 miljoen gasten ontvangen, en een waardering krijgen van een 8. Om dat te kunnen bereiken is de Efteling van een seizoensgericht bedrijf, een internationale bestemming geworden die 365 dagen per jaar open is. Verder wil men een sociaal, Brabants-gezellig bedrijf zijn dat ook commercieel succesvol is. Die twee culturele aspecten veroorzaken wrijving. Maar zonder wrijving geen glans, stelde Frans Goenee.
Een paar jaar geleden realiseerde men zich dat visie en missie vooral bij de 50 managers op het netvlies stonden. De overigen 2450 medewerkers hadden geen idee. Daarom heeft men een inspirerende video laten maken voor medewerkers. Nu kan -als het goed is- elke medewerker deze missie ‘opdreunen’.
Bij de Efteling realiseert men zich dat het bereiken van de missie door middel van conceptdenken staat of valt met de medewerkers. Men heeft medewerkers daarom gevraagd welke bijdrage zij willen leveren aan die missie. Daarbij vraagt men medewerkers meer vanuit de ogen van gasten naar de Efteling te kijken. Dat betekent dat een technicus zich moet realiseren dat gasten belangrijker is dan zijn fiets met gereedschap. Medewerkers moeten elke dag proberen fans te maken. Gastgerichtheid is daarbij essentieel. En spreek elkaar aan op gedrag en houding. Want als je je collega’s geen goedendag zegt, dan doe je dat waarschijnlijk ook niet met je gasten. Vraag je af hoe je betovering kunt realiseren.
“Zet stapjes anders”, adviseerde Goenee. Lever geen pizza bij de deur in Bosrijk af, maar serveer deze bij de mensen uit. Kinderen kleiner dan 1 meter 20 mogen niet in de achtbaan. Die moet je dus op een andere manier verrassen. Deze kinderen krijgen het hesje van de medewerker aan, mogen de beugels dicht doen en op de knop drukken.
Medewerkers krijgen ook veel vrijheid om eigen initiatief te nemen. Bijvoorbeeld om de hoogste stapel pannenkoeken te bakken. En elke dag streeft men naar kleine verbeteringen. Niet aangestuurd door managers, maar door met elkaar te kijken naar deze verbeteringen.
Passie creëren bij medewerkers is daarom van groot belang. Dat doet men via:
- Bottom up aanpak
- Jij zegt, wij luisteren
- Niet kijken maar zien!
- Van Passief naar Pro-actief
- Wie wil je zijn?
Ook hanteert men een vaste set aan ‘werkwaarden’, waarbij de e-factor gastvrijheid het onderscheidend vermogen van de Efteling moet zijn. Een mooi voorbeeld is als je een medewerker bijvoorbeeld de weg naar Roodkapje vraagt. De medewerker maakt daar een verhaaltje van (“en je komt dan ook langs het volk van Laaf, en pas daar op…”).
Verder luistert men heel goed naar gasten. Ze hebben bijvoorbeeld een Raad der Wijzen die uit 15.000 kinderen bestaat.
Ik vond het bijzonder knap hoe de Efteling visie en missie volledig heeft verweven binnen de organisatie. Frans Goenee bracht daarbij storytelling en beleving in de praktijk. Op een gegeven moment vroeg hij wie langer dan 40 jaar niet meer in de Efteling was geweest. Eén persoon gaf toe zelfs meer dan 50 jaar niet meer in dit park geweest te zijn. Hij kreeg prompt vrijkaarten om er met (klein)kinderen naar toe te gaan.
Naar de relevantie van deze bijdrage voor het onderwijs hoef je niet lang te gissen, lijkt me.
Na deze inspirerende sessie ben ik dankzij de Efteling-app naar de Carroussel gesneld. Ik wilde namelijk persé Paulo Moekotte zien. Paulo is eind december gepromoveerd. Ik had daar bij willen zijn, maar was een week te vroeg….Paulo had dus nog een fles wijn van me tegoed.
Paulo was al begonnen aan zijn 12 minuten durende ‘talk. Hij ging daarbij in op de invloed van sociale media op het sociale domein en op het economische domein. Laagopgeleide jongeren onderkennen de mogelijkheden van sociale media voor het versterken van sociale en economische participatie onvoldoende en gebruiken deze technologieën ook onvoldoende om te netwerken. Dit leidt volgens hem tot een toenemende ongelijkheid ten opzichte van andere jongeren (digitale kloof in participatie en kansen-structuur). Smart en connected zijn met mede-burgers en collega’s zou daarom een belangrijk leerdoel binnen het MBO moeten zijn, meent Paulo terecht. Zie ook mijn bericht over zijn proefschrift.
Na Paulo mocht Michael van de Wetering van Kennisnet een korte inleiding houden. Hij ging onder meer in op het feit dat een gebrekkig werkende infrastructuur docenten nog steeds belemmert in het gebruik van ICT in hun onderwijs. Daarnaast spreken we vaak onvoldoende over waarom ICT binnen het onderwijs gebruikt zou moeten worden, en op welke manier je kunt werken aan doelen die je dankzij ICT met kunt bereiken (bijvoorbeeld beter inspelen op verschillen tussen lerenden).
Michael stelde ook dat de organisatie vaak andere redenen hebben om ICT te gebruiken dan docenten. Docenten kijken snel naar wat ICT hen oplevert. Daarbij maken ze keuzes die strijdig kunnen zijn met het belang van de organisatie. Denk aan het gemakkelijk kunnen delen van documenten via DropBox, terwijl de organisatie verantwoordelijk is voor de veiligheid van data.
Volgens Michael zou daar binnen onderwijsinstellingen het gesprek over gevoerd moeten worden (wat hebben WE nodig? vs wat levert het MIJ op?).
Daarna moest ik naar een werkafspraak. Al met al kijk ik met genoegen terug op deze conferentie. Volgend jaar vindt de ICT en onderwijsconferentie van het CvI plaats in Friesland. Ik ben er weer bij.
En nee: ik heb me deze dagen niet laten betoveren door sprookjes of attracties.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie