Volgens Larry Cuban hanteren scholen en docenten een enorm scala aan definities als het gaat om gepersonaliseerd leren. De variatie is de norm, niet de uitzondering. Zonder zich aan waarde-oordelen te bezondigen, wil Cuban een ‘Personalized Learning Continuum‘ ontwikkelen. Volgens mij is echter eerder sprake van een veelvlak dan van een continuüm.
Aan de ene kant staat dan onderwijs waarin de docent bepaalt wat en hoe er geleerd wordt (op basis van centraal -soms zelfs landelijk- vastgestelde leerdoelen. Meestal is het onderwijs ook in jaarklassen georganiseerd. De leeractiviteiten bestaan uit klassikale instructies, werken in kleine groepen en individueel werken (online en face-to-face). De ene lerende leert daarbij sneller dan de andere. De ene lerende heeft daarbij meer ondersteuning nodig dan de andere.
Aan de andere kant staan studentgecentreerde onderwijsprogramma’s, waar lerenden leren in groepen van verschillende leeftijden. Zij richten zich op de cognitieve, psychologische, emotionele en fysieke ontwikkeling van lerende. Verder wil men vooral aansluiten bij interesses en passies van lerende zelf. Dat betekent dat lerenden veel meer invloed hebben op wat zij leren, ook al zijn de algemene doelen vergelijkbaar met de algemene doelen van het docentgecentreerde onderwijs.
Volgens Cuban nemen veel scholen en onderwijsprogramma’s een tussenpositie op dit spectrum in. Zij kiezen ook vaak voor een combinatie van individueel te volgen programma’s (ook adaptief) en groepsgewijs onderwijs. Cuban geeft hier een aantal voorbeelden van, bijvoorbeeld docenten die projectonderwijs combineren met online lezen, self-assessments, individueel coachen en groepswerk gedurende lessen van 90 minuten. De projecten worden dan veelal geselecteerd door de docenten.
Cuban stelt ook dat implementatie van gepersonaliseerd leren afhankelijk is van de wijze waarop docenten hun onderwijs vorm geven.
Classroom adaptations mean that rigorous–however it is defined–lessons will vary adding further diversity to both definition and practice of the policy. And putting “personalized learning” into classroom practice means that there will continue to be hand-to-hand wrestling with issues of testing and accountability.
Larry Cuban stelt terecht dat veel ruimte zit tussen docent-gecentreerd onderwijs en onderwijs dat volledig is afgestemd op de individuele lerende. Hij presenteert dit als een continuüm, al ben ik er zelf van overtuigd dat dit nog steeds een te eenvoudige voorstelling van zaken is.
In het recente whitepaper over ‘onderwijs op maat’ stelt SURF namelijk dat onderwijs op vijf dimensies meer flexibel en persoonlijk kan worden gemaakt:
- Inhoudelijke keuzevrijheid (op meerdere niveaus).
- Passend bij je achtergrond (o.a. rekening houdend met voorkennis).
- Op eigen tijd, plaats en tempo.
- Op je eigen niveau.
- Op je eigen manier (volgens SURF kunnen lerenden succesvoller zijn als zij kunnen leren op basis van hun leervoorkeur; ik vraag me af of dit zo is).
In feite is dus sprake van een veelvlak in plaats van een continuüm.
SURF plaatst overigens ook kritische opmerkingen bij keuzevrijheid. Zo is samenhang binnen een curriculum van belang, stellen bepaalde beroepen eisen aan vakbekwaamheid, staat lang niet iedereen te wachten op keuzevrijheid en lijken voorstanders van personalisering vooral oog te hebben voor de kwalificerende functie van het onderwijs (terwijl socialisering en persoonsvorming ook van groot belang zijn, en wellicht minder gebaat zijn bij een individuele benadering).
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie