Goed didactisch concept weerlegt kritiek op de flipped classroom

Nu het concept van de flipped classroom aan populariteit wint, worden ook de kritische geluiden luider. Een goed doordacht didactisch concept kan veel kritiekpunten echter weerleggen.

Flipped Learning: A Response To Five Common Criticisms van Alan November begint met een mooie omschrijving van het concept van de flipped classroom. Opvallend daarbij is dat lerenden expliciet online vragen formuleren. De docent ordent deze vragen vervolgens, en analyseert over welke onderwerpen de klas ‘in verwarring’ is. Tijdens de groepsbijeenkomst wordt vragen en problemen op een Socratische manier aan de orde gesteld.

Deze uitwerking is maar één vorm van de flipped classroom.

Daarna probeert Alan November vijf kritiekpunten ten aanzien van de flipped classroom te weerleggen.

1. “De flipped classroom maakt de docent minder belangrijk.” Integendeel, schrijft November terecht. Docenten dragen niet alleen waardevolle bronnen aan, zij moeten bovendien in staat zijn om individuele vragen te behandelen waarvoor verdiepende kennis noodzakelijk is. Daarnaast zullen zij misconcepties van lerenden moeten kunnen analyseren en bespreken.

2. “Lerenden willen thuis geen saaise video’s bekijken. Je krijgt in elk geval enige vorm van interactie als je dit in klassikaal verband doet.” Je moet ook geen uur klassikale instructie vervangen door een uur video. Audio en video moeten binnen 5-10 minuten beluisterd en bekeken kunnne worden. Via quizzes kunnen lerenden feedback krijgen en met het materiaal interacteren. Betrek lerenden ook bij de ontwikkeling van de video’s. Beperk je ook niet tot de video’s.

3. “De meeste leerlingen beschikken thuis niet over internettoegang. Zij kunnen geen online video bekijken”. Er zijn tal van plekken waar lerenden toegang tot internet kunnen hebben (bibliotheek, school). In ons land is dit argument eigenlijk niet meer opportuun.

4. “Hoe weet ik dat lerenden video’s bekijken?” De flipped classroom lost het ‘huiswerk-probleem’ niet op. Je kunt wel het afleggen van verantwoordelijkheid in het hele proces inbouwen. Bijvoorbeeld door van elke student te eisen dat reflecties, vragen en discussiepunten voorafgaand aan elke bijeenkomst in te leveren. Daarnaast zouden docenten uitdagende vragen moeten formuleren die lerenden helpen bij het verkennen van de leermaterialen:

The work at home should not be without some sort of focus.

Tijdens de bijeenkomst wordt dan ook snel duidelijk welke lerende niet deelneemt aan de conversatie. Ga vervolgens ook na waarom lerenden zich niet hebben voorbereid. Worden zij te weinig uitgedaagd? Hoe kun jij als docent beter inspelen op individuele leervragen?

5. “Ik heb als docent onvoldoende tijd en/of expertise om de benodigde video’s te produceren.” Volgens Alan November zou dit op schoolniveau moeten worden opgepakt. Het is de vraag of het de taak is van docenten om alle video’s zelf te maken. Hoe kan daarin bijvoorbeeld tussen scholen worden samengewerkt? Maak gebruik van de sterke kanten van teamleden en lerenden. Kies ook voor de geleidelijke ontwikkeling van materialen. Daarmee wakker je ook het enthousiasme aan. Bij de flipped classroom gaat het nadrukkelijk ook niet alleen om het creëren van video’s, maar bijvoorbeeld ook om het maken van vragen.

Waar het om gaat, concludeert November, is het creëren van mogelijkheden om denken zichtbaar te maken.

We believe that by using the thoughtful approach to the Flipped Learning method described at the beginning of this article, teachers have an amazing opportunity to gain insights into where students are struggling.

Ik concludeer dat het bij de flipped classroom, net als bij andere methoden, gaat om een goed doordacht didactisch concept. Daarmee kun je veel onheil voorkomen.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *