Hoe kun je uitval bij online leren tegen gaan?

Bij online leren hebben we vaak te maken met relatief hoge uitval. Dat geldt niet alleen voor massive open online courses, maar ook bij andere vormen. Dit heeft met verschillende redenen te maken. Wat kun je doen om ‘drop-out’ bij online leren tegen te gaan?

uitval
Foto: geralt, Pixabay

Redenen van uitval hebben te maken met de intentie van lerenden (er is zelfs lang niet altijd sprake van uitval), met de motivatie van lerenden, hun zelfregulerend vermogen, een gebrek aan ondersteuning of het ontwerp van de online cursus (denk aan de mate van vrijblijvendheid of een gebrek aan structuur).

Volgens Amanjot Kaur zijn er grofweg vijf manieren om de “high dropout rate” te reduceren:

  1. Identificeer lerenden die hulp nodig hebben met de inhoud of het onderwerp. Doe dat bijvoorbeeld door discussies te monitoren. Helaas besteedt Kaur hierbij ook aandacht aan leerstijlen. Het aanbieden van leermaterialen in verschillende formats is bijvoorbeeld belangrijk, maar niet omdat lerenden verschillende leerstijlen zouden hebben. Een andere mogelijkheid is het regelmatig gebruik maken van online toetsen. Zij adviseert terecht om aanvullende leermaterialen te gebruiken (basismateriaal voor degenen die de inhoud complex vinden en verdiepend materiaal voor degenen die de inhoud onvoldoende uitdagend vinden). Andere opties zijn het formeren van studiegroepjes en het gebruik van peer tutoring.
  2. Realiseer één-op-één relaties met lerenden. Ook dat kan via studiegroepen of door vragen over de cursus via fora te beantwoorden. Spreek lerenden ook persoonlijk aan. Mijn opmerking: als je te maken hebt met grote groepen lerenden, dan is het maken van persoonlijke connecties voor een docent praktisch onmogelijk. Maar ook dan kun je als docent in jouw reacties op vragen of discussies verwijzen naar bijdrage van individuele lerenden. Scan bijvoorbeeld 25 van de 200 bijdragen. Wat is de rode draad van de bijdragen? Reageer dáár op en refereer naar persoonlijke bijdragen. Dat maakt online leren al persoonlijker.
  3. Maak gebruik van ‘real time’ leeractiviteiten. Houd hierbij rekening met tijdzones. Synchrone leeractiviteiten, zoals een webinar live podcast met discussie of chatsessie, bieden structuur en coördinatie. Zij bevorderen dat lerenden samen werken (mits de taak daartoe uitnodigt, WR). Synchrone online leeractiviteiten houden lerenden inderdaad ‘bij de les’.
  4. Moedig lerenden aan om vragen te stellen. Als lerenden zelf geen vragen stellen, dan stel jij hen vragen. Daardoor merk je ook waar zij moeite mee hebben. Geef lerenden ook de gelegenheid om ‘privé’ vragen te stellen. Sommige vragen zullen zij niet via een forum willen stellen. Kaur oppert ook de mogelijkheid om telefonisch vragen te laten stellen. De cursusomgeving zelf zou ook discussie en vragen stellen moeten bevorderen.
    Ik weet dat docenten vaak bang zijn overspoeld te worden met vragen. Maar je komt hierdoor er wel achter of bepaalde zaken complex of niet duidelijk zijn (bijvoorbeeld als lerenden dezelfde vragen stellen). Bovendien kun je aangeven dat je individuele vragen -gevoelige vragen uitgezonderd- collectief beantwoordt. Doe dat bijvoorbeeld mondeling in een podcast of tijdens een webinar. Dat scheelt tijd, en werkt effectief in het voorkomen van uitval.
  5. Maak gebruik van meer boeiende cursusinhouden. Zelfs ‘droge kost’ kan volgens Kaur meer inspirerend worden ‘opgediend’, bijvoorbeeld in de vorm van video’s, via infographics of vanuit ‘unieke perspectieven’ (zoals persoonlijke verhalen).
    Verder zou je volgens Kaur de online cursus ook via een smartphone moeten kunnen volgen omdat lerenden mobiele apparaten meer intensief gebruiken dan desktops of laptops.
    Dit laatste stelt wel heel specifieke eisen aan de opzet en inhoud van een cursus. Gewone online cursussen zijn m.i. niet geschikt voor smartphones. Discussiefora of het inleveren van opdrachten werken m.i. lastig op een smartphone. Eerlijk gezegd zou ik lerenden eerder adviseren om via een laptop, tablet of PC te studeren, dan dat ik mijn cursusontwerp zou laten bepalen door het formaat van een smartphone. Je kunt prima via smartphones online leren, maar minder prima online cursussen volgen.

Op zich zijn dit zinvolle manieren om uitval bij online leren proberen tegen te gaan. Al heb ik een aantal kanttekeningen geplaatst. Wat ik verder wel mis is uitgebreide aandacht aan het ‘learning design’. Ik heb eerder geblogd over de relatie tussen het ontwerp van online leeractiviteiten en het voorkomen van uitval.

Verder mis ik aandacht voor de manier van leren. Lerenden kunnen moeite hebben met de manier van online leren, omdat zij gewend zijn te leren via bijeenkomsten en ‘papier’. Bereid lerenden voor op deze manier van leren via proefmodules. Laat hen kennis maken met de online leeromgeving die -als het goed is- vriendelijk in gebruik is. Bied ook ondersteuning bij het ‘leren online te leren’ (zoals het maken van planningen) of bij technische problemen. Gebruik ook toepassingen die met standaard browsers gebruikt kunnen worden, en waarvoor lerenden niets extra’s hoeven te installeren of waarvoor zij bepaalde instellingen moeten aanpassen.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

2 reacties

  1. Steun van leidinggevenden is idd belangrijk. Al is het de vraag of deelname aan online leren altijd door de werkgever gefaciliteerd moet worden.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *