Tijdens deze sessie hebben sprekers innovatieve ontwerpbenaderingen voor het initiëren en uitvoeren van digitale transformatieprojecten in het hoger onderwijs gepresenteerd. Het waren heel verschillende presentaties. Dit zijn de wetenswaardigheden die ik heb genoteerd.
- UCL in Denemarken is een programma voor onderwijs 4.0 gestart. Dat is een ontdekkingsreis. Onderwijs 4.0 heeft een aantal thema’s. Welke kennis, vaardigheden en bekwaamheden hebben we in de toekomst nodig? Hoe organiseren we doceren en leren zodat studenten dergelijke bekwaamheden en kennis ontwikkelen? Technologie speelt daar een belangrijke rol in. Het programma gaat vooral over het ‘hoe’.
- Wat betreft digitale transformatie kunnen vijf niveaus van volwassenheid worden onderscheiden (Kraemmergaard, 2020). In kleine stappen gaat UCL naar hogere niveaus. Ze weten echter niet op voorhand wat de gevolgen zijn als je bijvoorbeeld AI gaat toepassen.
- Het programma heeft enkele kernwaarden zoals moed, nieuwsgierigheid en risico’s durven nemen. Ze hebben bijvoorbeeld geen business case gebruikt. Ambitieuze einddoelen ontbreken. Het programma moet wel betekenisvol zijn, waarbij gebruikers centraal staan. ‘Agile’ is ook een kernbegrip. De potentie van nieuwe technologie wordt verkend. Deze aanpak valt niet bij iedereen in de organisatie goed. Daarom zul je draagvlak voor deze kernwaarden creëren.
- Eigenaren van ideeën worden gematcht met ’track guides’ die aan de slag gaan met pilots. Zij worden technisch en didactisch ondersteund. Het eindresultaat is een concreet product dat gebruikt kan worden. Bijvoorbeeld een VR-toepassing.
- Ze onderscheiden vijf sporen, ’tracks’. Bijvoorbeeld nieuwe onderwijsformats, autonomie van studenten of nieuwe rollen van docenten.
- Activiteiten zijn: concept, ideeën genereren, ontwerpen, testen in een pilot. Zes ontwerpprincipes liggen hier aan ten grondslag. Kijk naar het idee vanuit verschillende perspectieven. Men is nu acht maanden onderweg met deze aanpak.
- Jordan Seke ging in op de effectiviteit van digitale transformatie voor doceren en leren. Volgens hem heeft Covid-19 ertoe geleid dat digitale applicaties in rap tempo zijn geadopteerd. Nu zijn we echter geneigd om terug te gaan naar de situatie van voor de pandemie. Wel zijn online diploma’s nu breed erkend. Digitale platforms zouden menselijk contact niet mogelijk maken, stellen critici.
- Transformatie impliceert ook een proces van verbetering. Digitalisering is een vorm van transformatie. Het zijn nog steeds de visionairs, de early adopters, die bezig zijn met digitale transformatie. Daarom is digitale transformatie nog niet effectief voor leren en doceren. De groep die het doet is te klein. Het ontbreekt ook vaak aan strategische plannen op dit terrein.
- Noodzakelijk zijn o.a. ook digitale toegankelijkheid, het monitoren van studentgedrag, en het analyseren van data. Een effectieve digitale verschuiving vereist een strategische verschuiving (leiderschap, een duurzaam karakter), een culturele verschuiving (onder meer een passende mindset; je hebt niet alleen een priester nodig maar ook gelovigen) en een technologische verschuiving (technologie voorzichtig selecteren, waarbij integratie van systemen belangrijk is).
- Margaret Korosec van de Universiteit van Leeds gebruikt de definitie van de Educause van digitale transformatie. Je maakt daarbij ook het onzichtbare zichtbaar. Je legt verbindingen. Je kijkt wie er niet bij is betrokken. Systeemdenken is volgens haar van groot belang (o.a. interactie van componenten). Houd daarbij rekening met meerdere manieren van weten (ook aandacht voor intuïtie en emoties).
- Je moet in staat zijn om risico’s te nemen, in een veilige omgeving. Je moet daarvoor ook conversaties ontwerpen. Korosec pleitte daarbij voor een ontwerp waarbij mensen centraal staan. Werk uit hoe je dat vorm geeft. Learner Experience Design speelt daarbij een belangrijke rol. Stel ook vooral vragen bij het ontwerpen. Betrek je studenten erbij of bedrijven in de regio? En wie is er niet vertegenwoordigd? Laat verschillende innovatieve initiatieven met elkaar samenwerken? Zorg daarbij voor urgentie.
Citaat van Maya Angelou dat bij digitale transformatie centraal zou moeten staan: “Do the best you can until you know better. Then when you know better, do better.” - Talia Kolodney van Engageli illustreerde hoe je technologie kunt gebruiken voor sociale interactie. Menselijke connectie wordt bevorderd door gedeelde ervaringen, ruimtes, nieuwsgierigheid, etc. Hoe kun je technologie ontwerpen voor meer betrokkenheid? Waarom zou je dat willen (betere leerresultaten, volhouden en motivatie, groter welzijn)? We leren beter als we meer betrokken zijn. We leren beter als we actief leren. Studenten denken echter vaak dat ze beter leren door passief leren.
- Mensen kunnen wel degelijk menselijke connecties online hebben. Online leren kan ook effectief zijn. En ook in een zaal kunnen mensen met heel andere zaken bezig te zijn. Het gaat dus om het ontwerp van online leren.
- De technologie moet naadloos zijn (snel wisselen tussen groepswerk en plenair). Toegankelijkheid en in staat zijn om actief deel te nemen zijn belangrijk. Je applicatie moet gebruikt kunnen worden met elk apparaat. De technologie moet ook met diversiteit overweg kunnen (diversiteit aan kanalen). Daarnaast is natuurlijke peer-to-peer interactie belangrijk zijn.
- Dankzij online leren kun je veel meer studenten bereiken. Dat is bijvoorbeeld in Afrikaanse landen van belang.
- Je wilt ook de voortgang van lerenden volgen en bijvoorbeeld lerenden die dreigen uit te vallen, identificeren. Of interactiepatronen. Op basis daarvan kun je je ontwerp aanpassen.
- Je hebt een omgeving nodig waarin je het gevoel hebt aan tafels te zitten, in een intieme sfeer.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie