Iedereen aan boord, navigeren naar digitale transformatie (MBO Digitaal Conferentie)

Gisteren heb ik dag 2 van de 51ste MBO Digitaal Conferentie bijgewoond. Deze blogpost is mijn impressie van deze altijd boeiende conferentie. Ik heb een keynote en vier workshops bijgewoond.

MBO op een voetstuk
Screenshot

Karim Amghar mocht de openingskeynote verzorgen. Hij is schrijver, programmamaker en docent in het Nederlandse middelbaar beroepsonderwijs (mbo). Karim is gespecialiseerd in thema’s als kansenongelijkheid, onderwijs, armoede, radicalisering, polarisatie, racisme & discriminatie, diversiteit & inclusie, straatcultuur, sexting & grooming en het bespreekbaar maken van moeilijke onderwerpen. Nog steeds is niet iedereen aan boord binnen onze samenleving. In zijn recente boek, ‘Maar dat begrijp jij toch niet’, benadrukt hij de onderwaardering van het mbo en zijn studenten, ondanks hun onmisbare rol in de samenleving. Amghar pleit voor een herwaardering van het mbo, dat hij beschouwt als het ‘Meest Belangrijke Onderwijs’ van Nederland. In zijn keynote besprak hij de hardnekkige vooroordelen over het mbo en illustreerde hij waarom dit het Meest Belangrijke Onderwijs van Nederland is.

Amghar begon zijn betoog met een persoonlijke invalshoek. Voor mensen met een andere culturele achtergrond is het niet vanzelfsprekend dat zij de ongeschreven regels kennen die nodig zijn om in het Nederlandse onderwijssysteem te floreren. Hij illustreerde dit met zijn eigen ervaring: ondanks goede scores op de Citotoets kreeg hij als kind met Marokkaanse achtergrond het advies “mik niet te hoog”. De impliciete boodschap die hij ontving was dat VMBO “minder” zou zijn dan VWO.

Een kernpunt in Amghar’s betoog was het verschil tussen waardering en medelijden. Hij benadrukte dat MBO’ers geen schouderklopjes of medelijden nodig hebben, maar oprechte waardering. Kinderen hebben een scherp gevoel voor de mate waarin hun omgeving hen waardeert, en dit beïnvloedt hun zelfbeeld sterk. In dit kader wees hij op de positieve rol die kunst- en cultuureducatie kan spelen: het helpt jongeren om vanuit verschillende perspectieven te denken en te handelen.

Amghar trok een parallel tussen maatschappelijke codes en digitalisering. Hij verwees naar het concept van ‘prompten’ als een voorbeeld van hoe codes ook in de digitale wereld een sturende rol spelen.

De spreker stond ook stil bij de groeiende kloof tussen MBO en HBO. Deze ongelijkheid uit zich niet alleen in salarisverschillen, maar in brede maatschappelijke waardering. Volgens Amghar is de kansenongelijkheid in de loop der jaren alleen maar toegenomen, waarbij het onderscheid tussen groepen subtieler maar ook dieper geworteld is geraakt door hardnekkige vooroordelen. Hij wees op onderzoek dat aantoont dat het inkomen van ouders een sterkere invloed heeft op schooladviezen dan het daadwerkelijke niveau van kinderen.

Amghar plaatste kritische kanttekeningen bij het Nederlandse onderwijssysteem, dat als enige land ter wereld zeven verschillende onderwijsniveaus kent. Hij stelde dat onderzoek laat zien dat ruim 70% van de VMBO’ers even intelligent is als HAVO-leerlingen, maar dat beeldvorming en stereotypen een grote rol spelen bij de indeling en waardering. Kinderen gaan zich gedragen naar deze stereotypen, wat een zichzelf versterkend effect heeft. Een van de meest indringende uitspraken van Amghar was zijn vergelijking van opleidingsdiscriminatie met “een klap op je hoofd krijgen”. Hij pleitte ervoor dat discriminatie op opleidingsniveau opgenomen zou moeten worden in artikel 1 van de Grondwet. Ter illustratie vroeg hij waarom er verzekeringen en datingsites bestaan die zich specifiek richten op hoger opgeleiden, of waarom studentenhuizen MBO’ers mogen weigeren.

Amghar sloot af met een verwijzing naar het Rosenthal-effect: lage verwachtingen leiden tot lagere prestaties, terwijl hoge verwachtingen betere prestaties stimuleren. Hij stelde de fundamentele vraag waarom we mensen indelen als “doeners” of “denkers”, terwijl je niet kunt doen zonder te denken (hier ben ik het zó mee eens!). Zijn voorstel was om alleen onderscheid te maken tussen wetenschappelijk onderwijs en beroepsonderwijs, zonder verdere niveaus.

Met zijn aanstekelijk enthousiasme en duidelijke passie voor het MBO wist Karim Amghar de toehoorders te boeien. Zijn pleidooi voor een herwaardering van het MBO, dat hij bestempelt als het “Meest Belangrijke Onderwijs” van Nederland, was zowel overtuigend als prikkelend. Door de combinatie van persoonlijke ervaringen, kritische maatschappelijke analyse en concrete voorbeelden stimuleerde hij nadenken. Hij had overigens een dankbaar publiek dat bestond uit professionals die werken in of voor het MBO.

Implementatie onderwijscatalogus SOLL-architectuurplaat

ROC Midden-Nederland heeft een sessie verzorgd over de implementatie van een onderwijscatalogus. De aanleiding hiervoor komt voort uit de behoefte aan flexibel onderwijs, Leven Lang Ontwikkelen (LLO) en passend onderwijs. De uitdaging hierbij is dat het onderwijs organiseerbaar, betaalbaar en studeerbaar moet blijven.

Uitdagingen waren ook:

  • De nieuwe applicatie raakt direct aan de autonomie van het onderwijs. Dit betekent dat het systeem rekening moet houden met de zelfstandigheid van teams en hun beslissingsruimte moet respecteren, terwijl het tegelijkertijd ondersteuning biedt.
  • Er wordt een grote impact verwacht op het huidige applicatie- en informatielandschap en de al bestaande systemen. Dit vraagt om een zorgvuldige transitiestrategie om verstoring te minimaliseren.
  • Afstemming moet plaatsvinden op drie verschillende niveaus: proces (de werkprocessen binnen het onderwijs), informatie (gegevens die worden verzameld en gedeeld) en systemen.
  • De onderwijscatalogus moet functioneren als een effectief bronsysteem voor de ontvangende systemen, zodat alle gegevens vanuit één centrale bron worden gevuld. Dit voorkomt inconsistenties en dubbele invoer.
  • Het behouden van samenhang vanuit de informatiearchitectuur is essentieel om fragmentatie te voorkomen en een geïntegreerde benadering te waarborgen.

Het hoofddoel is om de onderwijscatalogus als bronsysteem te laten fungeren. Deze catalogus vervult drie kernfuncties:

  1. Werkplaats – voor het ontwerpen van onderwijs
  2. Magazijn – voor opslag van onderwijscomponenten
  3. Etalage – voor het inzichtelijk maken van het onderwijsaanbod

De conventies voor deze catalogus zijn ontwikkeld in een apart project.

De onderwijscatalogus heeft een centrale positie in het applicatielandschap. Het systeem geeft diverse gegevens door aan andere systemen:

  • Examengegevens
  • Leermiddelengegevens
  • Cursusgegevens
  • Opleidingsaanbod
  • Financiële gegevens
  • Marketinggegevens
  • Planningsgegevens

De implementatie verloopt in meerdere fasen:

  1. Eerste fase: onderwijsbeheer en curriculumontwerp
  2. Tweede fase: onderwijsaanbod publiceren, leermiddelen beheren en publiceren
  3. Derde fase: beheren van summatieve en formatieve resultatenbeheer (structuren)

Na deze implementatie zullen resultaten uit het leerplatform Itslearning worden geplaatst in de onderwijscatalogus.

Bij het proces van onderwijsontwikkeling is opgemerkt dat in de praktijk verschillende termen worden gebruikt, terwijl in het systeem dezelfde basisterminologie wordt gehanteerd. Een voorbeeld hiervan is het gebruik van de term ‘blokken’ voor modules of cursussen. De MORA kent overigens de term ‘opleidingsonderdelen’.

Het fijner ontwerp van het onderwijs vindt deels plaats in het leermanagementsysteem (LMS). Dit proces is nog sterk in ontwikkeling. De exacte afbakening tussen de onderwijscatalogus en het LMS moet nog bepaald worden.

Verantwoord omgaan met AI en de FRIA

Deze sessie werd verzorgd door Niels Dutij van het Netwerk Informatiebeveiliging en Privacy van MBO Digitaal. Hij ging vooral in op de juridische consequenties van het gebruik van AI. Je hebt dan te maken met de AVG, de AI Act, wetgeving rondt intellectueel eigendom, maar ook als het gaan om cybersecurity of het Europees Verdrag van de rechten van de mens.

Belangrijke middelen zijn dan de fundamental rights impact assessment (o.a. inschatting en mitigatie van risico’s voor grondrechten bij hoge risico’s; FRIA) en de data protection impact assessment (o.a. risico’s voor privacy en grondrechten; DPIA).

Bij AI worden vijf verschillende categorieën onderscheiden. Bijvoorbeeld verboden, general purpose, laag/beperkt risico en hoog risico. Bij general purpose AI, zoals ChatGPT, moet je echter voorzichtig zijn en er bijvoorbeeld geen persoonsgegevens of gevoelige data in stoppen. Je moet ook kijken naar de toepassing en doelstelling. Die bepalen het risico. Binnen het onderwijs heb je vaak te maken met hoog risico-toepassingen. Dan moet je ook een FRIA en DPIA uitvoeren. Een uitdaging is om als onderwijsinstelling het overzicht aan AI-applicaties te krijgen. Daarna kun je de risico’s in kaart brengen.

Bij hoog risico toepassingen heb je ook te maken met verplichtingen. De meeste verplichtingen liggen bij de aanbieders, maar ook bij de gebruikers. Een hoog risico in het onderwijs is onder andere het evalueren van leerresultaten en sturen van het leerproces (dus ook formatief) of het beoordelen van het passend onderwijsniveau. Ook het samenstellen van profielen om het kans op studiesucces in kaart te brengen, is een hoog risico. Om daar dan extra begeleiding aan te kunnen koppelen. Je moet in die gevallen dan een FRIA uitvoeren.

Niels behandelde ook een casus over geautomatiseerde examinering van spreekvaardigheden. Deze applicatie bespaart examinatoren veel werk. Docenten en examinatoren hebben daarbij echter geen toegang tot het gemaakte examenwerk. De leverancier kan zelf wel kijken naar hoe een cijfer tot stand is gekomen. Dart doet de leverancier alleen bij een klacht van een student. Aangezien studenten over het algemeen hoge cijfers behalen, komen er geen klachten. Dit is een hoog risico-systeem dat met persoonsgegevens werkt (inclusief stemopnames). Een FRIA en een DPIA moeten dan worden uitgevoerd door de school.

Niels zou deze casus afkeuren. De tools biedt namelijk geen transparantie over hoe een uitslag tot stand is gekomen. Geautomatiseerde besluitvorming kan ook niet worden gecontroleerd en aangepast. Het recht op inzage kan niet worden verleend. Je weet niet of er sprake is van bias en of dat kwetsbare groepen worden benadeeld. Wordt iemand met een accent bij mondelinge examens niet benadeeld? Deze toepassing is ook twijfelachtig als het gaat om rechtmatige verwerking van gegevens. Je kunt ook twijfels hebben als het gaat om een recht op een eerlijk proces omdat de school geen menselijke controle kan uitoefenen.

Edu-V: verantwoord datadelen

Edu-V is een keurmerk voor gegevensuitwisseling in het onderwijs. Het doel is om veilige en eenvoudige gegevensuitwisseling tussen verschillende systemen mogelijk te maken. Het bijzondere aan dit initiatief is dat publieke en private instellingen samenwerken aan de ontwikkeling en het beheer van afspraken die de basis vormen van het keurmerk. Deze samenwerking zorgt niet alleen voor de totstandkoming van het keurmerk, maar ook voor toezicht op de naleving van de gemaakte afspraken. Leveranciers die zich aan deze afspraken houden, ontvangen het Edu-V keurmerk.

Het keurmerk biedt verschillende voordelen:

  • Zekerheid over informatiebeveiliging en privacy bij gegevensuitwisseling.
  • Gebruik van standaardkoppelingen, waardoor minder maatwerk nodig is.
  • Vereenvoudiging van het koppelingsproces tussen systemen.
  • Meer ruimte voor leveranciers om te focussen op productontwikkeling en innovatie.

In de praktijk betekent dit dat onderwijsinstellingen:

  • Gemakkelijker gegevens uit een studentinformatiesysteem (SIS) kunnen delen.
  • Leermiddelen beter op elkaar kunnen laten aansluiten.
  • Content kunnen integreren binnen een leermanagementsysteem (LMS). Voor het MBO is dit vaak nog geen praktijk.
  • Beter inzicht krijgen in de voortgang en resultaten van leerlingen en studenten

Edu-V is onderdeel van het Nationaal Groeifonds en betreft een programma met een looptijd van negen jaar. In deze periode worden afspraken ontwikkeld, doorontwikkeld, geïmplementeerd en geadopteerd.

De resultaten tot nu toe zijn:

  • Een eerste versie van een afsprakenstelsel met meer dan 100 afspraken is vastgesteld.
  • Meer dan 300 organisaties participeren in het initiatief.
  • Ruim 140 leveranciers hebben aangegeven het keurmerk te willen verkrijgen.
  • Voorlopende leveranciers kunnen gebruik maken van een tegemoetkomingsregeling.

Edu-V functioneert als een netwerkorganisatie waarin verschillende partijen samenwerken, waaronder Kennisnet, SURF en MBO Digitaal. Er wordt ook gekeken naar raakvlakken met Npuls, vooral op het gebied van afsprakenstelsels.

De afspraken binnen Edu-V worden op verschillende niveaus gemaakt:

  1. Beheersing: onder andere toetredingsprocedures.
  2. Privacy en security: waaronder modelverwerkersovereenkomsten.
  3. Stelselarchitectuur: de technische basis van het systeem.
  4. Praktijksituaties en gegevensdiensten: zoals het combineren en arrangeren van content en het organiseren van toetsen en examens (nog in ontwikkeling).

De eerste drie niveaus zijn reeds in beheer, terwijl het vierde niveau nog wordt ontwikkeld.

Leveranciers van digitale producten kunnen het Edu-V keurmerk verkrijgen na een uitgebreid toetredingsproces. Dit proces bestaat uit verschillende stappen:

  1. Intentieverklaring: de leverancier geeft aan deel te willen nemen.
  2. Basiskwalificatie: toetsing van informatiebeveiliging en privacy, controle of de verwerkersovereenkomst volledig, correct en toegepast wordt.
  3. Testen en kwalificeren van gegevensdiensten: controle of uitwisselstandaarden correct zijn gebruikt en volledig zijn geïmplementeerd.

Alle leveranciers met het keurmerk worden opgenomen in het keurmerkregister, waarin relevante informatie over deze leveranciers te vinden is.

Naast volwaardige deelnemers onderscheidt Edu-V ook kandidaat-deelnemers en niet-deelnemers. Het keurmerkregister maakt dit inzichtelijk voor alle betrokkenen. Ook niet-deelnemers kunnen gebruikmaken van de algemene verwerkersovereenkomst van Edu-V.

Vermeldenswaardig is dat de website van het Privacyconvenant geleidelijk wordt uitgefaseerd en vervangen door Edu-V.

Edu-V vormt een belangrijke stap in het verantwoord delen van gegevens binnen het onderwijs. Door standaardisatie en duidelijke afspraken draagt het bij aan een veiligere en efficiëntere gegevensuitwisseling tussen verschillende systemen. Dit betekent niet alleen meer zekerheid over privacy en beveiliging, maar ook meer mogelijkheden voor integratie en innovatie. Er is echter nog een behoorlijke weg af te leggen voordat je digitale leermaterialen van uitgevers voor het MBO kunt integreren in systemen zoals Brightspace, Canvas, itslearning en Moodle.

Vlotte implementatie van het LMS bij Vista college

Vista college en Drieam gaven tijdens de laatste sessie inzicht in de implementatie van LMS Canvas bij Vista college. In tien weken tijd zijn ze aan de slag gegaan met de eerste teams.

Vista college moest aanbesteden om dat het contract met het oude LMS afliep. Zij wilden vooral modulariseren en flexibilisering mogelijk gaan maken. Ze hadden weinig tijd om de eerste drie teams ermee aan de slag te laten gaan. De andere teams zijn er ook in meegenomen, zonder er op korte termijn mee aan de slag te gaan. Aan het eind van dit schooljaar zullen alle teams ermee aan de slag zijn. Vista College heeft ook met studenten gekeken naar het gebruik.

Drieam heeft samen met Vista college een projectaanpak opgesteld en blended coaches en key users van onderwijsteams getraind. Ook heeft men didactische sjablonen samen met onderwijsteams gecreëerd (o.a. met leeruitkomsten en sbu’s), op basis hun eigen onderwijs. Onderwijsteams kregen ook ontwikkel- en productiecursussen. Belangrijk is dat medewerkers hier ook uren voor hadden. Vista college heeft overigens vooralsnog geen koppelingen met, bijvoorbeeld, hun studentinformatiesysteem gerealiseerd.

Tijdens de sessie is men ook ingegaan op de rollen en verantwoordelijkheden. Blended coaches boden bijvoorbeeld onderwijskundige ondersteuning. Zij adviseren bij de inrichting van Canvasmodules en het geven van ondersteuning bij het ontwerpen van blended onderwijsactiviteiten. Blended coaches hebben dus een zware rol in dit proces.

Succesfactoren zijn onder meer de koppeling met een nieuwe onderwijsvisie en verwarring omdat tal van systemen voor leren worden gebruikt. Docenten en studenten werden knettergek van de diversiteit aan applicaties. De samenwerking met Drieam werd ook als succesfactor genoemd. De adoptieroute van Canvas was ook belangrijk, waar onder meer training van key users deel van uit maakt.

Uitdagingen waren dat men voorop liep op afspraken bijvoorbeeld over de doorlooptijd van een module en discussies over de inrichting van het LMS.

Vervolgens liet een docent van Laboratoriumtechniek zien hoe zij Canvas hebben ingericht. Zij maken vooral gebruik van aanbod van het Consortium voor Beroepsonderwijs. De opleiding kent veel theorie. Kennis en vaardigheden komen in leertaken samen (opdrachten). Meerdere leertaken vormen samen een beroepstaak. Leerjaar 1 heeft vier beroepstaken (zoals het uitvoeren van basisanalyses), naast vakken (o.a. wiskunde en natuurkunde).

Een ‘course’ -de Canvasterm voor een opleidingsonderdeel- per beroepstaak bestaat dan uit praktijk, theorie en inleveren beroepstaken. De introductiepagina bevat o.a informatie over leeruitkomsten en studiebelastingsuren. Binnen een ‘course’ is de content (activiteiten en materialen) vervolgens helder gestructureerd in onderdelen (zoals introductie en de beroepstaken die moeten worden ingeleverd). De opleiding heeft in het voorjaar van 2025 alleen periode 1 van studiejaar 2025-2026 in Canvas ontwikkeld.

Als medewerkers uren hebben voor het ontwikkelen van onderwijs in een LMS, als de inhoud van een opleiding helder is en heel duidelijk gestructureerd, als je geen koppelingen tussen applicaties realiseert en als je met een beperkt aantal opleidingsteams aan de slag gaat, dan is het inderdaad mogelijk om een LMS als Canvas binnen tien weken voor deze teams in gebruik te nemen. Ik ken echter opleidingen die veel diffuser en complexer zijn gestructureerd. Een implementatie van een LMS neemt dan meer tijd in beslag (ook als je koppelingen wilt realiseren).

 

 

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *