Het verdienmodel van massive open online courses

Een terugkerende vraag bij massive open online courses is wat de kosten en opbrengsten van MOOCs zijn. Een interessante vraag? Zeker, omdat de balans hiertussen voor een groot deel bepaalt of MOOCs duurzame leeractiviteiten zijn.

Pierre-Antoine Ullmo doet verslag van een paneldiscussie tijdens de recente eMOOC 2014 over het businessmodel van MOOCs. Aangezien het vooral over kosten en baten is gegaan, zou 'verdienmodel' een betere term zijn. Een business model omvat namelijk meer elementen.

Ullmo stelt m.i. terecht dat de kosten van een MOOC vaak onderschat worden. De ontwikkeling van een MOOC kost volgens hem minimaal 30.000 euro. Daarbij is volgens hem vaak nog sprake van verborgen kosten. De MOOC, die ik heb verzorgd, kostte ook ongeveer dit bedrag. Daarbij gaat het voornamelijk om loonkosten. Kosten voor apparatuur en voor de leeromgeving heb ik niet meeberekend. Eigenlijk zou je die apart moeten doorberekenen. Anderzijds: de tijd die ik besteed heb aan de MOOC is niet ten koste gegaan van ander werk (wel van vrije tijd).

Hij stelt dat MOOCs baat zouden hebben bij meer studenten die de MOOC afronden, bij het bereiken van meer niet-traditionele deelnemers en bij schaalvoordelen bij grootschaliger gebruik van de software. Tijdens de paneldiscussie is volgens Ullmo gesproken over een aantal 'business to consumer'- en 'business to business'-modellen:

  • Lerenden betalen voor een certificaat. De bereidheid om hiervoor te betalen is groter naarmate het civiel effect groter wordt. Ullmo noemt daarbij een bedrag van 35 euro. Dat betekent dat een MOOC 1000 betalende deelnemers moet hebben om uit de kosten te komen. Op dit moment is nog geen 5% van de deelnemers bereid om voor een certificaat te betalen.
  • Lerenden betalen voor aanvullende diensten, zoals begeleiding. Ook daarvan kun je je afvragen hoeveel belangstelling hiervoor zal zijn.
  • Ministeries, non-governementele organisaties en bedrijven betalen de onkosten vanwege diverse redenen. Als je echter een online cursus 'op maat' ontwikkelt, is vermoedelijk geen sprake van een open cursus. Op sponsoring rust vaak een taboe, terwijl subsidies een tijdelijk karakter hebben.

Het valt me op dat deze paneldiscussie ten aanzien van verdienmodellen geen nieuwe inzichten heeft opgeleverd.

Ullmo stelt dat we echter ook naar het 'grotere plaatje' moeten kijken. MOOCs bieden kansen voor onder andere innovatie en onderzoek (er wordt veel data verzameld).

Daar heeft hij m.i. gelijk bij. Je kunt de ontwikkeling van Massive Open Online Courses beschouwen als een investering in onderzoek en innovatie. Net als bij open educational resources krijg je ook feedback op je leermaterialen van online cursussen (er van uitgaande dat de MOOC niet als losstaande cursus is ontwikkeld). Daar komt bij dat de MOOC bij kan dragen aan het bereiken van nieuwe doelgroepen, die wellicht als vervolg op de MOOC betaalde diensten afnemen. De ontwikkeling van een MOOC kan daarom wellicht uit marketingkosten gefinancierd worden. Bovendien moeten universiteiten in 2016 2,5% van hun publieke onderzoeksmiddelen aan valorisatie besteden (exploiteren van kennis). MOOCs kunnen gericht zijn op het valoriseren van kennis.

Al met al verwacht ik dat de ontwikkeling van MOOCs uit meerdere bronnen gefinancierd kunnen worden. Het is in elk geval belangrijk om heldere verwachtingen te hebben ten aanzien van de investeringen en opbrengsten (financieel en niet-financieel).

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *