Het kunnen focussen is voor mij een belangrijke bekwaamheid in het kader van mediawijsheid over digitale geletterdheid. Door je te focussen voorkom je afleiding en leer en werk je effectiever. Wat zijn daarbij belangrijke tips?
Vanochtend stuitte ik via Facebook op de bijdrage “Focus in social media – welke platformen zijn echt belangrijk” van Erno Hannink. Volgens hem is het onmogelijk om op alle mogelijke platforms zichtbaar te zijn. Erno laat zien op welke platformen hij zich concentreert en waarom. De belangrijkste lessen uit zijn bijdrage zijn wat mij betreft in vier typen focus samen te vatten:
1. Focus op creatie
Het consumeren van content leidt volgens Erno niet tot meer online zichtbaarheid. Het samenstellen van artefacten, publiceren en delen wel. Dit is wat mij betreft niet alleen belangrijk als je een eigen bedrijf hebt. Ook bij sollicitaties wordt vaak gekeken naar de online zichtbaarheid. Daar komt bij dat kennis delen volgens mij inherent is aan professionaliteit.
Erno wijst daarbij terecht op het belang van curatie. Daarbij verzamel je content, filter je deze inhouden om ze vervolgens te ordenen en te delen. Dat delen doe je niet zo maar. Je voegt er waarde aan toe door de inhoud te bewerken en er een commentaar of reflectie aan toe te voegen. Of door de inhoud samen te vatten.
Erno gebruikt dan
- Facebook en YouTube voor het delen van video,
- Libsyn en iTunes voor audio,
- Instagram voor foto’s,
- Facebook en Twitter (of Quora) voor vragen,
- Facebookgroepen voor nieuwe diensten en onderwerpen,
- een eigen platform voor conversatie met klanten,
- het publiceren van artikelen via een eigen blog (en daarna op LinkedIn, Medium en Quora),
- Twitter om kennis te maken met nieuwe mensen.
Erno adviseert dat je je bij keuzes voor (nieuwe) platforms moet laten leiden door de vragen of je doelgroep er zit, en of je het zelf leuk vind. Uiteraard -voeg ik er graag aan toe- zul je ook relevante inhouden moeten hebben. Ik maak bijvoorbeeld bijna alleen maar foto’s tijdens vakanties en congressen, maar niet hele dagen. Een deel van die foto’s publiceer ik op Flickr. Instagram is voor mij niet echt een optie omdat ik weinig foto’s maak.
Ik gebruik daarentegen mijn blog voor uitgebreide reflecties en besprekingen, Scoop-It voor het delen van bronnen en het geven van een kort commentaar erbij, Twitter voor het stellen en beantwoorden van vragen, en LinkedIn om mensen te zoeken en te benaderen. Facebook gebruik ik meer privé, ook om leuke en meer politieke berichten te delen. Ik laat mensen ook weten als ik iets leuk vind, en ik reageer.
Als ik blog en ‘scoop’ dan worden die bijdragen automatisch geplaatst op Facebook en Twitter. Mijn blogposts verschijnen bovendien op LinkedIn. Op LinkedIn, Facebook, Twitter en via mijn blog communiceer ik ook over ideeën en opvattingen. Ik gebruik eerder tools om te netwerken dan voor communities.
Behalve dat ik creëer, consumeer ik ook. Via mijn RSS-feed reader, via Twitter en Facebook word ik geattendeerd op interessante bijdragen die ik filter en selectief bestudeer (en vaak weer deel). Daar waar Erno pleit voor ‘consuminderen’, vind ik het consumeren van inhouden ook belangrijk voor mijn leren. Maar dan in combinatie met het creëren.
Menig lezer zal zich wellicht afvragen of het gebruik van diverse media, zoals Erno en ik doen, wel een vorm van focus is. Eerlijk gezegd denk ik dat dit erg persoonlijk is. Ik ben er wel van overtuigd dat het effectief en efficiënt gebruiken van elkaar aanvullende media bijdraagt aan ‘online presence’ en aan je persoonlijke ontwikkeling. Je krijgt er veel voor terug. Maar zoals Erno dus terecht schrijft: je moet het leuk vinden en je doelgroep moet er zitten.
2. Focus op tijd
Deze boodschap zit wat verstopt in Erno’s bijdrage. Hij beveelt terecht aan om op vaste momenten van de dag gebruik te maken van sociale media, en daar bijvoorbeeld 5 minuten voor te nemen. Hij reserveert ook elke ochtend een uur voor het lezen van boeken.
Verder beveelt hij aan om alle meldingen van nieuwe berichten op telefoon, tablet en laptop uit te zetten. Deze notificaties vragen namelijk om aandacht, en leiden af. Bepaal dus zelf wanneer je leest en bekijkt. Kies voor ‘pull’, niet voor ‘push’.
Ik doe dit ook. Zeker als ik het erg druk heb. Ik gebruik dan de applicatie Focus voor het plannen van taken op een dag. Voor uitgebreide taken neem ik dan een uur of drie kwartier. Voor het checken van mails en sociale media bijvoorbeeld 20 minuten. Dit laatste doe ik bijvoorbeeld 4 keer per dag. Notificaties vind ik ook vreselijk afleidend, al moet ik zeggen dat de notificaties op de Apple Watch minder tijd kosten (maar toch ook afleiden; zie ook de Nieuwsuur aflevering over multitasking). De Apple Watch heb ik overigens niet altijd om.
3. Focus op persoonlijke interactie
Erno Hannink verwijst daarbij op de relatiemethode uit het boek ‘The Referral for a Lifetime’. Een belangrijke les hieruit is: houd contact op een consistente, persoonlijke en systemathische manier. Het persoonlijke vind ik ook belangrijk bij het creëren van content. Daarom zal ik meestal een opmerking of commentaar toevoegen als ik iets deel. Bij sommige tweets is attenderen voldoende (denk aan een aankondiging van een congres).
4. Focus op een eigen domein
Erno beveelt aan om je eigen domein op internet te hebben. Het voordeel daarvan is dat jij controle hebt over wat er met inhouden en data gebeurt. Het vergroot je zichtbaarheid, en je bent minder afhankelijk van derden.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Een reactie