Hoe kun je lerenden bij online leren gemotiveerd houden?

Deze vraag zal menig docent deze dagen bezighouden. Larry Ferlazzo heeft daar onlangs een bijdrage aan gewijd. Ik bespreek deze bijdrage hieronder.

Het is best een uitdaging om lerenden gemotiveerd te houden bij online leren. Je bent minder goed in staat hen persoonlijk aan te spreken als zij ‘af lijken te haken’., omdat je dat niet onmiddellijk doorhebt. Tijdens live online sessies heb je immers letterlijk een minder goed beeld van je lerenden, vooral als de groep groter is. Niet alle deelnemers zijn letterlijk in beeld, of maar klein in beeld. En op asynchrone leeractiviteiten heb je per definitie minder zicht.

Larry Ferlazzo kijkt naar literatuur over intrinsieke motivatie, en formuleert tips rond vier aspecten van motivatie:

Autonomie

Lerenden moeten een zekere mate van controle hebben over de inhoud en de wijze waarop geleerd wordt.
Dit impliceert dat je lerenden keuzevrijheid moet bieden. Je kunt hen bijvoorbeeld laten kiezen uit leertaken waarmee je hetzelfde kunt bereiken. Er zijn docenten die hiervoor zogenaamde ‘choice boards’ gebruiken. Ferlazzo laat lerenden bijvoorbeeld kiezen via welke educatieve website zij Engelse taal willen doen.

Ik geef lerenden vaak de mogelijkheid om bepaalde opdrachten op verschillende manieren uit te voeren. Lerenden kunnen bijvoorbeeld kiezen om een opdracht schriftelijk te maken, of via een podcast of video. Mijn ervaring is dat de meesten voor een schriftelijke uitwerking kiezen.

Afhankelijk van je doelgroep en context kun je lerenden ook zelf leerdoelen laten bedenken.
Je kunt lerenden ook de mogelijkheid bieden om te kiezen uit verschillende virtual classroom-sessies, om zich te verdiepen of te verbreden en om zelf leermateriaal aan te dragen (afhankelijk van hun voorkennis). Een bekend voorbeeld is ook dat je lerenden de mogelijkheid geeft om een uur of dagdeel per week te werken aan een project naar keuze. Na bijvoorbeeld tien weken presenteert men dan de resultaten aan de groep.

Nota bene: adaptieve technologie draagt ertoe bij dat lerenden niet allemaal hetzelfde leren. Je krijgt echter leerinhouden te zien op basis van het studiegedrag. Daarbij is niet persé sprake van keuzevrijheid.

Op het gebied van keuzevrijheid is het volgens mij ook van belang dat je grenzen stelt aan deze vrijheid. Niet alleen om jezelf als docent te beschermen (het aanbieden van alternatieven kost meer tijd), maar ook omdat lerenden niet altijd gelukkig worden van veel keuzes.

Competent zijn

Lerenden moeten het gevoel hebben dat zij in staat zijn om leeractiviteiten met succes uit te voeren.
Ferlazzo stelt hierbij dat je lerenden binnen 15-20 seconden – of niet meer dan twee of drie zinnen – iets duidelijk uit moet kunnen leggen. Volgens hem is dat een voorwaarde om als lerende een taak met succes uit te kunnen voeren. Hij streeft er daarnaast ook naar dat lerenden binnen één of hooguit twee klikken binnen de digitale leeromgeving, bij de betreffende opdracht moeten zijn.

Eerlijk gezegd heeft dit element wat mij betreft met name te maken met de inhoud van opdrachten en taken. Deze moeten niet te makkelijk en niet te moeilijk zijn. Ook moeten lerenden niet te veel tijd kwijt zijn aan het vertrouwd raken met de leeromgeving die je gebruikt. Gebruik daarom ook niet te veel verschillende applicaties. Idealiter hebben lerenden ook het gevoel in één leeromgeving te werken, zelfs als zij meerdere onderliggende applicaties gebruiken.

Verbondenheid

Lerenden voelen zich door online leeractiviteiten verbonden met anderen. Zij voelen zich gezien en gewaardeerd door mensen die zij respecteren.
Larry Ferlazzo benadrukt terecht het enorme belang hiervan bij online leren. Hij stelt:

We must do everything we can to cultivate a desire among students to want to connect with us.

Dit is lastiger te doen dan face-to-face, maar niet onmogelijk. Ferlazzo benadrukt daarbij het belang van persoonlijk contact met lerenden die extra aandacht nodig hebben. Dat kan via de telefoon, via email, messaging of via videobellen. Verder benadrukt hij het belang van het in contact brengen van lerenden onderling. Dat kan via live online sessie, met aandacht voor het persoonlijk welbevinden. Of door lerenden samen aan opdrachten te laten werken. Lerenden zouden dan zelf moeten kunnen kiezen met wie zij willen samenwerken.

Ferlazzo wijst terecht op het belang van sociale verbondenheid. Dit kun je op allerlei andere manieren vormgeven. Bijvoorbeeld door ruimte te geven aan niet-taak-gebonden interactie. Je kunt bijvoorbeeld binnen Teams een apart kanaal aanmaken voor sociale interactie. Niet voor niets organiseren bedrijven ook virtuele koffie-uurtjes of online ‘vrijdagmiddag borrels’. Een ander voorbeeld is het gebruik van kennismakingsopdrachten of het invullen van een profiel.

Het gebruik van een voortgangsmonitor en het plegen van interventies op basis van signalen is m.i. ook een vorm van verbondenheid. Je gebruikt studiedata om bijvoorbeeld te zien in welke mate lerenden geëngageerd zijn. Vervolgens neem je contact met hen op, als je signalen krijgt die duiden op eventuele problemen. Daardoor voelen lerenden zich ook gezien. Het is -afhankelijk van de technologie- ook mogelijk om lerenden automatisch te notificeren. Daar moeten lerenden wel vanuit de AVG expliciet toestemming voor geven. Let ook op de toonzetting van deze automatische berichten. Het kan ook goed werken als lerenden zicht hebben op hun eigen voortgang.

Relevantie

Lerenden moeten de inhoud en de leeractiviteiten interessant, waardevol en nuttig vinden (voor de dagelijkse praktijk of voor hun gewenste toekomst). Het leren moet betekenis voor hen hebben.
Volgens Ferlazzo moet je tijdens de coronacrisis niet vasthouden aan de onderwerpen die je normaliter wilt behandelen. Hij pleit ervoor dat je lerenden vraagt welke onderwerpen zij aan bod willen laten komen. Probeer vervolgens de leerinhouden daar aan te koppelen (Larry Ferlazzo is taaldocent). Creëer dus ruimte voor eigen interesses van lerenden.
Wat mij betreft is het altijd van belang om lerenden betekenisvol te laten zijn. Dat kun je onder meer doen door realistische problemen als vertrekpunt van leren te maken, bijvoorbeeld via scenario’s, digitale verhalen en kennisclips.

Bekijk ook het online college dat Rob Martens over dit onderwerp heeft verzorgd, of lees zijn blogpost over dit onderwerp.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

2 reacties

  1. Beste Wilfred,
    ik heb geen reactie op het artikel zelf. Maar ik wil je even heel hartelijk danken voor alle praktische, duidelijke en inspirerende blogposts van de afgelopen tijd. ik heb zelf (helaas) niet de tijd om allerlei onderwerpen nader te onderzoeken. Maar via de blogs kom ik vaak hele interessante uitleg en tips tegen die mij inspiratie geven voor mijn dagelijks werk!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *