Bij het in kaart brengen van engagement of betrokkenheid bij online leren kijken we niet altijd naar de juiste activiteiten. Bovendien ervaren studenten online leertaken lang niet altijd als waardevol voor leren. Welke leeractiviteiten bevorderen wel hun engagement of betrokkenheid?
De blogpost Students say uni online learning is mostly ‘busy work’. Here’s what will really engage them gaat over een Australisch onderzoek naar het monitoren van engagement van studenten. We monitoren engagement om meer grip te krijgen op risico’s van uitval.
De onderzoekers hebben negen studenten van een docentopleiding geïnterviewd. Het ging hierbij om studenten die bekend stonden als zeer betrokken (‘highly engaged’). In totaal zijn acht interviews per student afgenomen. Een student werd als ‘highly engaged’ gedefinieerd als deze consistent en betrouwbaar deelnam aan online discussies en andere leeractiviteiten, als deze samenwerkte met andere studenten en als deze deelnam aan online colleges en online leerstof bestudeerde.
The aim was to find out more about what engagement meant for them, how they enacted engagement in the online space, both visibly and invisibly, and the factors that influenced their degree of engagement at different points in time.
De studenten stonden kritisch ten opzichte van leeractiviteiten die normaliter gebruikt worden om betrokkenheid te meten zoals de verplichting om een aantal discussiebijdragen per week te plaatsen, feedback te geven op een bepaald aantal studenten of om bijvoorbeeld quizzen te maken die volgens hen niets toevoegden aan het leren (en waarvoor zij geen cijfer kregen).
De studenten voerden deze leeractiviteiten weliswaar uit, maar zij vonden niet dat deze betrokkenheid en meer verdiepend leren daadwerkelijk bevorderden. Deze activiteiten werden min of meer als ‘bezigheidstherapie’ bestempeld, soms zelfs als ridicuul (het verplicht plaatsen van discussiebijdragen). Dit gold nog het sterkste voor die bijdragen waar docenten ook nog niet eens op reageerden.
De geïnterviewde studenten gaven ook welke (leer)activiteiten volgens hen wel leiden tot meer betrokkenheid. Deze activiteiten worden echter lang niet altijd ‘gemeten’ en vormen daarmee geen indicatoren van ‘engagement’. Bijvoorbeeld:
- Conversaties met andere studenten op sociale media platforms zoals Facebook.
- Het opvolgen van suggesties van docenten of andere studenten om aanvullende bronnen te raadplegen (zoals TED Talks of YouTube video’s).
- Leeractiviteiten die hun creativiteit hebben geprikkeld en uiteindelijk hebben bijgedragen aan hun eindbeoordeling. Ik weet niet precies wat hiermee wordt bedoeld.
- Docenten die gebruik hebben gemaakt van een diversiteit aan leeractiviteiten in de online ruimte.
- Goed ontworpen, boeiende, taken die worden beoordeeld.
De onderzoekers concluderen onder andere dat alternatieve manieren nodig zijn om engagement te meten. Verder suggereren zij dat we wellicht op een andere manier ‘student engagement’ moeten begrijpen. Betrokkenheid is niet altijd zichtbaar. Ga daarom in gesprek met studenten over hun betrokkenheid. En monitor andere leeractiviteiten dan de “superficial, descriptive, tick-the-box exercises”.
Mijn opmerkingen
- Het onderzoek is kleinschalig maar verdiepend van aard. Het zou op grotere schaal, en bij een meer diverse groep studenten, uitgevoerd mogen worden.
- Het is belangrijk dat leeractiviteiten betekenisvol zijn voor lerenden en daadwerkelijk bijdragen aan het leren, en dat we met name kijken naar de mate waarin en de wijze waarop studenten deze activiteiten uitvoeren.
- Maak lerenden ook duidelijk dat de leeractiviteiten die je inzet niet altijd beoordeeld worden, maar wel belangrijk zijn voor het leerproces. En dus betekenisvol zijn.
- Deze bijdrage schetst enkele voorbeelden van activiteiten zijn die informatie bieden over betrokkenheid.
- Het is ondoenlijk om bij grote aantallen deelnemers als docent op alle individuele bijdragen van studenten te reageren. Je kunt echter wel in het algemeen feedback geven op discussiebijdragen, waarbij je ook expliciet verwijst naar individuele studenten. Zorg dat studenten zich gezien voelen.
- Het is niet toegestaan en ook complex om bepaalde activiteiten, die de studenten als indicatoren van betrokkenheid beschouwen, te monitoren. Je loopt bijvoorbeeld al snel tegen grenzen van privacy aan. Je kunt studenten daar wel naar vragen. Het stellen van vragen naar gedrag is echter niet altijd een heel betrouwbare methode. Maar ‘studenten bevragen’ kan wel een mooie aanvulling zijn op het meten van gedrag.
- Een aantal activiteiten, die de studenten als indicatoren van betrokkenheid bestempelen, vinden plaats buiten het zicht van de onderwijsinstelling. Het is belangrijk om je te realiseren dat je als docent of instelling een onvolledig beeld hebt van de betrokkenheid. Een deel van de betrokkenheid in kaart brengen is overigens beter dan niets in kaart brengen.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie