Hoe de context, waarbinnen docenten opereren, verandert

Docenten opereren in een dynamische en veranderende wereld. Zij hebben een pedagogische opdracht om jongeren voor te bereiden op een leven binnen deze wereld. Volgens Terry Heick is de context van het onderwijs in de loop der decennia op zeven manieren veranderd. Ik vat ze hier in eigen woorden samen.

  • Technology in education
    Foto: Kristen Swanson

    Nieuwe technologieën maken het noodzakelijk om aandacht te besteden aan andere vormen van geletterdheid, digitale geletterdheid. Jongeren moeten leren hoe ze zich ‘mediawijs’ kunnen gedragen, en hoe zij op een effectieve en efficiënte manier informatie kunnen zoeken, filteren, cureren, verwerken en delen.

  • Jongeren moeten leren hoe zij mobiele technologie kunnen gebruiken om samen te leren, en te leren binnen authentieke contexten.
  • Gelijkheid heeft een nieuwe dimensie gekregen. De toegankelijkheid tot internet en tot informatie bepaalt voor een groot deel de maatschappelijke ongelijkheid. Docenten hebben daarmee te maken in hun curriculum, bij het lesgeven zelf en als het gaat om hun betrokkenheid bij de gemeenschap.
  • Van docenten wordt ook verwacht dat zij permanent verbonden zijn en samenwerken met anderen, en dat zij leerlingen voorbereiden om dit ook te doen. Dat betekent onder meer dat je in staat bent ook met anderen -internationaal- te communiceren.
  • Technologie zal dankzij het steeds betere adaptievere karakter het routinematige deel van het werk van docenten gaan veranderen.
  • Hoe houd je je geloofwaardigheid in een wereld waarin leerlingen feitenkennis eenvoudig via Google of YouTube kunnen opzoeken, terwijl de schoolorganisatie geneigd is om deze kanalen af te sluiten?
  • We moeten leren om te gaan met de cultuur van ‘afleiding’. Heick vraagt zich af of we het begrip ‘afleiding’ niet opnieuw moeten definiëren. Jongeren doen immers wellicht hele zinvolle dingen met hun smartphone?

Terry Heick vat in een notendop samen hoe de context van een docent en school in de loop van de decennia is veranderd (hij had overigens ook nog kunnen  ingaan op de invloed van ICT op de beroepen waarvoor het onderwijs opleidt). Dit leidt inderdaad tot vraagstukken en uitdagingen. Het onderwijs heeft een pedagogische opdracht om jongeren hier op voor te bereiden. Dat kan m.i. alleen als je doet wat je wilt dat jongeren doen. Ik ben daarbij overigens niet geneigd om ‘afleiding’ als norm te gaan beschouwen. Het zijn overigens gelukkig niet alleen mensen van mijn generatie (en van oudere generaties) die zich storen aan het onderbreken van face-to-face gesprekken door online conversaties met anderen.

Heick wijst ook terecht op de invloed van nieuwe technologie op de rol van de docent. Volgens mij kan het vak van docent inderdaad alleen maar interessanter worden als je minder aandacht hoeft te besteden aan routinematig werk. Wat mij betreft hoort daar ook het administratieve werk bij. We zouden technologie nu eindelijk eens moeten gebruiken om de werkdruk van docenten te verlagen, in plaats van hun meer tools te geven waarmee zij meer administratieve handelingen moeten uitvoeren. Het registreren van aan- en afwezigheid zou bijvoorbeeld toch veel eenvoudiger moeten kunnen dankzij sensortechnologie.

Ik kan me daarbij overigens ook voorstellen dat docenten dit met argusogen bekijken. Dat komt niet zo zeer door technologie, maar door het gedrag van onderwijswerkgevers. Zij hebben bijvoorbeeld laten zien dat veranderingen (denk aan meer flexibilisering van arbeid) worden gebruikt om belangen van docenten te schaden. Denk aan het niet meer in dienst nemen van docenten, maar het inhuren van docenten tegen slechtere arbeidsvoorwaarden via Payroll-bedrijven (soort uitzendbureaus). Als onderwijswerkgevers ICT vooral willen gebruiken om de kosten van arbeid te verlagen, dan zal dit ook het draagvlak voor e-learning aantasten.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *