Voorspellers van de invloed van leertechnologie op onderwijs en opleiden doen dat vaak vanuit een neoliberale agenda, waarbij kostenbesparingen en efficiëntie in plaats van toegankelijkheid en kwaliteit leidend lijken te zijn. Dat moeten we vooral niet uit het oog verliezen.
Audrey Watters heeft recent een keynote verzorgd waarin zij terugblikt op toekomstvoorspellingen op het onderwijs mede als gevolg van technologische ontwikkelingen. In deze reflectie stelt zij onder meer dat ‘we’ lijken te leiden aan een collectief geheugenverlies als we het vandaag te dag hebben over disruptieve innovaties.
The rich and fascinating past of education is forgotten and erased in an attempt to tell a story about the future of education that emphasizes products not processes, the private not the public, “skills” not inquiry. The future of education technology therefore is the story of Silicon Valley and a handful of elite private universities because the history of education technology has always been the story of Silicon Valley and a handful of elite private universities.
Watters probeert de ‘vergeten geschiedenis van leertechnologie’ nieuw leven in te blazen. Zij wordt namelijk moe van de bewering dat het onderwijs één van de laatste sectoren is die wordt beïnvloed door internettechnologie. Dit wordt namelijk al heel lang van leertechnologie beweerd.
Zo gingen voorspellingen er vroeger vanuit dat leren dankzij technologie een gemechaniseerd proces van kennisacquisitie zou zijn. Arbeid (van docenten) wordt daarbij vervangen door technologie. Zo verwachtte Thomas Edison dat onderwijs dankzij film 100% efficiënter zou worden. Dankzij radio zouden professoren meer studenten kunnen bereiken. Op dit moment wordt hetzelfde beweerd over massive open online courses.
Audrey Watters stelt dat het onderwijs in de loop van de decennia sterk is veranderd. Niet als gevolg van technologie, maar vooral als gevolg van wetgeving (denk aan de toegankelijkheid van het onderwijs).
Volgens Audrey Watters moeten we niet vergeten dat degenen die steeds roepen dat het onderwijs drastisch zal (moeten) veranderen, over een ideologisch gedreven agenda beschikken. Zij willen dat onderwijs en leren vooral goedkoper en sneller plaats zal vinden. Toekomstvisies zijn volgens Watters niet neutraal en objectef:
Invested in a certain view of what learning looks like now, what it has looked like before and what – thanks to whatever happens in the future – what it might look like going forward.
Het is inderdaad goed om je te realiseren dat degenen die pleiten voor meer online leren vaak een neoliberale agenda nastreven. Is goedkoper en efficiënter onderwijs dan slecht? Natuurlijk niet.
Behalve als het ten koste gaat van onder meer de kwaliteit, de toegankelijkheid en de socialiserende en algemeen vormende functie van het onderwijs.
Ik geloof sterk in de mogelijkheden van leertechnologie om leren niet allen te personaliseren, maar ook om lerenden in staat te stellen te creëren en samen met anderen te leren. Daar zou leertechnologie juist een middel, ‘enabler’ en versneller voor moeten zijn. Docenten blijven hierbij een belangrijke rol vervullen. Als onderwijs dan goedkoper wordt, is dat mooi meegenomen. Tot nu toe heeft leertechnologie niet echt bijgedragen aan de mechanisatie en efficiëntie van onderwijs. Maar ook nog in voldoende mate aan de verbetering van de kwaliteit ervan.
Nota bene: haar bijdrage bevat fraaie illustraties van voorspellingen over de invloed van technologie op leren.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie