In Pedagogische Studiën schijnt een discussie gaande te zijn over ‘evidence based’ onderwijs (ik lees het tijdschrift niet). Ik erger me met enige regelmaat over de opmerkingen die worden gemaakt over ‘evidence-based’ onderwijsvernieuwingen. In de eerste plaats omdat het héél lastig is om effecten van onderwijsveranderingen te meten. Het onderwijs vindt niet in een laboratorium plaats. Daar wordt m.i. te gemakkelijk over heen gestapt.
En op de tweede plaats omdat er wel degelijk positieve onderzoeksresultaten zijn te melden over onderwijsinnovaties. Denk aan metastudies over samenwerkend leren met behulp van ICT (CSCL) . Het werkt niet altijd, onder alle omstandigheden en voor elk doel. Maar CSCL kan wel tot goede resultaten leiden.
In dit kader heb ik met genoegen een interview gelezen met lector Peter Teune die naar aanleiding van de Commissie Dijsselbloem stelt
Het stoort me ook dat er wordt gesuggereerd dat er totaal geen evidence is. Er is evidence, en die ligt voor het oprapen. Zo weten we bijvoorbeeld dat veel toetsen oppervlakkig leren oplevert.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Hallo Wilfred,
Ik ben niet zo heel erg goed thuis in evidence based practice. Maar wat ik er van de paramedische en verpleegkunde opleidingen (die evidence based werken) heb begrepen gaat dit verder dan alleen wetenschappelijk onderzoek. Het gaat ook om
Zonder meer te weten over wat men precies onder evidence based education verstaat, durf ik dan ook niet meteen te zeggen dat dit niets aan het onderwijs kan toevoegen.
Misschien dat het lemma uit wikipedia over evidence based practice in de geneeskunde (http://en.wikipedia.org/wiki/Evidence_based_practice) ook wel interessant is in deze discussie.