Hoe is het online evenement “Innovatief leren over Onderwijsinnovatie” dit jaar verlopen?

Van 22 juni tot en met 5 juli 2021 heb ik bij de Open Universiteit een online evenement over onderwijsinnovatie verzorgd. Op basis van de evaluatie van verleden jaar had ik enkele bijstellingen doorgevoerd. Daarom blik ik in deze bijdrage weer terug op het concept en het verloop.

Ik ben bij de Open Universiteit betrokken bij een gecertificeerd professioneel programma over onderwijsinnovatie (post-initieel onderwijs). Verleden jaar hebben we voor het eerst een online evenement over onderwijsinnovatie georganiseerd (in verband met COVID-19 noodgedwongen volledig online in plaats van een fysieke tweedaagse). Dit online evenement van een week is toen positief bevallen. Wel was de doorlooptijd van één week wat veel van het goede (voor deelnemers en mijzelf). Op basis van de evaluatie heb ik het programma bijgesteld en heb ik het dit jaar nogmaals verzorgd.

Deelnemers moeten na afloop van het programma in staat zijn do’s and don’ts op het gebied van onderwijsinnovatie te formuleren.Verder moeten zij in staat zijn om vanuit theorieën rond onderwijsinnovatie te reflecteren op de eigen praktijk en aanbevelingen te formuleren voor de aanpak van een eigen onderwijsinnovatie.

Didactisch concept

We hebben gekozen voor een programma met een belasting van ongeveer 12 uur, verdeeld over twee weken. Ik heb geprobeerd een balans te vinden tussen inhoudelijke verdieping, een haalbare belasting, ruimte om je tijd zelf in te delen en een afgebakende periode in verband met focus.

Deze opzet is beter gevallen dan verleden jaar, al bleek nog steeds dat deelnemers moeite hebben om de investering te leveren (afhankelijk van werk en privé). Voor een volgende keer zou ik echter vast willen houden aan deze opzet.

Het programma bestond dit jaar uit een korte online kennismakingssessie aan het begin van de avond, twee virtuele interactieve klas-sessies en tussen deze twee sessies een korte Q&A-sessie. Verder voerden deelnemers leeractiviteiten in eigen tijd en tempo uit (zoals het bekijken van online video’s, het lezen van artikelen en het maken van verwerkingsopdrachten). Deze live online sessies waren mede bedoeld om deelnemers structuur te bieden. De twee virtuele klas-sessies speelden ook een belangrijke inhoudelijke rol.

Het programma kenmerkt zich ook door een activerende didactiek. Deelnemers discussiëren via forum met elkaar, bespreken onderwerpen in break-out rooms en maken een aantal opdrachten. Daarnaast heb ik bewust expliciet ruimte gemaakt voor onderlinge kennismaking. Je ziet dat vooral de synchrone online sessies geschikt zijn voor interactie.

Ontwikkelen programma

Voor de ontwikkeling van het programma heb ik vooral gebruik gemaakt van bronnen en opdrachten uit een cursus over onderwijsinnovatie die ik bij de Open Universiteit verzorg. Op basis van de ervaringen van verleden jaar heb ik de inhoud vooral anders georganiseerd en een Q&A-sessie eraan toegevoegd. Ik heb ook geprobeerd om dit jaar zelf minder aan het woord te zijn tijdens de twee virtuele klas-sessies.

Verloop programma

Er hadden zich dertien deelnemers ingeschreven. Na aanmelding kreeg men toegang tot de omgeving. Ik had een welkomstbericht in de omgeving geplaatst met daarin o.a. het officiële startmoment. Ik heb bijna dagelijks aan het begin van de dag een mededeling geplaatst over wat er die dag ging gebeuren of verwezen naar discussies en presentaties van de dag ervoor.

22 juni

Het online evenement startte met een aantal kennismakingsopdrachten en met een live online kennismakingssessie waar alle deelnemers in participeerden. Verder had ik de aanwezigen gevraagd zich kort via een forum voor te stellen. Ik heb dat zelf ook gedaan. Voor een volgende keer zal ik een later tijdstip voor de live online kennismakingssessie kiezen. 19.30 uur is een lastig moment als je kleinere kinderen hebt.

23 juni

Deelnemers bestudeerden inleidende bronnen over onderwijsinnovatie. Verder vond ‘s middags de eerste virtuele klas-sessie van een uur plaats. Tijdens deze sessie ben ik ingegaan op onderwijsinnovatie in het algemeen en op een raamwerk voor onderwijsinnovatie. Daarnaast zijn we in break-out rooms ingegaan op ervaringen van deelnemers met onderwijsinnovaties. Ik was dit jaar minder aan het woord dan verleden jaar. Daardoor hadden deelnemers meer tijd voor het uitwisselen van ervaringen, al gaven enkele deelnemers in de evaluatie aan daar nog meer tijd voor te willen hebben. Alle deelnemers hebben hier aan deelgenomen.

23-28 juni

In deze periode konden deelnemers via een podcast een casus bestuderen van een school voor voortgezet onderwijs die passend onderwijs met succes heeft ingevoerd. De opdracht luidde:

  • Beluister het interview van ongeveer 45 minuten.
  • Noteer de factoren die deze onderwijsinnovatie tot een succes hebben gemaakt.
  • Werk de factoren op maximaal 2 A4 uit en lever deze uitwerking in.
  • Vergelijk vervolgens de eigen uitwerking met het antwoordmodel dat je krijgt na inlevering van de opdracht.
  • Bewaar je eigen uitwerking en het antwoordmodel. Het antwoordmodel gebruiken we in een volgende opdracht.

Vervolgens hebben de deelnemers een reflectieve vergelijking gemaakt en ingeleverd. Hierin hebben zij succes- en faalfactoren uit de literatuur vergeleken met de podcast en een eigen onderwijsinnovatie.

Daarnaast hebben zij een aantal video’s over verschillende benaderingen van en theorieën over innovatie bekeken (o.a. van Thijs Homan en Clayton Christensen). Ik heb hen gevraagd o.a. na te denken over de essentie van de theorie/benadering. Ik heb deelnemers ook gevraagd via YouTube te zoeken naar andere theorieën/modellen/benaderingen van innovatie, deze te delen via een forum en te beargumenteren waarom deze video hen aanspreekt.

28 juni

Deze dag vond ook een Q&A-sessie plaats. Dat was althans de bedoeling. Ik was als enige aanwezig in de sessie. Op een gegeven moment zag ik via het forum en gestelde vragen dat deelnemers niet in de sessie konden. Achteraf bleek dat ik deelnemer hier geen toegang toe had gegeven. Stom. Ik heb vervolgens een forum aangemaakt voor vragen en antwoorden over de inhoud van het evenement.

29 juni -1 juli

In deze periode konden deelnemers verder werken aan de opdrachten, en ook alvast aan de eindopdracht. Ze konden ook een raamwerk voor onderwijsinnovatie meer uitgebreid bestuderen (o.a. via podcasts).

1 juli

Deze dag vond de tweede virtuele klas-sessie plaats. We zijn ingegaan op de door deelnemers gemaakte opdracht over de succes- en faalfactoren. Uiteindelijk hebben tien deelnemers deze opdracht gemaakt. Ik heb alle uitwerkingen bekeken (variërend van 1,5 A4 tot 7 A4) en tijdens deze virtuele klas-sessie feedback gegeven op de rode draad. Dit was leuk om te doen, maar ook arbeidsintensief. Minder arbeidsintensief dan verleden jaar omdat ik het kader van verleden jaar kon hergebruiken. De leeromgeving van de OU heeft niet echt een goede functionaliteit voor peer feedback. Anders had ik daar gebruik van gemaakt. Ik wilde ook dat tijdens de sessie alle aspecten aan bod zouden komen. Daarom heb ik geen gebruik gemaakt van peer feedback tijdens de live online sessie.

Daarnaast hebben deelnemers weer in break-outrooms gediscussieerd over de essentie van bekeken video’s van verschillende innovatietheorieën en benaderingen. Ik heb een summiere toelichting gegeven op de laatste verwerkingsopdracht: het schrijven van een beknopt actieplan voor het zetten van een volgende stap in het kader van een onderwijsinnovatie van de eigen onderwijsinstelling. Verder heb ik wat verteld over vervolgmogelijkheden en gevraagd een evaluatie in te vullen.

Elf deelnemers hebben deelgenomen aan deze tweede sessie die bijna anderhalf uur heeft geduurd. ‘s Ochtends had één deelnemer zich ziek afgemeld.

5 juli

Deze dag moesten deelnemers actieplannen inleveren. Elf deelnemers hebben dat gedaan. Deze plannen heb ik van feedback voorzien. Degenen die een actieplan hebben ingeleverd ontvangen een bewijs van deelname. Verder hebben de deelnemers een evaluatie ingevuld. Daar word je vrolijk van. Op de vraag ‘Hoe waarschijnlijk is het dat je dit evenement aanbeveelt bij collega’s’ geven deelnemers een gemiddeld van 8,54 (op een schaal van tien).

Positieve punten

  • Ik ben tevreden over de opzet, inhoud en de structuur van het programma. De ruimte voor kennismaking is belangrijk. De afwisseling tussen asynchroon en synchroon online leren is goed bevallen. De doorlooptijd van twee weken is goed bevallen.
  • De groep deelnemers was weer erg enthousiast en betrokken. Leuk om mee te werken. Goede sfeer. Ik vond het leuk om te doen.
  • Ik vind dit een mooie vorm van professionalisering. We zouden dit concept vaker moeten toepassen rond afgebakende onderwerpen.

Verbeterpunten

  • Deelnemers geven aan meer tijd te willen hebben voor het bestuderen van de inhoud. Ik wil wellicht ook een duidelijker onderscheid maken tussen ‘verplicht te bestuderen’ artikelen en ‘optioneel te bestuderen’. Nu geef ik aan dat deelnemers zelf een keuze kunnen maken uit de bijdragen. Een aantal bestudeert alles en geeft aan veel meer tijd kwijt geweest te zijn met het bestuderen van de inhoud. Zij herkennen zich ook niet altijd in de inhoud. Bepaalde cases hebben bijvoorbeeld betrekking op het voortgezet onderwijs. De geleerde lessen vind ik relevant voor andere onderwijssoorten. Deelnemers uit het hoger onderwijs herkennen zich echter minder in deze cases.
  • Ik zou een volgende keer nog meer moeten doen met de video’s die deelnemers delen.
  • De virtuele klas-sessies kunnen nog meer gericht worden op onderlingen uitwisseling en interactie.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *