Hoe ervaren studenten studeren tijdens de coronacrisis?

Verschillende instellingen en organisaties onderzoeken hoe studenten uit het hoger onderwijs het studeren tijdens de coronacrisis ervaren. Wat zijn belangrijke conclusies uit de enquêtes? Waar lopen studenten tegenaan? Wat adviseren studenten hun docenten en onderwijsorganisaties om hen te ondersteunen? Kevin Kelly vat voor PhilonEdTech de belangrijkste uitkomsten samen. Ik voer er een aantal opmerkingen aan toe.

Kelly heeft tien onderzoeken bekeken. Twee onderzoeken hebben wereldwijd studenten bevraagd. Zes onderzoeken hebben de VS als scope. Het aantal respondenten varieert van 500 tot 25.000. Kelly geeft meer informatie over de respondenten.

Zijn hoofdconclusie luidt

What institutions say they are or will be doing does not always match up to the support students say they are getting or the support students say they need.

Verder valt op:

  • Veel studenten melden dat zij nu meer stress, angst, depressie of psychische problemen ervaren. In één onderzoek komt naar voren dat het hier met name minder geprivilegieerde studenten betreft. Kelly doet ook een aantal suggesties, bijvoorbeeld om ervoor te zorgen dat een diverse groep studenten feedback geeft of dat je peer support faciliteert.
  • Er lijkt een verband te zijn tussen veel stress en de financiële positie van studenten. Veel studenten missen inkomsten en zijn daardoor niet of minder goed in staat om de huur te betalen, te betalen voor voorzieningen of voor hun studie. Er komen studenten in financiële problemen doordat hun ouders hen bijvoorbeeld vanwege werkloosheid minder financieel kunnen ondersteunen. Kelly adviseert om proactief te communiceren hoe en waar studenten financiële ondersteuning kunnen krijgen.
  • Studenten hebben moeite met online studeren. Zij beschikken over onvoldoende -wat ik noem- ‘digitale studievaardigheden’ (zoals het plannen van online leren), en zij vinden het lastig om vanuit thuis te studeren (onvoldoende rust, maar ook niet altijd goede technologische voorzieningen). Ook thuis kan sprake zijn van “pandemic related distractions.” Volwassen studenten moeten bijvoorbeeld nu ook meer zorgen voor hun kinderen. Deze niet-onderwijsgerelateerde factoren leiden tot zorgen over onderwijs (zoals op tijd afstuderen). Als onderwijsinstelling zou je clementie moeten tonen, flexibel zijn, transparant over het onderwijs in het najaar, studenten bijvoorbeeld via een online learning boothcamp voorbereiden op online leren, studenten ondersteunen bij de niet-onderwijsgerelateerde uitdagingen en hen helpen bij het opnieuw plannen van hun ’toekomst’.
  • Veel respondenten uit verschillende onderzoeken klagen over een gebrekkige onderwijservaring. Zij vinden dat de kwaliteit van het onderwijs is verminderd, en voelen zich minder betrokken. Zij willen bijvoorbeeld ook meer mogelijkheden voor sociale verbondenheid. Ook niet-onderwijsinhoudelijke bijeenkomsten zouden een virtuele vervanger moeten krijgen. Verder ervaren studenten de werkdruk als hoger. Kevin Kelly waarschuwt daarbij ook voor een te hoge werkdruk voor docenten die allerlei extra online leeractiviteiten gaan organiseren (bijvoorbeeld bijspijker-programma’s). Hij stelt dat goed online onderwijs niet in korte tijd is te realiseren en dat je geen ervaren online student of docent wordt binnen een paar maanden. Werk samen, deel ervaringen, communiceer op tijd en vaak via meerdere kanalen.
  • Studenten geven soms aan dat zij onvoldoende toegang krijgen tot technologische voorzieningen en ondersteuning. Volgens Kelly zouden onderwijsinstellingen studenten die geen goede toegang hebben tot technologie, moeten ondersteunen.

Mijn opmerkingen

Een tijd geleden las ik een artikel over een studentevaluatie aan de Universiteit van Gent. Daarin kwam ook naar voren dat de coronacrisis negatief van invloed is op het welbevinden van studenten. Ik ben geen Nederlands onderzoek tegen gekomen waar dat beeld zo sterk naar voren komt. Ik lees wel evaluaties die betrekking hebben op de manier van leren (met een wisselend beeld als uitkomst).

Verder moet je er rekening mee houden dat de sociale ongelijkheid in de VS veel groter is dan in ons land. Dat betekent o.a. dat werkloosheid van ouders in de VS waarschijnlijk van grotere invloed is op het welbevinden van studenten, dan bij ons. Ook beschikken studenten in het hoger onderwijs in ons land vermoedelijk over betere technologische voorzieningen dan studenten in de VS.

Wat de bijdrage van Kevin Kelly in elk geval duidelijk maakt, is dat onderwijsinstellingen op dit moment waarschijnlijk meer intensief te maken krijgen met niet-onderwijsfactoren die van invloed zijn op het volgen van onderwijs. Ik weet dat Nederlandse onderwijsinstellingen nu vaak coulanter zijn met bepaalde regels, financiële steun verlenen (indien noodzakelijk) en werken aan bijspijkerprogramma’s.

Het zou wat mij betreft een goede zaak zijn als het ministerie van OCW studenten financieel tegemoet komt, bijvoorbeeld door een fikse korting te geven op het collegegeld of door het collegegeld van afgelopen jaar deels terug te storten (zonder dat dit wordt doorberekend naar de onderwijsinstellingen).

En hoe zit het met online ondersteuning bij psychische problemen? En hoe ondersteunen we studenten bij online leren? Is daar in ons land ook voldoende aandacht voor?

En investeren we nu ook in betere online onderwijsprogramma’s? Bestuurders reageerden een paar weken geleden als door een adder gebeten toen politici -inderdaad te kort door de bocht- kritiek hadden op de kwaliteit van online onderwijs. Vormen deze studentonderzoeken geen aanleiding om toch eens kritisch te kijken naar de kwaliteit van de online programma’s?

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

2 reacties

  1. De LSVB heeft vorige week een rapport gepubliceerd met de resultaten van een survey: https://lsvb.nl/wp-content/uploads/2020/05/Rapport-afstandsonderwijs-1-1.pdf

    Voor een paper waaraan Ben Janssen en ik bijdragen hebben we kort wat findings geformuleerd:

    Many students in vocational and higher education experienced stress due to the crisis. Anxiety about a delay of their study and financial issues (e.g. because they have lost their job due to the economic depression caused by the pandemic) were among the causes. A survey study from the Dutch Student Union (Crabbendam & Goes, 2020) into experiences with emergency remote teaching had as main findings:
    – 66% of the students were worried about the consequences of the crisis;
    – 48% of the students in universities of applied sciences and 27% of students at research universities expected study delays (e.g. because practical exams cannot be taken);
    – 42% of the students in universities of applied sciences and 31% of students at research universities experienced the quality of distance teaching as being low. The numbers for those experiencing the quality as high were 23% and 25%.

    These findings were based on responses from 427 students of which 53% were from a university of applied sciences and 46% from research universities.

    Studenten hebben ook aanbevelingen gedaan:
    – Educational institutions should communicate as clearly as possible about students’ study progress. There must be timely communication about graduation, internships and moving on to subsequent education;
    – Students’ experiences differ. Lecturers and institutions must be more responsive to students’ individual situations;
    – Students with a disability need personal contact just at this moment.

  2. Ik had wel een artikel over het LSVB-rapport gelezen. Dat ging met name over tevredenheid ten aanzien van online leren op afstand. Er zijn duidelijke parallellen, maar ook verschillen. Dank voor de aanvulling.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *