Naar aanleiding van mijn blogpost over het gebruik van apps door docenten, ontspon zich op Twitter een discussie tussen @PascalMarcelis, @Kajrietberg, @helikon, @jaap_w, @peterdevisser en mijzelf over platformonafhankelijkheid van apps. Op zo'n moment ervaar ik de beperktheid van Twitter als discussieforum. Alleen al doordat je aan 140 tekens niet genoeg, als je reageert op vijf personen.
Wat is mijn bezwaar?
Ik lees regelmatig artikelen over het gebruik van apps in het onderwijs. Meestal werken die apps alleen op een iPad. In veel gevallen krijgen lerenden die iPad van hun onderwijsinstelling (te leen). Maar het komt ook steeds vaker voor (zeker in het middelbaar beroepsonderwijs) dat lerenden de hardware zelf moeten aanschaffen (ook al ken ik nog geen voorbeelden van verplicht aangeschafte iPads).
Ik heb er dan moeite mee om lerenden te verplichten om een bepaald merk laptop (of tablet of smartphone) aan te schaffen. In de eerste plaats vanwege de kosten. Lang niet iedereen vindt de hogere aanschafprijs van een Macbook bijvoorbeeld opwegen tegen het grotere gebruikersgemak. Bovendien is een iPad voor de meeste mensen vooralsnog geen volwaardige vervanger van een laptop.
Op de tweede plaats wil ik niet afhankelijk zijn van één bepaalde leverancier van hardware of besturingssysteem. Of deze nu -in het geval van het besturingssysteem- Windows of Apple heet. Vendor lock-in en monopolievorming moeten volkomen worden. Ze belemmeren bovendien innovatie (open source software, ontwikkelaars met beperkte R&D-capaciteit).
Verschillende Apple-fans hebben de afhankelijkheid van De Firma er voor over, omdat het geïntegreerd geheel van hardware en applicaties juist zorg voor stabiliteit en gebruikersvriendelijkheid. Zie ook de commentaren op de post Meerwaarde iPad voor onderwijs zit in apps en gemak (#in).
Op zich is dat correct, maar wij als consumenten/lerenden zijn op termijn de klos als we afhankelijk worden van een commerciële monopolist. Ter illustratie: de wijze waarop Apple de oudere -maar nog lang niet afgeschreven- iPhone 3G traag heeft gemaakt met een nieuw besturingssysteem (zodat je vanzelfsprekend geprikkeld wordt om de iPhone 4 aan te schaffen) is natuurlijk een grof schandaal. En Microsoft heeft zich uiteraard heel slim een monopoliepositie in het onderwijs verworven, waardoor onderwijsgevenden en leerlingen al decennia moeten werken met bepaald geen hoogwaardige technologie.
Ik zie ook nog een ander, derde, bezwaar. Platformgebonden apps belemmeren de samenwerking. Ik kan een Keynote-bestand bijvoorbeeld niet delen met een Powerpoint-gebruiker (behalve als ik het bestand als een ander bestandstype opsla, waardoor verlies aan functionaliteit optreedt).
Wat dan?
- We moeten ons meer richten op processen, die gerealiseerd kunnen worden door middel van tal van applicaties (op diverse platforms). Het mobiele telefoonverkeer is daar nog steeds een goed voorbeeld van. We kunnen met elkaar bellen en sms-en, ongeacht of wij een Android of iPhone hebben. Waarom kan dat niet ook met andere toepassingen? Twitter is ook een goed voorbeeld (hoewel Twitter eigenlijk maar één vorm van microbloggen of slow chat is). Je hebt tal van applicaties waarmee je kunt twitteren, ongeacht het apparaat waar je dat op doet. Marketingfacts heeft onlangs overigens laten zien dat dit eveneens een probleem van Twitter is.
- Apps zijn erg handig en vriendelijk in gebruik. We zullen internettoepassingen steeds vaker via apps gebruiken (waar blijft de Quora-app?). De App-store voor de Mac is daar een illustratie van. Leveranciers van Tablet PC's, smartphone's, laptops en desktops, èn ontwikkelaars van apps zouden daarom gebruik moeten maken van open standaarden. Desnoods nieuwe open standaarden ontwikkelen. Evernote kun je bijvoorbeeld ook op verschillende apparaten gebruiken. Maar daarvoor heeft de leverancier het programma volgens mij een aantal keren moeten aanpassen. Dit gaat ten koste van echte R&D, en anders komt het wel op de een of andere manier voor rekening van de gebruiker.
Ik heb inmiddels tientallen euro's uitgegeven aan apps. Stel ik schaf over een jaar een andere tablet aan, dan kan ik weer opnieuw investeren in dezelfde programma's (behalve -hoop ik- als het om de iPad 2 gaat). Dat kan toch niet de bedoeling zijn? Zouden we het accepteren als we als gevolg van een nieuwe DVD-speler (okay, oude technologie), onze DVD's bij het oud vuil konden zetten?
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Overeenkomstig mijn betoog die ik in zo ongeveer 4 Twitter-bijdragen van 140 tekens heb proberen te doen. 😉 Ik zou alleen de titel veranderen in: Geen vendor lock-in door verschillende platforms en apps. Ik zie het verband namelijk niet tussen vendor lock-in en (educatieve) apps. Ook daar kan sprake zijn van vendor lock-in als er te weinig concurrentie en alternatieven zijn. Ben het daarom ook niet direct eens met ‘Wat dan’ punt 2. Het gaat erom dat er keuze vrijheid is, en die is er wanneer er voldoende aanbod is. Als het gaat om onderwijs, dan zou het mooi zijn dat niet wordt voorgeschreven hoe, maar wel wat. Bijv. presenteer een betoog, en hoe een leerling dat dan vervolgens doet, met Powerpoint, Prezi, Keynote moet niet uitmaken. En ieder van die apps heeft zijn eigen charme en kracht te gebruiken om diverse accenten te leggen.
@PascalMarcelis: Volgens mij zijn we het met elkaar eens. Jouw voorbeeld van het betoog presenteren illustreert mijn pleidooi om je op processen te focussen.