Geef het onderwijs content, geen systemen (#in)

Vandaag las ik het bericht dat Kenniscentrum Fundeon nieuw digitaal leermateriaal aanbiedt voor diverse technische beroepsopleidingen:

Leerlingen die een middelbare beroepsopleiding richting de bouw of infra volgen, doen dit vanaf dit schooljaar in een digitale leeromgeving. Kenniscentrum Fundeon heeft hiervoor het programma Bouwinfranet ontwikkeld. Achttien roc’s werken met dit kersverse programma. (…)

Een groot voordeel van de digitale leeromgeving is dat de leerling altijd met up to date lesmaterialen werkt. Alle theorie, achtergrondinformatie en werkopdrachten die een deelnemer voor zijn opleiding nodig heeft, staat in zijn persoonlijke omgeving op Bouwinfranet. Met zijn inlogcode kan de leerling altijd en overal via internet inloggen.

Goed nieuws voor het middelbaar beroepsonderwijs? Mwa. Los van de discussie over de wenselijkheid van open educational resources, valt op dat dit kenniscentrum niet alleen content aanbiedt maar ook een systeem waarin die content wordt afgespeeld (zo te zien het learning contentmanagement systeem van Exact Learning, het vroegere Giunti Labs). Menig onderwijsinstelling beschikt echter al over omgevingen zoals N@tschool, It's Learning of Fronter waarin leerstof wordt ontsloten.

Uitgevers (inclusief Kenniscentra) zouden m.i. daarom content platformonafhankelijk moeten aanbieden, en de keuze geven wel of geen 'afspeelomgeving' erbij te nemen. Op koppelverkoop en extra systemen (inclusief alle implementatiegedoe erbij) staat men volgens mij niet te wachten. Zo te zien stelt Fundeon de content in Bouwinfranet niet separaat ter beschikking.

Ps: en, ja: content alleen is ook geen Haarlemmer olie voor goed onderwijs (net als elektronische leeromgevingen)….

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

8 reacties

  1. Ik ben het slechts gedeeltelijk met je eens Wilfred. Ja, ik vind ook dat gesloten ELO’s als Learn Exact (en ook N@tschool, Fronter en It’s Learning) de dood in de pot zijn. Daarom geloof ik in de ontwikkelingen rondom Moodle, dat als framework en lijm kan fungeren om “apps + content” van uitgevers, maar ook andere systemen (learning tools maar ook administratieve systemen) met elkaar te koppelen. Content laten afspelen in andere omgevingen zal in mijn ogen in veel gevallen kaalslag blijven en op weerstand stuiten bij leveranciers. Ik schreef hier recent een blog over op http://www.daidalos.nl/blog/2010/08/09/hoe-ziet-uitgeven-in-onderwijs-er-morgen-uit/

  2. @Remi van Zelst: ik volg de Moodle ontwikkelingen niet op de voet, maar het beeld dat ik van deze ELO heb (op basis van gebruikservaringen), verschilt niet met het beeld dat ik van de meeste andere ELO’s heb. Verder weet ik dat in elk geval Fronter ook zoekt naar integratie met andere applicaties. Ik kan je betoog over de relatie tussen afspeelomgevingen en content maar moeilijk volgen. De twee standaarden, die jij noemt, hebben maar beperkt te maken met didactiek. Content bestaat m.i. ook niet alleen uit losse leerobjecten, maar ook uit een opbouw van die leerobjecten. Ik wil geen afspeelomgeving moeten aanschaffen die bijvoorbeeld de voortgang bijhoudt. Dat wil ik in ‘mijn’ elektronische leeromgeving doen.

  3. Een aardige toepassing van N@Tschool! in dit verband is de mogelijkheid om zelf ontwikkelde danwel eigen content te distribueren aan ELO’s van andere, afnemende scholen. Daarbij worden door de leerling met de content behaalde resultaten doorgegeven aan de ELO van de afnemende school. Verder zijn alle andere voordelen die genoemd worden geldig.
    Voor scholen die content ontwikkelen levert dit een distributiemogelijkheid op waarvoor slechts een kleine investering (vnl. kennisoverdracht) benodigd is. De school kan zelf bepalen de content kostenloos ter beschikking te stellen, of daar een bedrag voor in rekening te brengen. En de afnemende school zit dan niet vast aan de afspeelomgeving van de leverancier.

  4. Als reactie op de laatste zin in deze post: Wat is de plaats die content nu inneemt in het leerproces? En welke plaats kan content van verschillende aggregatieniveaus (in combinatiemet social media) in gaan nemen?
    M.a.w. het is geen Haarlemmer olie maar wat is het wel?
    Het zoeken naar antwoorden op deze vraag kan ons waarschijnlijk verder helpen in onze zoektocht naar sociaal gepersonaliseerd leren.
    Jij hebt er in ieder geval vast ideeën over Wilfred!

  5. @Arco de Bonte: ik beschouw content vooral als bronmateriaal dat ‘just-in-time’ gebruikt kan worden binnen leersituaties. Het is ook afhankelijk van de vraag of je te maken hebt met lerenden die die onbekend zijn met een bepaald onderwerp (dan kan content meer leidend zijn), of met lerenden die over de nodige expertise op een bepaald gebied beschikken.

  6. Wilfred, allereerst even dit: ik vind het heel vreemd dat je, als voorvechter van de “open community”, Fronter hoger plaatst dan Moodle. Ik weet dat er bij Gilde de keuze voor Fronter gemaakt is, maar ik zou graag een keer de discussie aangaan rondom Moodle vs. Fronter. Maar dat terzijde.
    Mijn betoog zegt dat uitgevers educatieve applicaties + content willen leveren om zodoende de maximale toegevoegde waarde te bereiken. Kale content uitleveren is niet iets waar uitgevers op zitten te wachten. En nogmaals, leuk of niet, uitgevers zijn zeker een partij van belang in het onderwijs. Natuurlijk, ze hebben de afgelopen jaren soms veel te makkelijk geld verdiend en daar mag best wat aan gedaan worden. Maar ze zijn en zullen altijd een niet te onderschatten partij blijven binnen het onderwijs.
    LIS en LTI hebben vrijwel niets met didactiek te maken. Ik snap jouw redenering ook niet zo goed op dat punt. Het is juist het tegenovergestelde; je zorgt dat de applicatie de didactiek ondersteunt. LTI en LIS zorgen er juist voor dat omliggende processen en systemen op de juiste manier getriggered cq gevoed worden, zodat de didactiek in de applicatie behouden blijft.
    En dus ja, alle voortgang, aanwezigheid, score en meer van dat allemaal in je eigen systemen.
    Maar content + didactiek dus in het product van de uitgever. En ik kan me heel goed voorstellen dat je daar als open content pleiter tegen ageert, maar ik gooi graag even die knuppel in het hoenderhok. Want kijkend naar alle initiatieven op dat vlak hoor ik graag van je waar de successen zijn te benoemen. Het is volgens mij veel efficiënter om didactiek door uitgevers te laten vormgeven en door docenten te laten voorzien van een colour locale dan dat docenten de opdracht krijgen dat zelf in te vullen.

  7. @Remi van Zelst: waar haal je het vandaan dat ik Fronter hoger zou plaatsen dan Moodle? Dat doe ik helemaal niet! Beide omgevingen hebben sterke kanten en beperkingen. Beide omgevingen zijn in ontwikkeling, waarbij volgens mij sprake is van interessante bewegingen. Fronter is inderdaad gesloten software, Moodle open.
    Wat betreft LTI en LIS leg jij op http://www.daidalos.nl/blog/2010/08/09/hoe-ziet-uitgeven-in-onderwijs-er-morgen-uit/ het verband met didactiek. Daar refereer ik aan, omdat jij er in deze blogpost over schrijft.
    Jij stelt dat uitgevers educatieve applicaties + content willen leveren om zodoende de maximale toegevoegde waarde te bereiken. Dat weet ik niet. Ik signaleer alleen dat gebruikers betalen voor applicaties met functionaliteiten waar zij al over beschikken. Verder gaat didactiek natuurlijk verder dan waar uitgevers voor zorgen. Ik denk ook dat het voor docenten motiverender is (en tot beter onderwijs leidt) als zij zelf meer invuling mogen geven aan hun onderwijs, mits zij daarvoor voldoende gefaciliteerd worden. “Doen wat een uitgever zegt” is misschien efficiënt, maar wellicht minder effectief (minder betrokkenheid docenten = minder kwaliteit).

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *