Impressie dag 4: Online Educa met onder meer een bijdrage van de EU-Commissaris voor innovatie en onderwijs #oeb20

Normaliter vindt op de donderdag de officiële opening plaats van de Online Educa. Wij zijn nu echter al op dag vier van de online editie beland. Hieronder vind je weer een impressie van deze dag. Ik heb o.a. sessies bijgewoond over virtual reality en design thinking ten behoeve van learning design.

De dag begon voor mij echter met de plenaire opening door EU Commissaris voor o.a. innovatie, onderzoek, onderwijs en jeugd, Maryia Gabriel. Harold Elletson, die haar introduceerde, schetste de zeer uitgebreide scope en het belang van haar portefeuille. Haar sessie begon wat later omdat een overleg met de voorzitter van de Europese Commissie was uitgelopen.

Maryia Gabriel schetste onder meer het belang van het delen van ervaringen rond onderwijs (tijdens COVID-19), tijdens conferenties zoals de OEB. In haar bijdrage schetste zij belangrijke tekortkomingen op het terrein van haar portefeuille. Zo beschikken veel mensen in de EU niet over voldoende basisvaardigheden en digitale vaardigheden. De toegankelijkheid van onderwijs en de digitale infrastructuur moet echt worden verbeterd, vooral voor specifieke doelgroepen zoals vrouwen. Er zal ook meer werk gemaakt moeten worden van een leven lang leren.

Tegelijkertijd schetste Gabriel enorme ambities om wat aan deze tekortkomingen te doen. Onderwijs, innovatie en digitalisering zijn van fundamenteel belang voor de economische ontwikkeling van de EU en voor problemen zoals klimaatverandering. Deze EU Commissaris heeft niet alleen grootse plannen, maar ook acties en budget om hier wat aan te doen. Dat blijkt uit het Digital Education Action Plan (2021-2027) met twee prioriteiten:

  1. Bevordering van de ontwikkeling van een hoogwaardig digitaal onderwijsecosysteem
  2. Versterking van de digitale vaardigheden en competenties voor de digitale transformatie

Drie opvallende elementen zijn dan:

  • Het creëren van een nieuwe Europese digitale onderwijshub ten behoeve van de koppeling van nationale en regionale initiatieven en actoren op het gebied van digitaal onderwijs.
  • Ondersteuning van sectoroverschrijdende samenwerking en nieuwe modellen voor de uitwisseling van digitale leerinhoud, waarbij kwesties als gemeenschappelijke normen, interoperabiliteit, toegankelijkheid en kwaliteitsborging aan de orde komen.
  • Een Europees kader voor digitale onderwijsinhoud ontwikkelen dat voortbouwt op de Europese culturele en creatieve diversiteit en een haalbaarheidsstudie starten naar een mogelijk Europees uitwisselingsplatform om gecertificeerde online hulpbronnen te delen en verbinding te maken met bestaande onderwijsplatforms.

Verder sprak zijn over een digital communication plan dat de toegankelijkheid van digitale technologie wil verbeteren (robuust, veilig, gebruikersvriendelijk) en dat wil investeren in de ontwikkeling van digitale bekwaamheden.

Zij stelde ook dat wij allemaal verantwoordelijk zijn voor de implementatie van al die plannen.

Ik hoop ook dat Maryia Gabriel en haar medewerkers voldoende oog hebben voor bestaande initiatieven op dit terrein en op reeds uitgevoerde projecten. Wat kunnen we daar van leren?

Remote Learning in Practice – What it Really Looks Like?

Door middel van een 15 minuten durende videopresentatie vertelde Neelam Parmar dat in het voorjaar ook haar school moest sluiten als gevolg van COVID-19. Zij stelde dat er scholen waren zonder technologie (die gebruik maken van BBC Radio) of met weinig technologie. Deze laatste scholen verstrekten bijvoorbeeld apparaten aan leerlingen die niet over technologie moesten beschikken. Scholen die geen of weinig gebruik maakten van technologie hadden het moeilijk om de stap te zetten naar online leren.

Technologie is niet meer ‘nice to have’, maar noodzakelijk. Scholen hebben daarom een digitale strategie nodig die voorziet in online leerplatforms met ingebouwde workflow, apparaten waarmee lerenden online kunnen leren, ervaren docenten (die o.a. de valkuilen kennen van simultaan onderwijs), digitaal vaardige leerlingen en een passend curriculum. Vooral praktijkvakken waren complex online vorm te geven. Verder belangrijk: aandacht voor digitaal welzijn en gemeenschapsvorm online. Zij noemde een voorbeeld van een eenvoudige tool waarmee je check-ins kunt doen (de naam heb ik gemist). Andere tips die zij via de chat gaf:

  • Pas het rooster aan bij online leren. Las langere pauzes in tussen de lessen. Bevorder dat leerlingen langere pauzes nemen.
  • Organiseer online digitale wedstrijden tussen scholen met behulp van de Strava App, waarbij scholen/studenten/ouders/grootouders betrokken werden bij het proberen te winnen van wedstrijden op basis van wie het meest kon lopen/lopen/oefenen op een bepaalde dag. Dit hielp ook de digitale gemeenschapsgeest te creëren.

Leerlingen moeten wel vanuit thuis toegang hebben tot stabiel internet. Parmar pleitte ook voor een mix van asynchroon en synchroon online leren. Gebruik live online learning o.a. voor 1 op 1 communicatie en feedback.

Parmar gaf ook aan dat men in september ‘learning gaps’ ontdekte. Sluit daarom aan bij datgene wat lerenden weten. En dus niet wat het programma je vertelt te doen. Besteed ook aandacht aan ondersteunen van ouders/verzorgers die lerenden thuis moeten begeleiden. Zij gaf ook een voorbeeld van een typische leerervaring:

learning experience

“Six Steps” Model Design for High-quality Online Learning Experiences, Looking at Student Success

Ana Elena Schaik van de TU in Dublin presenteerde een ontwerpmodel voor online leren dat ook de kwaliteit van het onderwijs en student succes moet bevorderen. Het bevorderen van betrokken en actief leren is daarbij belangrijk. Evidence-based is ook een sleutelbegrip.

  1. Activeren van voorkennis. Wat weten lerenden al? Zelfreflectie is belangrijk en moet worden bevorderd. Learning analytics speelt daarbij een belangrijke rol.
  2. Transformeren van de cognitieve structuur. Beseffen dat nieuwe kennis noodzakelijk is. Dit is belangrijk voor de motivatie.
  3. Nieuwe informatie wordt bestudeerd, verwerkt aan de hand van meerdere media. De nieuwe informatie wordt verbonden met de voorkennis. Lerenden onderzoeken bewijs voor deze nieuwe kennis.
  4. Oefenen en communiceren helpen betekenis geven aan nieuwe kennis. Reflectie is hier ook weer belangrijk. Evenals interactie.
  5. Beoordelen. Wat was het startpunt en waar staat men nu, in relatie tot leeruitkomsten? Wat voor bewijs heb ik dat ik voldoende geleerd heb?
  6. Metacognitie proces. Je kijkt terug naar het leerproces.

Je moet zeker weten dat er geleerd wordt. Daarvoor gebruikt men learning analytics.

The Need to Think the Unthinkable

In deze keynote door Nik Gowing stond omgaan met het ondenkbare centraal. Hij stelde dat het onverwachte en ondenkbare nog lang niet voorbij is. De acute uitdagingen die de COVID-19-pandemie bijvoorbeeld met zich meebrengt, zullen zich door de klimaatcrisis nog verder vermenigvuldigen. Mensen zijn niet voorbereid op het ondenkbare, als gevolg van globale issues.

Gowing schetste heel veel ondenkbare issues, die voorzien zijn of waren, maar waar we ons niet op voorbereiden of hebben voorbereid: Brexit, Trump’s verkiezing, COVID-19, terrorisme, klimaatverandering…..

Business schools passen hun programma’s bijvoorbeeld niet aan, op basis van mogelijke internationale crises. Zij helpen organisaties niet om na te denken en te anticiperen op dergelijke crises.

Hoe kunnen we leren om het ondenkbare te erkennen en ons erop voor te bereiden?
Wat hebben we allemaal nodig om ons aan te passen, te overleven en vervolgens te gedijen?

De OEB zou een community moeten zijn waarin kennis en ervaringen met betrekking tot omgaan met het ondenkbare met elkaar gedeeld worden.

De schaal van uitdagingen is volgens Gowing te vergelijken met ‘oorlogstijd’.

De economische groei krimpt. In de UK bijvoorbeeld met 11%. We hebben dus minder mogelijkheden om te investeren in aanpassingen.

Tegelijkertijd signaleert hij ook veel creativiteit en wendbaarheid. Zie het onderwijs in tijden van corona.

Conformiteit is volgens hem een belemmering om op een goede manier om te gaan met het ondenkbare en onhaalbare. Je hebt dus op alle niveaus van de organisatie het vermogen nodig om te experimenteren, om durf te tonen.

We moeten volgens Gowing een ‘bunker-mentaliteit’ voorkomen. We hebben een nieuwe mentaliteit van bescheidenheid nodig, motivatie, dapperheid. Doe niet alsof je als leidinggevende alles zelf weet.

Mensen praten over bescheidenheid als zij bijvoorbeeld geen minister zijn. Zij realiseren zich te laat dat zij als leiders bescheiden hadden moeten zijn, meer hadden moeten luisteren naar mensen die wellicht betere ideeën hebben. Leiding geven is het beste uit mensen halen. Betrek bijvoorbeeld studenten meer bij het onderwijs.

Werk meer in teams. Problemen zijn te complex om in je eentje aan te pakken.
Laat lerenden daarom ook nadenken over het ondenkbare. Bijvoorbeeld via een Mooishot-project. En gooi de ramen open. Betrek buitenstaanders bij onderwijsprojecten.

Een crisis is volgens Gowin echter ook een kans voor een cultuurverandering. ‘Climate emergency’ zal een enorme impact op onze leefstijl hebben. We moeten over dat soort zaken nadenken. Deze punten komen sneller op ons af dan je denkt.

Er is ook een lijn tussen het ondenkbare en angst. COVID-19 was angstaanjagend. Daarom wilden veel beleidsmakers er niet over nadenken. Dat zijn intellectuele fouten.

We hebben volgens Gowin te maken met existentiële bedreigingen. Na 75 jaar van redelijke stabiliteit gaan we een ‘war time’ in met veel uitdagingen. Daar moet je niet bang voor zijn. Maar pragmatisch oplossingen zoeken. Kijk naar de scope van 20-30 maanden.

Lessons Learnt from Training in Virtual and Augmented Reality

Carl Boel ging in een korte presentatie in op belangrijke principes bij virtual reality. Evidence-informed beslissingen zorgen volgens hem voor een effectief ontwerp van VR. Wat zijn belangrijke principes daarbij?

  • Wat moet een lerende leren? Wat doet een expert? Ontwerp dus van achteruit.
  • Welke data en betrouwbare data heb je nodig om te kijken of lerenden leerdoelen hebben bereikt? Hoe sla je deze data ook op?
  • Hoe ga je VR implementeren binnen je cursus? Deze beslissingen zijn van invloed op je ontwerp. Gebruik ook een train-de trainer programma.
  • Niet iedereen is even vertrouwd met VR als jij. Benader het als een verandering. Begin met entertaiment en co-creatie.
  • Vraag je af hoe VR waarde kan toevoegen? Voorkom substitutie. Daar is VR ook te duur voor.
  • Wie gaat gebruik maken van de VR-training? Geef verschillende instructies, maak verschillende leerpaden. Ontwikkel modulair op basis waarvan je meerdere leerpaden kunt ontwerpen.
  • Schennk veel aandacht aan de interface. Die is vaak te complex. Daardoor moeten lerenden over te veel zaken nadenken. Bijvoorbeeld over waar zij controllers kunnen vinden. Laat controllers altijd zien.
  • Geef de trainee ondersteuning en begeleiding. Ze raken snel overdonderd.
  • Geef nuttige, doelgerichte feedback. Daar leert men van. Anders is het gewoon een spel. Instructies moeten kort en actiegericht zijn.
  • Volg de principes van verstandig instructional design (zoals de principes van Mayer).
  • Kies een learner-centred benadering. Focus niet te veel op het immersieve karakter.

Innovating Learning Experience Design for All through Co-Creation and Design Thinking

In deze online workshop, die weer in Whereby plaatsvond, wilden Emilie Dewitte en Irene Conversano van Butterfly Works de aanwezigen laten ervaren hoe het co-creëren van leermiddelen en leerervaringen op een leuke en boeiende manier kan gebeuren, waarbij wordt voortgebouwd op de creativiteit van het team met behulp van een aantal activiteiten rond design thinking.

Eerst volgende een introductie van Butterfly Works dat zich met design thinking bezighoudt. Design thinking kan gebruikt worden om complexe problemen op te lossen, met betrokkenheid van de mensen die problemen ervaren. Dan kun je namelijk jouw aannames controleren, prototypes ontwikkelen en eigenaarschap bevorderen. Je creëert vertrouwen en je sluit aan op behoeften.

Hun design thinking-methode bestaat uit de volgende stappen:

  1. Setting the scene. Probleem begrijpen. De context snappen. Gezamenlijk beeld creëren.
  2. Onderzoek. Behoeften en ervaringen in kaart brengen.
  3. Ideation. Ideeën bedenken voor mogelijke oplossingen. Buiten bestaande kaders denken. Ideeën selecteren die kansrijk zijn.
  4. Create & Test loop. Ideeën tastbaar maken en uitproberen. Er wordt geen definitieve oplossing gemaakt.
  5. Ingebruikname. Succes vieren.

Ik vraag me hierbij wel af in hoeverre je niet te veel in prototypes blijft ‘hangen’, en niet tot echte oplossingen komt.

We hebben Miro gebruikt om een uitdaging te selecteren.

Uitdaging

Vervolgens gingen we in subgroepen, in aparte Whereby-omgevingen, werken met de Lottery game tool om ideeën te genereren rond belanghebbenden, locaties en activiteiten.

Miro uitkomsten

Daarna zijn we overgegaan op de volgende fase.

Combineer in drie ronden stakeholders, locaties en activiteiten. Laat je inspireren door bijdragen van anderen. Bouw er op voort. Bedenk daarmee aanpakken.

Tips:

Tips design thinking

De organisatoren maakten gebruik van interactieve aanpak. Dat was mooi. Het proces was wel wennen. Veel mensen die tegelijkertijd werken in Miro. Mensen die Miro niet kennen. Waar zitten we in Miro? De combinatie en het wisselen tussen verschillende applicaties was wel een uitdaging….
Je hebt hier ook een wat kleinere groep voor nodig dan 25 mensen, en meer tijd, om e.e.a. uit te werken. Maar de aanpak werd wel duidelijk.

Teaching through the Screen and the Necessity of Imagination Literacy

De verbeeldingskracht is volgens Sean Michael Morris, die zich laat inspireren door het werk van Paolo Freire, een vorm van kritische geletterdheid en een actief middel in ons antwoord op keerpunten en uitdagende situaties. Tijdens deze sessie wilde Sean volgens de beschrijving op de congreswebsite onderzoeken hoe een pedagogie van de verbeeldingskracht het werk van het onderwijs in deze cruciale tijd heeft ondersteund en kan blijven ondersteunen.

Hij begon met een anekdote over een adjunct-directeur waar hij zijn onderwijsloopbaan aan heeft te danken. In het voortgezet onderwijs had hij geen binding met mede-klasgenoten, de nodige privéproblemen en zag hij geen doel in onderwijs. Tot dat de adjunct-directeur regels aanpaste om Sean binnen boord te houden en leren weer betekenis gaf.

Sean hield een uitgebreid pleidooi om de mens centraal te stellen binnen het onderwijs. Het gaat om de mens achter de technologie, de mens achter de bureaucratie van het onderwijs. Het gaat om rechtvaardigheid en creativiteit. Regels zijn vaak niet uitvoerbaar. Zij belemmeren dan de ontwikkeling van de lerende. Wat is echter belangrijker?

Toen we half maart massaal online gingen leren, was een voorname zorg dat lerenden fraude gingen plegen en dat de academische integriteit zou worden aangetast. We moeten volgens Sean echter beginnen met studenten vertrouwen.

Mensen leren ook niet online. Ze leren op fysieke plaatsen zoals de bus, de keuken. Menselijk intellect en nieuwsgierigheid blijven bestaan, ook als het scherm op zwart gaat.

Via data weten we heel veel over online gedrag van lerenden. Data moeten ons overtuigen van bijvoorbeeld studiegedrag. Maar het gaat wel ten koste van verbeeldingskracht omdat we geen vragen meer gaan stellen. Blijf zoeken naar ‘the otherwise’.

Wat gebeurt er met doceren en leren als we opeens digitaal gaan? Daar moet professionalisering over gaan. We hebben veel meer discussies daarover nodig. Realiseer je bijvoorbeeld dat je ook bij online leren onderwijs verzorgd aan mensen die zich in een bepaalde ruimte zitten. Maar gebruik van die ruimte. Laat mensen offline dingen doen.

Sean pleit voor een heel ander onderwijs, waarbij het onderwijssysteem ten dienste staat van de ontwikkeling van de lerende. Hij onderstreepte dat hij eigenlijk voorstander is van heel ander onderwijs. Van andere leerdoelen, van het bevorderen van ontwikkeling in plaats van beoordelen en van andere type leeractiviteiten. Hij maakt zelf ook geen gebruik van beoordelingen. Hij pleit voor een radicaal andere benadering van onderwijs, waarbinnen lerenden een zeer actieve rol spelen (ook bij het ontwerp). Cijfers worden volgens hem vooral gebruikt voor competitie tussen scholen en om ouders gerust te stellen.

Sean Morris gaf niet veel antwoorden, maar liet ons vooral nadenken over de essentie van het onderwijs. Of dat nu face-to-face, blended of digitaal wordt verzorgd.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *