Onderwijs voor een Nieuwe Tijd laat met het schoolmodel van de Steve JobsSchool zien duidelijke stappen vooruit gezet te hebben bij de concretisering van hun manifest. Het schoolmodel ademt idealen van onderwijsvernieuwing met ICT uit, maar ook een grote dosis realisme.
Via twitter kreeg ik de vraag of ik van plan was te schrijven over het recent verschenen schoolmodel van de Steve JobsSchool van Onderwijs voor een Nieuwe Tijd (o4nt). Dat wil ik inderdaad doen. Bij de presentatie van hun manifest heb ik me eind maart 2012 redelijk kritisch uitgelaten over dit initiatief, al gaf ik ook aan het initiatief het voordeel van de twijfel te willen geven.
Dit schoolmodel is een concept dat na ruggenspraak met betrokkenen definitief zal worden gemaakt.
“De Steve JobsSchool wil met een nadruk op de ontwikkeling van de talenten van elke leerling, kinderen in staat stellen goed te functioneren in de wereld van morgen door de –digitale‐ mogelijkheden van vandaag te benutten.”
Men wil zich van andere vernieuwende schoolconcepten onderscheiden door de “expliciete ambitie” gebruik te maken van ICT. Men kiest bewust voor de iPad omdat men dit apparaat voor de basisschool “het beste instrument” vindt. Dit wordt echter niet verder toegelicht.
In hun schoolplan gaan ze in op de school in zijn fysieke en virtuele verschijningsvorm, het curriculum (naast de kerndoelen Primair Onderwijs aandacht voor de zogenaamde 21st century skills), communities rond de school, en de organisatie van de school.
Het schoolplan ademt een grote ‘down to earth‘-sfeer uit. Als richtsnoer om te komen tot een krachtige leeromgeving formuleert men vijf sociaal-constructivistische uitgangspunten. Men streeft voorts naar brede talentontwikkeling, personalisering, het behalen van verplichte kerndoelen en het verwerven van bekwaamheden die essentieel zijn, maar waarvan beleidsmatig het belang onvoldoende onderkent wordt. Men verzet zich tegen het keurslijf van kerndoelen, leermethoden en Cito-toets. Daarnaast hamert men op een pedagogie van veiligheid, vertrouwen, verkennen en waarderen. Leerlingen leren samen in projecten, en individueel. De progressie van leerlingen wordt gezamenlijk bijgehouden. Spelend leren en autonomie krijgt onder meer via de Gameday gestalte.
Deze pedagogisch-didactische visie sluit nauw aan bij mijn eigen opvattingen over onderwijs. Wel mis ik nog steeds expliciete aandacht voor zorgleerlingen, en informatie over de wijze van beoordelen.
Het deel over de virtuele en fysieke school benadrukt onder meer het individueel werken, en het werken in kleine groepen. Er is veel technologie aanwezig, maar verder wordt vooral het belang van flexibele ruimtes benadrukt. Ik heb zelfs het idee dat ik wel eens innovatievere leeromgevingen heb bezocht. Het voordeel hiervan is wel dat de Steve Jobs-school daarmee makkelijker te realiseren is.
De initiatiefnemers onderstrepen met de community van de school ook het belang om de muren van de school te doorbreken, en onder meer gebruik te maken van expertise van buitenaf. Openheid en samenwerking spelen daarbij een belangrijke rol. Er wordt wel veel verlangd van de ouders.
De rol van de docent vind ik nog het minste uitgewerkt. Ik kan me voorstellen dat menig docent het benauwd krijgt bij een passage als:
Omdat de beschikbare tijd van 1000 uur onderwijs op de traditionele school om wordt gezet in ongeveer 4000 uur ontwikkeltijd op de Steve JobsSschool, thuis en elders, wordt de samenwerking rondom ieder kind belangrijker. De coach zal in staat moeten zijn deze samenwerking te organiseren.
Onderwijs voor een Nieuwe Tijd heeft duidelijk uitgebreider nagedacht over de organisatie van het onderwijs (groepering, openingstijden etc). Daarbij valt op dat men nog steeds uitgaat van ruime openingstijden. Zowel per dag, als door het jaar heen. Een prima zaak, die wel het nodige verzet zal oproepen. Je leest ook niets meer over drie docenten die met veertig leerlingen werken, en over aanpassingen van functiebouwwerken.
De financiering van dit type onderwijs zal wel nog een belangrijk aandachtspunt blijven. Ouders zullen ook financieel flink moeten bijdragen. Het is de vraag of een fonds voor minder draagkrachtigen voldoende soelaas biedt.
De initiatiefnemers laten wat mij betreft hiermee duidelijk zien dat zij uitgebreider hebben nagedacht over een visie op leren met behulp van ICT, die binnen de kaders van het bestaande onderwijssysteem gepraktiseerd moet worden. Bij de uitwerking zullen zij ongetwijfeld tegen verschillende zaken aan lopen. De exclusieve keuze voor de iPad blijft discutabel, terwijl de toegankelijkheid en de rol van de leerkracht ook ‘issues’ blijven.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Veel genuanceerder dan de vorige keer. Nu ga ik wel met mee qua reactie. Het model is zeker nog niet af. Wat mij betreft wordt het “Learning by doing” bij het ontwikkelen van dit model. Dat model moet zeker niet statisch maar juist dynamisch om in te kunnen blijven spelen op nieuwe ontwikkelingen met de leerling en niet te vergeten de leerkracht als uitgangspunt. Deze zal nog steeds pedagogische sturing/coaching moeten blijven geven. Techniek,de iPad, is slechts een prettig hulpmiddel maar moet nut voor het onderwijs nog wel bewijzen