Helpt (t)e-learning het lerarentekort oplossen?

Frank Kalshoven is columnist van het economiekatern van De Volkskrant. In die hoedanigheid heeft hij een aantal keren geschreven dat e-learning bij kan dragen aan het verhelpen van het lerarentekort in ons geliefde onderwijs. Eerlijk gezegd geloof ik daar niet in. Dat terwijl ik veel vertrouwen heb in de potentie van ICT voor het leren. Ik wil dit graag toelichten.

Eind jaren negentig werd inderdaad dikwijls beweerd dat je minder docenten nodig hebt, als je e-learning zou gebruiken. Sterker, deze aanname was zelfs een prominent verkoopargument richting managers! Echter, deze opvatting komt m.i. voort uit een bepaalde opvatting over leren. Namelijk dat een docent vooral instructies verzorgt. En instructies kun je inderdaad op een goede manier door middel van (t)e-learning vormgeven. Bijvoorbeeld door instructies op te nemen en online te ontsluiten (en daar zijn krachtigere tools dan pure streaming video voor beschikbaar). Of door leerrijke, interactieve, content te ontwikkelen. Voor bepaalde bedrijfsopleidingen blijft dit een prima manier van leren (denk aan compliancy based leren). En ook voor het onderwijs is hier nog een hele wereld te winnen, al is het alleen maar omdat lerenden in toenemende mate just in time zullen leren en niet meer altijd behoefte hebben aan met z’n allen dezelfde instructies, op dezelfde tijd.

Echter: binnen modern, kwalitatief goed onderwijs doen docenten zó veel meer dan instructies geven. Immers, binnen eigentijds onderwijs leren lerenden op een actieve manier, samen met anderen. Zij consumeren niet alleen instructies, maar construeren daarnaast ook kennis. Verder volgen deelnemers niet langer hetzelfde leertraject als zij eenmaal gekozen hebben voor een bepaalde opleiding, maar maken zij veelvuldig keuzes. Daarbij zullen zij goed begeleid moeten worden, aangezien jongeren vaak niet in staat zullen zijn volledig zelfstandig te leren en keuzes te maken. Onderwijsgevenden zullen daarom in toenemende mate de rol vervullen van trajectbegeleider. Daarnaast zullen docenten lerenden ook intensief moeten begeleiden als zij bijvoorbeeld in groepjes aan opdrachten werken. Het geven van feedback en het beoordelen van competenties kunnen ook nauwelijks worden geautomatiseerd (er is immers niet één juiste uitwerking of antwoord). Andere rollen die ook niet geautomatiseerd kunnen worden, zijn de begeleiding van de beroepspraktijkvorming, de rol van docenten bij examinering en de rol van onderwijsontwikkelaar . Centralisering van onderwijsontwikkeling kan efficiënt werken, maar het ontwikkelde materiaal zal altijd nog moeten worden ingebed binnen de lokale situatie, bijvoorbeeld onderdeel worden gemaakt van een integratieve opdracht. Overigens werken onderwijsinstellingen al -beperkt- samen bij materiaalontwikkeling).

Zelfs instructies kunnen niet altijd geautomatiseerd worden. Bijvoorbeeld als het gaat om een specifieke vraag (je kunt pas betaalbaar e-learning content ontwikkelen als de markt een bepaalde omvang heeft). Of denk aan automonteurs die ter plekke behoefte hebben aan een korte uitleg, of aan voordoen. (T)e-learning is voor die leervraag geen oplossing.

Efficiëntievoordelen met ICT kunnen vooral worden behaald aan de kant van de ondersteunende processen (zoals voortgangsregistratie, het helaas verplicht meten van het minimum aantal klokuren of het verkrijgen van andere managementinformatie). Uiteraard kan ICT ook de hierboven beschreven werkzaamheden versterken (denk aan communicatietools bij begeleiding). Maar de technology wordt wel gebruikt door mensen, en vervangt deze niet.

Samenvattend wil ik stellen dat de rol van docenten verandert, dat bepaalde werkzaamheden deels vervangen kunnen worden door (t)e-learning maar dat andere werkzaamheden juist meer tijd zullen opslorpen. Wat dit betekent voor de totale behoefte aan docenten weet ik niet precies. Maar ik vermoed dat deze behoefte eerder zal gelijkblijven dan afnemen (begeleiding in kleine groepen en individuele begeleiding is immers behoorlijk arbeidsintensief als je het goed wilt doen). De voorgenomen jaarlijkse bezuiniging op het MBO van 115 miljoen euro (met ingang van 2009) verhoudt zich hier uiteraard niet toe.

In zijn columns maakt Frank Kalshoven zijn opvattingen over leren niet expliciet. Logisch, want hij schrijft als econoom. Maar het kan bijna niet anders dan dat hij uitgaat van een achterhaald onderwijsparadigma. En daarmee is zijn opvatting dat e-learning het lerarentekort helpt oplossen op z’n zachts gezecht nogal kort door de bocht geformuleerd.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *