Massive open online courses kunnen ook worden gebruikt met campusonderwijs. Dat leidt echter ook tot spanningsvelden, en kansen.
Volgens Ulrike Wild van Wageningen University lijkt het wel of er een muur staat tussen MOOCs en campusonderwijs. Dat hoeft niet zo te zijn. Je kunt namelijk MOOCs prima aanvullen met bijvoorbeeld begeleiding of zelfs (werk)colleges of practica. Bovendien kun je small private online courses maken van MOOCs. Of MOOCs gaan examineren (bijv. via online proctoring).
MOOCs kunnen -vanwege de diverse perspectieven van deelnemers- een verrijking voor zittende docenten zijn. Een ander issue is het verschillende verdienmodel (waarom collegegeld betalen voor gratis onderwijs?) en de waardering van MOOCs binnen je reguliere onderwijs.
Ulrike Wild presenteerde een groot aantal voorbeelden van hoe zij MOOCs (her)gebruiken bij campusonderwijs.
In Wageningen heeft men een MOOC over voeding en gezondheid gemaakt. De docent heeft deze cursus genomen als basis van een vak waarmee studenten 8 studiepunten konden verdienen. Deze MOOC is aangevuld met vragensessies, een kort practicum en een examen. Studenten waren erg positief over deze aanpak (korte filmpjes, beter voorbereiden op tentamen, efficiënt; maar men miste ook inetractie). Animaties werden bijvoorbeeld erg gewaardeerd (inzichtelijk maken).
Eerstejaars studenten blijken dan meer structuur nodig te hebben. Zij hadden meer moeite met deze cursus. De docent heeft op basis van feedback wat aangepast aan het ontwerp (o.a. verdiepingsopdrachten). De docent besteedt nu 2/3 tijd minder aan colleges, in vergelijking met een aantal jaar geleden.
Ze hebben ook een studievak van 3 studiepunten gemaakt dat als keuzevak wordt gebruikt voor masterstudenten, met extra opdrachten en een examen. Dit vak is niet vrij toegankelijk. Een grote groep studenten die zich had aangemeld, is niet gestart (voornamelijk door tijdgebrek). Van degenen die de cursus niet hebben afgemaakt, had ook een grote groep (2/3) een gebrek aan tijd. Een andere groep was toch onvoldoende gemotiveerd. Zelftests, weinig strikte deadlines en moderatoren werden erg gewaardeerd.
Studenten lijken ook tegenstrijdige wensen ten aanzien van (online) onderwijs. Zij willen vrijheid en flexibiliteit, maar ook contact met andere studenten en deadline en structuur. De korte tijdsspanne van MOOCs verhouden zich ook niet altijd tot de periodeindeling van een universiteit.
Studenten van de WU kunnen ook MOOCs van Wageningen op edX volgen (als keuzevak). Zij weten namelijk wat die cursussen waard zijn. Vervolgens maken studenten op de campus examens.
Wageningen Universiteit werkt samen met bijvoorbeeld de Radboud Universiteit en de TU Delft bij het volgen van MOOCs. In Nijmegen volgen zo’n 175 studenten een MOOC uit Wageningen. Ook met de TU Delft wordt daarin samengewerkt. Dat vraagt om een duidelijke beschrijving van MOOCs (niveau, studiebelasting). Vertrouwen in partners is daarbij ook erg belangrijk. Onderwijsinstellingen moeten namelijk elkaars MOOCs waarderen. Daardoor hoef je als universiteit ook niet zelf alles samen te ontwikkelen. Opvallend is volgens Ulrike dat we geen moeite hebben om studenten naar het buitenland te sturen (naar onderwijsinstellingen), terwijl we wel vragen stellen over de kwaliteit van online cursussen.
De meest recente ontwikkeling binnen de WO is het aanbieden van online micromasters rond BioBased Sciences van 24 ECTS dat wordt afgerond met een examen.
Volgens Ulrike bieden MOOCs dan ook veel mogelijkheden voor campusonderwijs.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie