Het belang van sociale verbondenheid bij online en blended learning (samenvatting online masterclass)

Vandaag heb ik een online masterclass mede verzorgd over sociale verbondenheid binnen het onderwijs voor medewerkers van het Amsterdam UMC.

Ik ben eerst ingegaan op theoretische achtergronden van social verbondenheid en onderwijs. Ik ben begonnen met de vraag via Mentimeter: Welke drie begrippen mogen niet ontbreken in een definitie van sociale verbondenheid?

Sociale verbondenheid is het gevoel onderdeel te zijn van een gemeenschap, organisatie of instituut (Asher & Weeks, 2013). Het is een basisbehoefte die vooral via menselijk contact tot stand komt. Sociale verbondenheid draagt onder meer bij aan veiligheid en geborgenheid. Dopmeijer & De Jong-Weissman (2021) spreken over een ‘sense of belonging’ (pdf). Dit gevoel is voorwaardelijk voor succesvol leren en helpt onder meer uitval te voorkomen. Zie ook: Studentsucces eerstejaars HO: sociale en academische binding #hoedan?

Als je op afstand leert, dan kan het fenomeen ‘transactional distance’ optreden. Moore (1997) omschrijft dit als de psychologische en communicatieve afstand die ontstaat doordat we niet fysiek bij elkaar zijn. Een gevoel van geïsoleerd zijn kan daar het gevolg van zijn. Het is volgens Moore zaak om ervoor te zorgen dat deze ‘transactional distance’ bij online leren op afstand zo klein mogelijk is.

Communicatie en interactie zijn daarbij belangrijk. We weten echter ook dat online communiceren complexer is dan face-to-face communiceren. We weten bijvoorbeeld dat oogcontact belangrijk is. Mensen worden aardiger en deskundiger gevonden als je oogcontact maakt. Als je echter gebruik maakt van synchroon online leren, dan kijk je meestal naar je scherm en niet in de camera. Jij kijkt de ander daardoor eigenlijk niet aan.

Bovendien staren we elkaar daarbij van korte afstand aan. Normaal gesproken doen we dat alleen bij mensen die we goed kennen. Bij videoconferencing kijk je ook betrekkelijk onbekenden van korte afstand aan. Dan kan ook leiden tot spanningen. Bovendien ben je vaak ook een groot deel van de tijd naar jezelf aan het kijken. Deze intensieve zelfevaluatie kan ook tot stress leiden.
Verder zijn non-verbale signalen vaak belangrijk voor het verloop van een gesprek. Doordat we non-verbale signalen veel moeilijker oppakken, vragen conversaties meer inspanning. Dat leidt tot een hogere cognitieve belasting.

Een andere invalshoek is die van Gilly Salmon. Zij heeft jaren geleden al five stage model ontwikkeld waarmee zij illustreert dat je bij online leren een aantal fases moet doorlopen wil je komen tot ontwikkeling. Een belangrijke fase daarbij is socialisatie, elkaar leren kennen.

Verder hebben Garrison en Anderson jaren geleden al aangegeven dat ’social presence’ één van de drie bouwstenen is van een krachtige online leerervaring. Lerenden moeten volgens deze auteurs de mogelijkheid hebben zich te presenteren als echte mensen. Elkaar leren kennen, communicatie, dialoog en reflectie zijn hierbij van belang.

Vanuit verschillende bronnen kun je m.i. dan ook concluderen dat sociale verbondenheid weliswaar geen garantie biedt voor goede leerresultaten, maar wel er wel belangrijk -voorwaardelijk- voor is. Naar mate we meer aan online leren doen, zullen we ook online meer aandacht moeten besteden aan socialisatie en verbondenheid. Bij de keuze voor activiteiten moet je echter ook kijken wat bij jouw doelgroep past.

Daarna heb ik een student geïnterviewd over dit thema. Herkent hij dat veel studenten zich in tijden van corona eenzaam voelen? Geldt dat voor alle studenten, of bijvoorbeeld voor eerstejaars meer? Wat wordt op dit moment online gedaan door opleidingen, studentenverenigingen en eventueel de studentenraad om sociale verbondenheid proberen te bevorderen?

Vervolgens presenteerde een docente wat zij en haar collega’s doen om sociale verbondenheid te bevorderen.

De aanwezigen zijn vervolgens in subgroepen uiteen gegaan om na te denken over de vraag: welke ideeën hebben jullie om via online activiteiten sociale verbondenheid te bevorderen. De ideeën zijn via Padlet geïnventariseerd.
Vervolgens heb ik enkele aanvullende suggesties gedaan.

Hieronder vind je mijn slides die ik deels heb gebruikt.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *