De afgelopen dagen heeft menigeen schande gesproken van de provocatie van Geert Wilders. Ik zal dat niet overdoen, maar kan we bijvoorbeeld prima vinden in het Onderwijspamflet ’Tot hier! En nu samen verder’.
Ik moet ook de hele tijd aan de volgende ervaring denken.
Op 11 februari j.l. heb ik bij het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen een bijeenkomst bijgewoond over een projectidee op het gebied van ICT in het onderwijs. Een groep studenten van ROC Mondriaan ging daarbij in gesprek met de bedenker van het idee.
Deze groep bestond voor het grootste deel uit Marokkaanse meiden. Dat heb je in een stad als Den Haag. Een enkeling met hoofddoek, de meesten niet. Laat ik hen ‘Samira en haar klasgenoten’ noemen.
Wat me opviel was hoe gemotiveerd, ambitieus, slim en assertief Samira en veel van haar klasgenoten waren. Ze stelden hele goede vragen, en wisten de vinger feilloos op de tekortkomingen van het projectidee te leggen.
Ik heb daar toen het volgende over getwitterd:
Samira en haar klasgenoten willen vooral goed onderwijs, een betekenisvolle stageplaats, een diploma en daarna een goede baan. En zij zijn bereid daar hard voor te werken.
De afgelopen dagen heb ik vooral aan Samira en haar klasgenoten moeten denken. Hoe is Wilders’ provocatie bij hen binnengekomen? Hoe moeten zij zich nu voelen?
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie