Hebben we altijd fysiek contact nodig voor waardevolle sociale interacties, en daarmee ook voor leren? Deze vraag houdt mij al lange tijd bezig. Volgens mij beïnvloedt een aantal factoren het antwoord op deze vraag.
Volgens Michael Moore is sprake van psychologische of communicatieve ruimte die de docent van lerenden scheidt in de onderlinge transactie, die plaatsvindt in de gestructureerde of geplande leersituatie. Deze ’transactional distance’ wordt echter niet alleen beïnvloed door de fysieke afstand waar we bij online leren en werken mee te maken hebben. Dat betekent dat ook bij online leren er sprake kan zijn van een geringe ’transactional distance’, namelijk als sprake is van veel online dialogen, als lerenden hun leren goed kunnen reguleren en als lerenden binnen een online cursus meer eigen inbreng hebben.
De afgelopen tijd hoor ik echter menigeen verzuchten dat het heerlijk is om elkaar weer eens fysiek te ontmoeten, nadat we lange tijd elkaar in verband met de coronacrisis alleen online hebben gesproken.
Veel mensen stellen dat online ontmoetingen geen ‘echte ontmoetingen’ zijn. Mensen zijn sociale wezens en hebben fysiek contact nodig. Dat wordt althans aangenomen. Volgens mij hangt het echter af van een aantal factoren of je fysiek bij elkaar moet zijn, om ‘echt’ met elkaar te communiceren.
De aard van de ontmoeting
Mensen communiceren niet alleen met woord, stem en gebaar. Maar ook non-verbaal. Online is het veel lastiger om die non-verbale aanwijzingen te signaleren, en er wat mee te doen. Met name in ‘gevoelige gesprekken’, zoals slecht nieuws-gesprekken, speelt het non-verbale een belangrijke rol. Ook wil je in bepaalde situaties bijvoorbeeld als docent eens een arm om een schouder van een lerende slaan (ook al is dat nu eigenlijk niet toegestaan).
Daarnaast is het heel lastig om elkaar online spontaan te ontmoeten. Terwijl spontane ontmoetingen ook zeer functioneel zijn. Dit speelt bijvoorbeeld bij conferenties een rol, maar ook op werk en school. Uiteraard kun je bepaalde activiteiten niet of heel lastig online uitvoeren. Denk bijvoorbeeld aan praktijklessen.
Tenslotte is de beleving van fysieke bijeenkomsten volstrekt anders dan online bijeenkomsten. Denk aan een etentje in een restaurant, een ontmoeting in een kroeg, een muziekfestival of een bioscoopfilm. Bij bevlogen sprekers kun je dat ook hebben, en bij gesprekken die zeer afwisselend verlopen en waarbij mensen niet geneigd zijn het woord te vragen (maar het woord nemen). Dergelijke belevingen zijn online eigenlijk niet na te bootsen. Vertraging ‘op de lijn’ werkt verstorend bij dynamisch verlopende gesprekken.
Echter, niet in elke overleg- en leersituatie spelen non-verbale aanwijzingen, praktijkhandelingen, online ontmoeten en beleving een belangrijke rol. In die gevallen kun je net zo goed ‘echt’ online met elkaar interacteren. Non-verbale uitingen kunnen ook afleiden en spontane ontmoetingen kunnen ook afleidend werken.
De structuur van de ontmoeting
“Ik ben eerder geneigd om mijn mond te houden tijdens een online lessituatie”. “Ik mis de social talk bij online overleg”. We zijn inderdaad geneigd om online eerder to the point te komen. Verder wordt het veel meer een Babylonische spraakverwarring als we online door elkaar praten.
Je kunt dit echter wel voorkomen door ontmoetingen anders te organiseren. Dus door expliciet tijd te nemen voor niet-taakgebonden interactie. Of door elke deelnemer aan een overleg bepaalde spreektijd te geven. Je kunt werken met een moderator en met tools die het makkelijk maken mensen ad random aan het woord te laten.
Werken met een beeldscherm
Werken met een beeldscherm is vermoeiend. Er zijn niet voor niets ARBO-normen voor het werken met een beeldscherm. Regelmatig pauzeren, geen lange sessies en niet te veel sessies achter elkaar plannen scheelt al veel.
Vrijwillig of verplicht
Het is nooit plezierig als je verplicht wordt om online te leren of te werken. Dat tast je autonomie aan en is niet bevorderlijk voor de motivatie. Als je de keuze hebt om online te leren of te werken, dan wordt het een ander verhaal. Vooral als je dan de voordelen van online interactie aan den lijve ervaart. Je kunt gemakkelijker meerdere afspraken ‘door het land’ heen plannen. Je hoeft niet meer in de file te staan, en je kunt werk en privé beter combineren (als je in staat bent deze te scheiden).
Attitude, voorkeur, bekwaamheden
Niet iedereen interacteert graag via een computer. Niet iedereen heeft evenveel affiniteit met technologie. Ook omdat we intensief online communiceren pas sinds kort gewend zijn. Het kan best weleens zo zijn dat mensen die niet graag online interacteren, relatief vaak hameren op de aard van de sessies die zich niet leent voor online interactie. Verder is niet iedereen goed in staat om werken en leren zelf goed te reguleren. Al kun je dat laatste wel leren.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Ik denk dat je moet scheiden dat we behoefte hebben aan contact, afwisseling en mensen zien, en anderszijds wat je online kunt leren. De behoefte aan contact is er, maar los daarvan kun je ook online ook transformatief leren. Ik heb een onderzoek gelezen van de WUR door Robbert Hesen met ook deze conclusie, ik denk dat het nog niet gepubliceerd is.
Maar waarom hebben we behoefte aan fysiek contact en mensen zien? Dat vind ik juist interessant. En dat is volgens mij afhankelijk van een aantal factoren.