De maatschappelijke loopbaan van veel professionals zal in toenemende mate worden beïnvloed door de ontwikkeling van een online identiteit. We ontwikkelen deze online identiteit op verschillende manieren. Wat mij betreft moeten we deze ontwikkeling zo veel mogelijk in eigen hand nemen, en ons bewust te zijn van de momenten dat we die ontwikkeling niet in eigen hand hebben.
In het meest recente trendrapport van SURFnet wordt aandacht besteed aan de online identiteit van een student. Daarmee wordt bedoeld: een gebruikersaccount dat lerenden toegang geeft tot diverse online diensten van een instelling. Met deze identiteit kan een student leren bij diverse instellingen. De resultaten worden dan centraal, in een soort persoonlijk portfolio, opgeslagen en kunnen worden gebruikt ten behoeve van de studieloopbaan en de maatschappelijke carrière.
Online identiteitsvorming is echter meer dan dit. Afgelopen vrijdag had ik tijdens de bijeenkomst van het Belgische netwerk voor Open en Digitaal Leren een discussie met Stephen Downes over het belang van badges en microcredentialling. Ik stelde dat werkgevers bijvoorbeeld graag tastbaar bewijs willen hebben van bepaalde competenties en dat badges en artefacten in een Learning Record Store daar een bijdrage aan kunnen leveren. Ook al zeggen deze ‘bewijsmaterialen’ vaak meer over wat iemand heeft gedaan, en niet wat iemand daadwerkelijk kan.
Stephen stelde dat je meer hebt aan een online identiteit die gebaseerd is op iemands online aanwezigheid. De reden dat Stephen en ik waren uitgenodigd om in Brussel te spreken, was volgens hem immers te danken aan onze online blogs, presentaties en andere uitingen. Ik gaf aan dat de meeste mensen echter niet online publiceerden. Waarop Stephen de zaal vroeg wie er op Facebook zat en een Twitter-account gebruikte. En dat was de meerderheid.
Helaas kon ik daar niet meer op reageren. Want eerlijk gezegd denk ik dat het huidige gebruik van Facebook en Twitter door de meeste mensen, weinig bijdraagt aan online identiteitsvorming die hun maatschappelijke loopbaan bevordert:
- Veel mensen hebben een Facebook-account, maar gebruiken het niet.
- Veel mensen die Facebook gebruiken, gebruiken het vooral voor de ‘fun’ (bijvoorbeeld om video’s van Pandaberen te delen). Daar is natuurlijk niets mis mee. Het is echter de vraag wat je hier professioneel gezien aan hebt.
- Twitter heeft ook zo z’n beperkingen als het gaat om professionele online identiteitsvorming. Denk aan de beperkte ruimte om je te kunnen uiten.
LinkedIn is wat dat betreft een interessanter medium. Vooral nu je veel beter in staat bent artikelen te schrijven via LinkedIn. LinkedIn is dan niet uitsluitend een uitgebreid CV met ‘endorsements’ en aanbevelingen. Het nadeel van LinkedIn is echter dat je de data niet makkelijk uit LinkedIn krijgt, en dat LinkedIn jouw data commercieel gaat gebruiken. Verder zijn we volgens mij in Nederland terughoudend in het vragen en doen van aanbevelingen. Dat voelt vaak toch wat ongemakkelijk. Terwijl aanbevelingen meer over je deskundigheid zeggen dan uitgevoerde activiteiten. En dus eigenlijk erg belangrijk zijn voor een online identiteit.
Een andere ontwikkeling met betrekking tot online identiteitsvorming heeft te maken met ‘big data’, data mining en online profiling. Mensen laten niet alleen digitale sporen achter door artefacten te creëren (denk aan foto’s, video’s en teksten), maar ook door te ‘liken’ of door te klikken. Organisaties kunnen op basis van deze digitale sporen profielen samenstellen van succesvolle medewerkers. Welke patronen in online gedrag zijn zichtbaar bij werknemers waar we erg tevreden over zijn? Bedrijven als LinkedIn kunnen werkgevers tegen forse vergoeding aanbevelingen doen op basis van hun data. Bijvoorbeeld:
Succesvolle teamleiders in het MBO blijken allemaal een groep van dezelfde 25 experts te volgen, klikken wekelijks 25 artikelen aan, en geven minimaal drie commentaren per week die uit minimaal 100 woorden bestaan. De werkelijkheid is uiteraard complexer, maar dit voorbeeld illustreert wel wat ik bedoel.
Een groot probleem hierbij is dat er geen sprake is van transparantie bij ‘online profiling’. Je weet niet op basis waarvan deze profielen worden samengesteld. Je kunt ze niet ter discussie stellen en aanpassen. Op deze manier kun je een online identiteit niet meer bewust ontwikkelen. Evgeny Morozov laat in zijn boek “Om de wereld te redden, klik hier” ook zien hoe online profiling gebruikt kan worden om je gedrag te manipuleren:
U lijkt autonoom te zijn, terwijl u dat in werkelijkheid niet bent: terwijl u denkt dat u bewuste keuzes maakt, zijn partijen waar u zich niet bewust van bent, bezig u te beïnvloeden. (p. 367)
Volgens Morozov geeft deze ontwikkeling ons een vals “gevoel dat we de baas zijn over onze handelingen”.
Hoe zou je hier dan mee om moeten gaan?
- Zorg dat je de ontwikkeling van je online identiteit zo veel mogelijk in eigen hand hebt. Maak jezelf niet afhankelijk van een commercieel bedrijf als LinkedIn of Facebook. Kies bij voorkeur voor een eigen platform (eigen installatie of via een provider). Zorg ervoor dat je de inhoud altijd zelf in een standaard format kunt exporteren om de inhoud elders te kunnen hergebruiken.
- Wat zijn voor jou passende manieren om te creëren en waarde toe te voegen? Dat hoeft niet altijd door te bloggen of te vloggen. Denk bewust na als je reacties geeft of bijdragen van anderen deelt. Wat zegt dit over jou en je professionaliteit?
- Welke artefacten en ervaringen zeggen iets over jouw bekwaamheden en jouw attitude, in plaats van datgene wat je gedaan hebt?
- Wees jezelf elke dag bewust van het feit dat je minder autonoom bent, dan je denkt. Anderen proberen permanent jouw gedrag en denken te beïnvloeden.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Een artikel naar mijn hart.
Vooral je tip ” Maak jezelf niet afhankelijk van een commercieel bedrijf als LinkedIn of Facebook ” is er eentje waar ik het helemaal mee eens ben. (Even terzijde: Ik adviseer iedereen om zijn/haar eigen naam als domeinnaam te claimen)
Maar toch even een kritische noot. De titel vind ik wat misleidend. Het antwoord op de titel/vraag: Hoe kun je een krachtige online identiteit ontwikkelen? ” vind ik namelijk niet zo sterk. Het artikel gaat namelijk vooral over het bewustzijn van je online identiteit i.p.v. een how-to over de ontwikkeling van een krachtige online identiteit.
Het onderwerp fascineert me dus als je er een keer over wilt sparren, hoor ik het graag.
Mmm…volgens mij staan er wel degelijk tips in over bewijsmateriaal, nadenken over reacties, etc.
Jazeker wel, vooral in de opsomming aan het eind van je artikel staan goede tips. Ik zie nu dat het eigenlijk half tips/ half vragen gericht op nadenken en bewustwording.
Afijn, ik ben het enorm met je eens. En ik ben blij dat je er aandacht aan besteed dat we de ontwikkeling van onze online identiteit zo veel mogelijk in eigen hand moeten nemen, en dat we ons bewust moeten zijn van de momenten dat we die ontwikkeling niet in eigen hand hebben.
Op scholen wordt nu veel aandacht besteed aan mediawijsheid, goed dat jij hier ook aandacht aan geeft in het kader van de maatschappelijke loopbaan van professionals.