Ik heb vandaag een workshop over samenwerkend leren met behulp van ICT verzorgd bij de Hogeschool Arnhem en Nijmegen, in het kader van "Hanovatie".
Ik ben tot de conclusie gekomen dat ICT voor studenten op twee manieren "betekenisvol" moet zijn. In de eerste plaats moet de wijze waarop ICT wordt ingezet betekenisvol zijn (aansluiten op reële, voor studenten authentieke, situaties). Dus bijvoorbeeld niet online discussiëren als studenten dat "in het echt" ook niet doen (bijvoorbeeld binnen één locatie van een bedrijf).
Op de tweede plaats moeten de tools zelf ook betekenisvol zijn. Wij gebruiken in het onderwijs tools die studenten in hun dagelijks leven nooit zullen gebruiken. Waarom laten we studenten zelf niet kiezen welke functionaliteiten ze willen gebruiken (instant messaging, weblogs, wiki’s, podcasting, enzovoorts)? Studenten kunnen bijvoorbeeld ook RSS gebruiken om nieuws uit school en uit andere interessegebieden geïntegreerd gepresenteerd te krijgen (aldus een spreker). Een voordeel is ook dat dergelijke tools vaak goedkoper zijn, dan de gebruikelijke elektronische leeromgevingen of onderwijsportals. Maar we zullen dan wel moeten afstappen van de behoefte van de organisatie om alle processen te kunnen beheersen.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Helemaal mee eens. Het geldt natuurlijk ook voor samenwerkend leren. Het is bekend dat leren vaak goed verloopt in interactie met anderen. Maar dat betekent niet dat elke leertaak altijd in een vorm van samenwerkend leren gegoten moet worden. Iedereen heeft wel eens zin om iets lekker helemaal in zijn eenje uit te zoeken en dat kan op dat moment ook heel effectief zijn.
Oeps, met het ophalen van de link naar Merlot verdween mijn reactie.
Wel aangekomen of toch niet?
Zo nee schrijf ik deze wel weer opnieuw.
Nee dus, de eerste uitgebreide reactie is de lucht in geschoten….
Opnieuw:
Vorig jaar in de terugreis vanuit Berlijn (Educa online) hebben we al duidelijk gemaakt dat forums en andere getypte reacties niet in de plaats zullen komen van persoonlijke feedback, tenzij afstand een te grote belemmering vormt. De (non-)verbale reacties met name bij het leveren van feedback dragen sterk bij tot interactie. Dit soort toepassingen zullen dus slechts door (zachte) dwang hun toepassing vinden. Is dit wellicht een serieus en nog enigszins onderschat probleem bij ELO’s en portfolio’s in het bijzonder?
MSN en SMS heeft een brede toepassing gevonden zonder allerlei gepromoot. Dit geldt ook voor door onze échte klanten, de studenten vaak gehanteerde voorzieningen in de ELO’s.
Zo zijn handouts van colleges, (proef-)vragen en communicatiemogelijkheden met(sub-)groepen en docenten vanzelfsprekend gewaardeerde en gehanteerde mogelijkheden.
Roosterinformatie en huiswerkaanwijzingen evenals opdrachten worden ook goed gebruikt en als zinvolle aanvulling gezien op andere informatiekanalen.
Goede ervaringen heb ik inmiddels ook met het via de ELO ter beschikking stellen van actuele artikelen en streaming video’s van open net uitzendingen.
Veel minder enthousiast lijkt men vooralsnog op ongestuurde (niet verplichte) forums aan de slag te gaan met elkaar.
Ben zeer benieuwd of we met Wiki’s de grootste gemene deler (kennisbasis, body of knowledge) van allerlei opleidingen opleidingen copyrightvrij kunnen gaan aanbieden. Op dit gebied zou een wereld te winnen zijn door, via een soort MP3 cultuur, met elkaar delen van informatie financiële drempels te verlagen.
“Merlot” zou ons wellicht tot voorbeeld kunnen dienen om uit te breiden tot een encyclopdie van samenvattingen, vragen en opdrachten, bronnenverwijzingen, handouts e.d.
We zouden zo een bronnenbank voor docenten en studenten kunnen vormen.
“Lorenet” (zie Surf) in het verlengde van DAREnet zal waarschijnlijk een feasibilitystudy worden van deze en aangrenzende vragen(metadatering, zoekmachine, kwaliteitsbewaking, auteursrechten).
We zijn op pad, meedenken en samen delen van ervaringen kan geen kwaad.
Het zou verstandig zijn als de enthousiste vooroplopers zich meer zouden realiseren dat een grote en tamelijk vluchtige groep gebruikers kenmerkend zijn voor het onderwijs (doorlooptijd studie circa vier jaar).
Dit vereist een échte laagdrempeligheid van de toepassingen: het vinden en plaatsen van eigen bijdragen, de communicatie met anderen aanmelden via profielen om de rijstebrijberg overzichtelijk en te houden, d.w.z. in uitnodigende hapklare brokken aangeboden.