Ik ben gisteren tijdens de Onderwijsdagen 2009 per ongeluk verzeild geraakt bij een sessie over het elektronisch leerdossier (ELD). Het ELD is bedoeld om relevante informatie over leerlingen (zoals de studieresultaten) over te dragen van de ene school naar het vervolgonderwijs. Projectleider Gerard van der Hoorn lichtte de stand van zaken toe.
Bij de start vroeg hij naar onze opvattingen over het ELD. Ik vertelde dat ik de indruk had dat het ELD in de fase van desillusie zat van Gartner's hypecycle van emerging technologies. En eerlijk gezegd vind ik dat op basis van Gerard's presentatie nog steeds.
Het ELD is enkele jaren geleden namelijk gestart met een hoog ambitieniveau. Men wilde het volledige onderwijs omvatten, maar op dit moment blijkt het ELD vooralsnog een aangelegenheid van het primair onderwijs en voortgezet onderwijs. Bij mij bestond ook de indruk dat het ELD wettelijk verplicht zou worden. Dat is echter niet het geval. Ik vrees dat dit het animo om te participeren niet ten goede zal komen.
Bovendien bespeur ik binnen onze samenleving ook een grote aversie tegen het centraal opslaan van data over personen. Het ELD zal hier -vrees ik- ook last van krijgen, al is de aanpak niet te vergelijken met een elektronisch patiëntendossier.
Is dan niets bereikt? Zeker wel. Vooral als je ook rekening houdt met de hoge mate van complexiteit (diversiteit aan ketenpartners, diversiteit aan wensen en eisen, diverse semantieken, bereidheid van leveranciers van leerlingvolgsystemen om in onzekere tijden te investeren in deze ontwikkeling).
Op dia 17 en verder lees je de resultaten tot dus ver.
212 Standaard En Postkantoor Om Leren Door Te Geven, Van der Hoorn, Verheijen, Van Rooijen
View more presentations from SURFfoundation.
Ik denk dat het ELD in potentie een goede bijdrage kan leveren aan een betere overdracht van gegevens van leerlingen. Ik vind het positief dat data slechts tijdelijk worden opgeslagen in een ELD-postkantoor, dat scholen verplicht worden om gegevens hier ook weer te verwijderen en dat ouders kunnen bepalen welke informatie over hun kind wordt doorgegeven (ik kan me wel voorstellen dat dit leidt tot ondersteuningsvragen van ouders). Verder denk ik dat de meer geleidelijke uitrol positief kan werken.
Het is echter ook een ingewikkeld verhaal, waarvan het de vraag is of alle betrokkenen nu al een voldoende gevoel van noodzaak ervaren. Alleen al de afstemming van de terminologie zal veel inspanningen vergen. Bovendien zullen organisaties hun eigen administratie goed in orde moeten hebben, wil de de overdracht soepel verlopen.
Ik vond het plezierig om in drie kwartier te worden bijgepraat. Maar ik heb ook de conclusie getrokken dat ik dit onderwerp voorlopig op mijn regionaal opleidingencentrum niet zal aankaarten.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
“Ik vertelde dat ik de indruk had dat het ELD in de fase van desillusie zat van Gartner’s hypecycle van emerging technologies.”
Is “Ik had de indruk dat het project te maken had met desillusie” niet een wat minder pompeuze uitspraak?
@Arno: je realiseert je dat je refereert aan een blog post van een jaar geleden? Ach, je kunt die uitspraak minder pompeus vinden. Maar ik sta er nog steeds achter.