Er zijn meer dingen dan mensen verbonden met het internet. In de toekomst zal het ‘Internet der Dingen’ steeds belangrijker worden. Welke gevolgen kan dit hebben voor onderwijs en leren?
Deze vraag verkent Mike Loyd in de bijdrage Internet of Learning-Things. Hij stelt dat technologie steeds vaker ingebed en alomtegenwoordig zal zijn. Dus ook binnen kleding en de industrie (3D printen). Gebruikers maken daarbij steeds vaker gebruik van eigen technologie (do it yourselves). Loyd haalt een Britse pilot aan waarin acht scholen de impact van deze ontwikkeling via ervaringen onderzoeken.
Volgens de auteur stelt deze ontwikkeling gebruikers in staat met behulp van technologie te creëren. Dit vraagt wel om begrip over hoe technologie werkt.
Mike Loyd geeft onder meer aan de hand van video’s voorbeelden van het internet der dingen. Vervolgens beschrijft hij waarom het onderwijs zich hiermee bezig moet houden:
- Technologische geletterdheid. We moeten ons steeds beter bewust zijn van de betekenis, de relevantie, de mogelijkheden en risico’s van ICT.
- Sensoren, datalogging en basiselektronica krijgen een steeds grotere invloed op wetenschap, technologie een geografie. Er zijn steeds meer mogelijkheden, zoals goedkope programmeertools, om lerenden te laten programmeren en ontwikkelen. Denk ook aan de drones.
- Leren vindt alomtegenwoordig en binnen contexten plaats (bijvoorbeeld dankzij augmented reality).
- De populariteit van spelend leren neemt toe.
- Leren kan dankzij deze technologieën in toenemende mate gepersonaliseerd worden. Data, afkomstig uit meerdere apparaten wordt verzameld, geïnterpreteerd en gebruikt.
- Biometrische systemen stellen je in staat overal examen te doen.
Loyd besteedt verder aandacht aan de architectuur (bepaalde standaardisatie is noodzakelijk). Daarnaast werkt hij een scenario beknopt uit (hoe een student op afstand een examen maakt). Tenslotte behandelt hij enkele uitdagingen. Een volgende generatie didactiek is bijvoorbeeld nodig (balans tussen verkennen en instrueren). Ook is nog steeds sprake van een mondiale ongelijke toegang tot technologie. Loyd concludeert:
An Internet of Learning-Things may be a long way off for some. However, in the same way that online content is beginning to be a disruptive force in formal schooling in some parts of the world, a new era of ultra-low cost and increasingly connected devices, sensors, displays, security and control technologies, is surely going to accelerate change in a very positive direction.
Er wordt al enkele jaren gesproken en geschreven over het internet der dingen. Er bestaan al lange tijd ‘slimme’ voorwerpen, zoals koelkasten die registeren als bepaalde voorraden opraken. Tot nu toe waren dergelijke technologieën minder toegankelijk. Dat gaat -net als met het internet zelf- veranderen. Deze ontwikkeling zal volgens mij vooral een impuls geven aan alomtegenwoordig en ‘context aware’ leren.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie