Hoe kunnen we online investeren in de relatie met lerenden?

‘Leren’ is meer dan kennis overdragen. Behalve het toepassen van effectieve doceer- en leeractiviteiten is het (meestal) ook belangrijk om te investeren in een relatie tussen lerende en de docent. Ik hoor en lees regelmatig dat het niet mogelijk is om online zo’n relatie aan te gaan. Daarom geven veel mensen de voorkeur aan face-to-face onderwijs. In deze blogpost wil ik mede aan de hand van twee bijdragen illustreren dat je wel degelijk online kunt investeren in relaties.

Tijdens de coronacrisis hebben docenten zich voornamelijk verdiept in leertechnologieën en in manieren om deze leertechnologieën op een didactisch goede wijze in te zetten. Mogelijk hebben we onvoldoende geïnvesteerd in de pedagogische relatie met lerenden. Soms krijg je ook de indruk alsof het niet mogelijk is om een dergelijke relatie online vorm te geven.

Volgens mij klopt die indruk echter niet.

Melissa Fanshawe en collega’s benadrukken in Creating Emotional Engagement in Online Learning het belang van emotionele betrokkenheid van lerenden. De auteurs wijzen op een kader voor online betrokkenheid van lerenden waarin vijf dimensies van betrokkenheid worden onderscheiden: cognitief, gedrag, sociaal, collaboratief en emotioneel. Bij online leren focussen we ons vooral op de eerste twee dimensies. Sociale en collaboratieve interactie bevorderen daarentegen ook emotionele betrokkenheid. Zij formuleren daarbij drie adviezen.

Zij stellen dat docenten deze vorm van betrokkenheid kunnen bevorderen door lerenden te helpen zich verbonden en gesteund te voelen mijn online leren. Fanshawe cs adviseren daarom om je te focussen op de relatie tussen docent en lerende. Lerenden moeten zich verbonden voelen. Met de docent en met andere lerenden.

We cultivated emotional engagement in our courses by offering warm messages of encouragement and interacting with students through online check-ins, videoconferencing, or telephone calls.

Bij face-to-face leren ontmoeten we lerenden voorafgaand aan sessies, en hebben we na afloop van een les vaak nog wat ruimte om na te praten. Of we doen dat tussen bijeenkomsten door. Bij online leren duiken we dikwijls meteen de ‘zakelijke modus’ in. We nemen de tijd niet om te vragen hoe het gaat, we gebruiken synchroon online communicatie meestal vooral ‘functioneel-inhoudelijk’. Terwijl bijkletsen en ’social talk’ ook zeer relevant zijn voor het leren. Omdat we elkaar online niet spontaan ontmoeten, zullen we dit ook meer moeten organiseren.

Het tweede advies heeft betrekking op de inrichting van de digitale leeromgeving. Fanshawe cs adviseren om de digitale leeromgeving duidelijk en logisch in te richten. Een heldere structuur is positief van invloed op de emotionele betrokkenheid. Lerenden hoeven zich namelijk niet druk te maken over waar zij bronnen moeten zoeken. Het is in feite een vorm van rust, reinheid en regelmaat.

Het derde advies heeft te maken met het monitoren van de voortgang. Laat lerenden weten dat jij hun ontwikkeling belangrijk vindt. Daarbij gaat het niet alleen om de cognitieve ontwikkeling, maar ook om het welbevinden van de lerende. Badges en andere “activity- and task-completion tools” spelen daarbij een ondersteunende rol.

Bijdrage twee, die ik in dit kader kort wil bespreken, heet Sociaal contact en communityvorming op afstand. Hanne ten Berge, Frans Prins en Willemijn Schot van de Universiteit Utrecht beschrijven hierin hoe je sociaal contact en communityvorming op afstand vormgeeft, en waarom dit belangrijk is voor de leeropbrengst, motivatie en persoonsvorming. Zij verwijzen daarbij onder meer naar de zelf-determinatietheorie van Deci en Ryan waarin verbondenheid één van de basisvoorwaarden voor motivatie is. Zij stellen dat goede contacten met andere lerenden (sociale binding), docenten en andere medewerkers (academische binding) ervoor zorgen dat de lerende zich thuis voelt bij de opleiding, zich veilig voelt en (hulp)vragen durft te stellen. Verder verwijzen zijn naar twee theorieën over communityvorming. Onder meer naar het ‘5 stages’-model van Gilly Salmon. Salmon stelt o.a. dat verwelkomen en aanmoedigen, en online socialisatie voorwaardelijk zijn voor leren.

Daarna formuleren Ten Berge, Prins en Schot een flink aantal ideeën voor het bevorderen van sociaal contact binnen een online cursus. Bijvoorbeeld:

Vraag studenten vooraf zich alvast voor te stellen. Doe zelf ook mee! (bijvoorbeeld via een korte video).

Haal vragen/concerns/knelpunten/leerdoelen van studenten vooraf op en bespreek in de 1e sessie hoe je daar in de cursus aandacht aan besteedt.

Creëer in/uitlooptijd: Open de sessie al voordat je college begint en sluit hem pas als er geen studenten meer in aanwezig zijn. Zo creëer je een mogelijkheid voor studenten om informeel met de docent te praten en om vragen te stellen.

Start de sessie met check-ins: korte vragen waarop je van iedereen een antwoord vraagt. Bijvoorbeeld: Stel in de chat de vraag ‘Omschrijf je situatie op dit moment met een emoticon’ en laat ze op dat bericht reageren door een van de emoticons in de chat te kiezen.

Geef opdrachten waarvoor studenten buiten de sessie om contact met elkaar moeten hebben.

Als er een mogelijkheid is, raadpleeg studenten uit jouw cursus en leg hen de vraag voor hoe zij sociaal contact binnen de cursus zouden stimuleren.

De tips zijn volgens mij zeer bruikbaar, bij diverse doelgroepen (niet alleen studenten van een universiteit).

Realiseer je wel dat de doelgroep en setting sterk van invloed is op de mate waarin je moet investeren in de relatie met lerenden. Bij kinderen en jongeren is dit waarschijnlijk belangrijker dan bij ouderen. Volwassen lerenden, die leren combineren met privé en werk, willen vaak snel ’to the point’ komen. Veel volwassen lerenden houden bijvoorbeeld ook niet van samenwerkend leren.

Verder is het minder belangrijk om te investeren in een online relatie als die relatie maar kort duurt. Bijvoorbeeld als je alleen een eenmalige virtuele klas-sessie verzorgd.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *