Verleden week is het eerste magazine van het Nationale OnderwijsLab AI (NOLAI) over AI in onderwijs verschenen. In dit referentiekader van bijna honderd pagina’s blikt NOLAI terug op wat zij het afgelopen jaar hebben gedaan en bereikt hebben.
Het Nationaal Onderwijslab AI (NOLAI) heeft als doel om de kansen die AI biedt voor het Nederlandse basis-, voortgezet en speciaal onderwijs ten volste te benutten. Het leren van de lerende en het lesgeven van de docent vormen daarbij de uitgangspunten met als hamvragen:
- Wat weten we?
- Wat kunnen we?
- Wat willen we?
Na het voorwoord gaan de auteurs in het eerste hoofdstuk in op wat NOLAI is en wat slimme technologie is. Co-creatie met scholen, wetenschappers en bedrijven zijn een belangrijk vertrekpunt voor NOLAI. Slimme technologie is dan technologie die gebruik maakt van een bepaalde vorm van AI. In hoofdstuk twee gaan de samenstellers in op het belang van een gedeelde taal over AI in het onderwijs, die helpt bij het gesprek tussen onderwijs, wetenschap en bedrijfsleven. In dit hoofdstuk lees je hoe de slimme technologie werkt en handelt, en wie controle heeft. Dit laatste beschrijft men aan de hand van zes niveaus van automatisering. Dit komt later terug in beschrijvingen van toepassingen.
In hoofdstuk drie vatten diverse auteurs de huidige kennis ten aanzien van AI in het onderwijs samen. Dat gebeurt aan de hand van vijf focusgebieden:
1. Pedagogiek & didactiek
Uit onderzoek blijkt dat de meeste AI-toepassingen gericht zijn op het ondersteunen van lerenden, vooral bij gepersonaliseerd leren. Er liggen nog kansen om naast kennis ook motivatie, emotie en zelfregulatie te integreren. Een belangrijke uitdaging is om AI-toepassingen meer te baseren op bestaande leertheorieën – dit gebeurt nu slechts in de helft van de onderzoeken.
2. Opleiden & professionaliseren
Er zijn mogelijkheden om het lesgeven van docenten te ondersteunen met AI, bijvoorbeeld door meer inzicht te geven in het leerproces van lerenden. De verbinding tussen lesgeven en AI kan echter nog sterker worden gelegd. Naar aanleiding van de voorlopige resultaten stellen de auteurs van dit onderdeel dat AI veel potentie heeft voor het opleiden en professionaliseren van docenten. Zij benadrukken het belag van betrokkenheid van docenten bij dit proces, zodat het uiteindelijke doel geborgd blijft en slimme technologie een aanvulling is op het kennen en kunnen van docenten.
3. AI-technologie
In het onderzoek naar AI in onderwijs wordt steeds vaker een combinatie van verschillende databronnen gebruikt, zoals gedragsdata (logbestanden) en contextuele data (audio en video). De meest gebruikte vorm van AI is datagedreven, met name ‘supervised learning’. In het basisonderwijs ligt de nadruk op gepersonaliseerd leren met adaptieve leermiddelen, terwijl in het voortgezet onderwijs meer wordt gewerkt aan systemen die onderwijsprestaties voorspellen.
4. Ethiek
Uit bestudering van bestaande richtlijnen blijkt het belang van een mensgerichte benadering van AI in het onderwijs. AI moet nadrukkelijk dienen als ondersteuning van het leren en lesgeven, niet als vervanging. Er is volgens de auteurs meer aandacht nodig voor het maken van weloverwogen beslissingen die onze waarden weerspiegelen.
5. Duurzame data
De auteurs van dit onderdeel gaan in op een nieuwe werkwijze om privacy, security en duurzaamheid op een eenvoudige manier samen te brengen voor het onderwijsveld. Dit moet helpen om tijdens het ontwerpproces van AI-toepassingen goed doordachte keuzes te maken over datagebruik.
Hoofdstuk vier beschrijft samenwerking tussen onderwijs, wetenschap en bedrijfsleven. NOLAI heeft gesprekken gevoerd met docenten en schoolleiders om te inventariseren welke vragen er leven in het onderwijs. Hieruit kwamen drie hoofdthema’s naar voren:
1. Meer inzicht in het leren van de lerende door het combineren van beschikbare data
2. Aandacht voor gelijke kansen voor lerenden
3. Ondersteuning bij het gebruik van AI-tutors (zoals ChatGPT)
Op basis hiervan zijn tien co-creatieprojecten gestart waarin scholen, wetenschappers en bedrijven samenwerken aan AI-toepassingen. Deze projecten richten zich onder andere op:
– Het combineren en inzichtelijk maken van data.
– Ondersteuning bij professionalisering van docenten.
– Verbeteren van technisch lezen, woordenschat en zelfregulatie.
– Adaptief leren en toetsen van kennis.
– Efficiënter omgaan met vragen van lerenden.
– Persoonlijke leerpaden in informatica.
– Verantwoord gebruik van generatieve AI (zoals ChatGPT).
Vervolgens beschrijft het rapport tien veelgebruikte AI-toepassingen die In het Nederlandse basis- en voortgezet onderwijs al worden gebruikt. De belangrijkste bevindingen:
– Het gaat vooral om adaptieve leermiddelen en intelligente tutorsystemen.
– De meeste systemen gebruiken antwoorden van lerenden als data, soms aangevuld met reactietijd.
– De focus ligt op het interpreteren van kennis op leerdoelniveau.
– Ze worden vooral ingezet voor rekenen en taal.
– Bijna alle systemen combineren een informerende functie (inzicht voor docenten via dashboards) met een handelende functie (directe feedback en selectie van nieuwe opgaven).
– Er is meestal sprake van gedeelde of conditionele automatisering, waarbij de AI beperkte taken overneemt maar de docent de controle houdt.
NOLAI concludeert dat er al veel kennis en ervaring is op het gebied van AI in het Nederlandse onderwijs, maar dat er ook nog belangrijke uitdagingen liggen:
1. AI-toepassingen moeten beter worden gebaseerd op bestaande leertheorieën en opvattingen over goed onderwijs.
2. Er is meer aandacht nodig voor de ethische aspecten en het maken van weloverwogen keuzes.
3. De nieuwe werkwijze voor duurzaam datagebruik moet consequent worden toegepast.
4. De vertaalslag van onderzoek naar de praktijk blijft een uitdaging.
Door de krachten te bundelen van onderwijs, wetenschap en bedrijfsleven wil NOLAI bijdragen aan een verantwoorde inzet van AI in het onderwijs. Hierbij staat de vraag vanuit het onderwijs centraal. De komende jaren zal worden gewerkt aan:
– Verdieping en verbreding van bestaande AI-toepassingen.
– Ontwikkeling van nieuwe toepassingen die aansluiten bij de grote vraagstukken in het onderwijs.
– Betere integratie van aspecten als motivatie, emotie en zelfregulatie.
– Meer ondersteuning voor docenten bij het gebruik van AI in hun lespraktijk.
– Versterking van de ethische en duurzame aspecten van AI in onderwijs.
Dit is een interessante publicatie, die ook nog eens fraai is opgemaakt. Hoewel NOLAI zich richt op PO, VO en SO, zijn veel bevindingen m.i. ook van toepassing op andere onderwijssoorten en L&D (ook al zijn beschreven toepassingen wel vaak specifiek bedoeld voor PO, VO en SO).
Mijn bronnen over (generatieve) artificiële intelligentie
Deze pagina bevat al mijn bijdragen over (generatieve) artificiële intelligentie, zoals ChatGPT.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie