Hoe kun je social software gebruiken voor leren?

Ik ben al jaren trouw volger van Jane Hart. De afgelopen dagen heeft zij weer drie bijdragen geplaatst, die ik graag onder de aandacht wil brengen, en becommentariëren (de derde bijdrage vind ik het meest waardevol; even geduld, dus).

De eerste bijdrage betreft natuurlijk het overzicht van tools die "learning professionals" voor leren gebruiken. Het is langszamerhand een traditie geworden van Hart om mensen die zich met leren bezig houden, te vragen naar hun top tien met favoriete tools. Ik doe er ook elk jaar aan mee.

Wat ik opvallend vind, is dat Twitter dit jaar op nummer 1 staat, terwijl de RSS-feed reader Bloglines 56 plaatsen is gezakt. Ik vroeg me in eerste instantie af of Twitter RSS aan het vervangen is als middel om geattendeerd te worden op nieuwe artikelen. Dat zou opvallend zijn omdat RSS een "pull"-concept heeft (je gaat informatie halen), terwijl Twitter volgens mij het midden houdt tussen "pull" en "push". De nog steeds hoge score van Google Reader spreekt deze ontwikkeling tegen. Maar het is wel iets om in de gaten te houden. Verder valt op dat -met uitzondering van Moodle- elektronische leeromgevingen en leer(content)managementsystemen al jaren in Hart's overzicht ontbreken.

Het mooie van Jane Hart's lijst is ook dat je kunt zien welke tools een hoog 'hype' gehalte hebben doordat zij het ene jaar snel opkomen om daarna in een even hoog tempo weg te zakken en te verdwijnen. Hart merkt overigens zelf op:


I also believe that although some well-known tools have moved down or even off the list this year, this doesn't necessarily mean they are no longer of value for learning; it is much more likely that they are now just "taken for granted". This year's list once again shows that learning moves on!


Zouden ELO's ook "for granted" genomen worden?

Aangezien je hypes en trends pas over een flink aantal jaren kunt herkennen, is het nu bovendien nog te vroeg om daar uitspraken over te doen. Maar ik zou wel de ontwikkeling van Google Wave in de gaten houden. Mijn favoriete social bookmarking tool Delicious lijkt een duidelijk blijvertje te zijn.

Onderstaande presentatie bevat het overzicht van de honderd meest populaire tools voor leren. Jane Hart heeft daarbij ook aangegeven wat de positionering van de software in 2007 en 2008 waren.

Top 100 Tools for Learning 2009

View more documents from Jane Hart.

In een tweede artikel geeft Jane Hart meer dan honderd voorbeelden van de wijze waarop "learning professionals" social media gebruiken voor leerdoeleinden. Zij heeft daarbij gebruik gemaakt van de opmerkingen van degenen die hun top tien hebben ingeleverd (je komt daarbij ook verschillende uitspraken van Nederlanders tegen).

Het meest enthousiast word ik echter van Jane's derde bijdrage. Hart koppelt hierin het gebruik van social software aan vijf 'typen' leren:

  • IOL – Intra-Organisational Learning: de manier waarop organisaties social software inzetten voor om medewerkers bij de tijd te houden, en het te betrekken bij belangrijke (strategische) initiatieven.
  • FSL – Formal Structured Learning: het gebruik van social software binnen opleidingen, cursussen en trainingen.
  • GDL – Group Directed Learning: het gebruik van social software door teams en groepen, of binnen projecten.
  • PDL – Personal Directed Learning: het gebruik van social software door individuen, ten behoeve van hun persoonlijke en professionele ontwikkeling.
  • ASL – Accidental & Serendipitous Learning: individuen gebruiken social software en leren 'toevallig'. Zij hebben bijvoorbeeld vooraf niet de intentie om te leren, maar realiseren zich dat pas achteraf. Jane Hart spreekt wat mij betreft wat ongelukkig van leren "without consciously realising it". Volgens mij kun je niet leren als je je daar -in elk geval achteraf- niet bewust van bent.

Jane Hart geeft aan dat deze indeling nog in ontwikkeling is. Maar ik vind de categorisering nu al bruikbaar. Hart illustreert hiermee wat mij betreft dat de dichotomie tussen formeel en informeel leren niet bestaat. Je kunt immers een onderscheid maken in vier aspecten van formaliteit (Colley, cs, 2003; Weistra 2005):

  1. proces
  2. plaats en setting
  3. doelen
  4. leerinhoud

IOL is wat betreft leerdoelen bijvoorbeeld sterk formeel, terwijl het proces ook een informeel karakter kan hebben. ASL kan ook voorkomen bij andere typen, al vind ik het wel belangrijk om dit 'type leren' separaat te benoemen. Bij GDL kun je nog een onderscheid maken in groepen die gebonden zijn aan een organisatie, en organisatieoverstijgende groepen. Denk ook aan "top down" geïnitieerde groepen, en "bottom up" gevormde groepen en netwerken.

In een uitgebreide tabel realteert Hart de verschillende toepassingen aan deze 'leertypes'. Zij maakt daarbij een onderscheid tussen de organisatie, opleiders/docenten, lerenden en individuen. Uit dit overzicht wordt duidelijk dat social software op zich erg geschikt is voor een meer activerende didactiek, maar ook heel instructiegericht kan worden ingezet. 

De tabel is een typisch voorbeeld van het expliciet maken van technological-pedagogical knowledge, om TPACK termen te gebruiken. Vanavond in de trein maar even wat feedback schrijven.

Referenties

  • Colley, H., P. Hodkinson, et al. (2003). Informality and formality in learning: a
    report for the Learning and Skills Research Centre. Leeds: Life Long Learning
    Institue: University of Leeds
  • Weistra, H. (2005). Leren in werktijd. Een literatuuronderzoek naar formele en informele kenmerken van het leren (niet gepubliceerd).

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *