Er is veel kritiek op de effectiviteit en efficiëntie van professionaliseringsactiviteiten, vooral als scholen deze zelf organiseren. Biedt online leren, waarbij lerenden veel via interactie leren, kansen voor verbetering?
De bijdrage Survey Says, It’s the Dawn of a New Era in Professional Learning; Plus 6 Favorite PD Resources for Teachers heeft een hoog ‘WC-eend gehalte’. Deze is namelijk gesponsord door edWeb, een online initiatief dat zich richt op professionalisering van docenten, en gaat ook over dit initiatieg. Voor mij is deze bijdrage echter vooral reden om te reflecteren op de bijdrage die technology enhanced learning kan hebben bij professionalisering van docenten.
De auteur begint met het onderstrepen van de noodzakelijkheid van professionalisering van docenten. Tegelijkertijd stelt de auteur vragen bij de efficiëntie ervan, en bij de effectiviteit. Onderzoek van het New Teacher Project schijnt te concluderen dat in de VS jaarlijks 18 miljard wordt besteed aan docentprofessionalisering. Bij 5 miljoen docenten is dat 3600 dollar per docent (lijkt mij erg veel). Het is de vraag of dit geld goed wordt besteed. De programma’s zijn sporadisch en zijn vaak niet verbonden met de behoeften van docenten (“sit-and-get” programma’s, eenmalige activiteiten, niet relevant, enzovoorts).
edWeb neemt echter veranderingen waar. Professionele ontwikkeling vindt vaker online en daarmee meer flexibel plaats, is gericht op continu en samenwerkend leren, en is meer relevant en meer gericht op delen. Docenten gebruiken in toenemende mate ICT voor hun professionele ontwikkeling, meent de auteur.
edWeb heeft grootschalig onderzoek gedaan onder K-12 docenten en onder de leden van edWeb. Daaruit blijkt onder meer dat 38% van de K12-docenten online cursussen, webinars en videos zeer nuttig vindt voor het verbeteren van hun praktijk als docent, terwijl 84% van de edWeb-leden die mening is toegedaan. Gewone cursussen, workshops en seminars worden door 69% van de K12-docenten zeer nuttig gevonden, en door 65% van de edWeb-leden. Professionalisering, georganiseerd door de school/district scoort het laagst: 48% van de K12-docenten en 44% van de edWeb-leden vinden deze manier van leren zeer nuttig.
Wat betreft bronnen scoort YouTube hoog. edWeb scoort bij de leden met 85% erg hoog. Van de niet-leden vindt 19% deze bron waardevol voor het eigen leren.
Tenslotte valt op dat edweb-leden hoger scoren op redenen om aan docentprofessionalisering mee te doen, dan andere docenten.
Ik wil hier paar opmerkingen bij maken:
- Door leerprogramma’s voor docenten online te verzorgen, sluit je niet automatisch beter aan bij de behoeften van docenten. Dat heeft voornamelijk te maken met de inhoud en opzet, in relatie tot de doelgroep. Wel kunnen docenten gemakkelijker delen overslaan, of juist langer stil staan bij bepaalde onderdelen.
- Dit onderzoek illustreert wat mij betreft vooral dat er grote verschillen zijn tussen docenten als het gaat om motivatie, voorkennis, maar ook leervoorkeuren. Docenten die aarzelend staan ten opzichte van het gebruik van ICT zullen vermoedelijk ook zelf niet zeer enthousiast zijn om via ICT te leren. Docenten die zelf gemotiveerd zijn om ICT op een meer effectieve en efficiënte manier in hun onderwijs te gebruiken, kunnen prima online leren. Docenten met de nodige voorkennis kunnen heel goed van elkaar leren. edweb richt zich m.i. op een specifieke doelgroep. Verschillende vormen van professionalisering waarbij ICT wordt ingezet kunnen inderdaad zinvol zijn, maar waarschijnlijk vooral voor een bepaald deel van de docenten.
- John Hattie concludeert dat docenten professionalisering op het gebied van ICT en onderwijs meer dan 10 uur in beslag zou moeten nemen, verspreid over enkele weken. Minder uren werken vaak contraproductief.
- Het belang van het samen met collega’s deelnemen aan professionalisering wordt onderstreept door een literatuuronderzoek van de Universiteit van Gent. Tegelijkertijd is het best lastig om verdiepend samen met collega’s online te leren. Je kunt bijvoorbeeld via Google Docs samen met elkaar op afstand aan een herontwerp werken en via een online omgeving feedback op elkaars uitwerkingen geven. Deze manier van werken is voor veel mensen echter nog niet vanzelfsprekend. Professionalisering kent ook een grotere vorm van vrijblijvendheid dan gewoon onderwijs. Daardoor is het lastiger om deze doelgroep bijvoorbeeld voorbereidende opdrachten te geven zoals het bekijken van een online video. Daar zul je bij de opzet van professionaliseringstrajecten mee rekening moeten houden.
Ik heb de beste ervaringen met werksessies waarin een kleine groep collega’s samen aan de slag gaat met het herontwerpen van onderwijs met behulp van ICT, waarbij men al doende leert. Je gebruikt ICT tijdens zo’n sessie. Als docent reik je handvatten aan, bijvoorbeeld om de didactische eigenschappen van leertechnologieën mee te analyseren. Verder geef je feedback, maar ontwikkel je ook mee. Na zo’n sessie gaan docenten zelfstandig aan de slag, en kun je eventueel nog online feedback geven op verdere uitwerkingen. Dit werkt goed met docenten die over een behoorlijke mate van voorkennis beschikken. Voor andere docenten heb je andere aanpakken nodig. Werkplek ondersteuning werkt bijvoorbeeld ook erg goed, en daar kun je ICT ook voor toepassen. We moeten dus goed nadenken over welke vorm van professionalisering het beste past in welke context.
Waar we in elk geval mee moeten stoppen zijn de studiedagen waar docenten met heel verschillende achtergronden en motieven aan deel moeten nemen, en die geen vervolg kennen. Presentaties, congressen, en dergelijke kunnen zinvol zijn ter inspiratie, maar zullen waarschijnlijk niet leiden tot ander gedrag.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie