Flipped classroom binnen de klas?

Volgens Jennifer Gonzalez kun je het concept van de flipped classroom het beste aanpassen, en binnen de klas toepassen. Maar kun je dan nog wel spreken van de ‘flipped classroom’?

Jennifer Gonzalez presenteert een aanpak die tegemoet moet komen aan het bezwaar van docenten dat je je bij de flipped classroom te afhankelijk maakt van het thuis leren van lerenden. Bovendien weet je niet zeker of lerenden thuis wel over een goede internetverbinding beschikken (dat is in ons land praktisch wel altijd het geval).

Die aanpak noemt zij de “In-Class Flip”. Daarbij roteren lerenden in kleine groepen in de klas (’stations’). Eén klein groepje bekijkt video’s op laptops of tablets in de klas (of ze bestuderen instructies op een andere manier), een ander groepje werkt individueel, weer in ander groepje werkt samen aan een opdracht (bijvoorbeeld aan een game), of in duo’s. De groepjes kunnen werken aan opdrachten die gerelateerd zijn aan de instructie die zij net hebben bestudeerd, maar meestal hebben de taken te maken met andere leerinhouden met betrekking tot het onderwerp van de les.

De docent heeft dan meer tijd voor één-op-één contacten met lerenden, en ondersteunt de groepjes (bijvoorbeeld bij het bespreken van misconcepties). Lerenden die sneller leren dan de anderen, krijgen extra opdrachten. Ook kun je hen andere lerenden laten ondersteunen. De werkzaamheden bij de verschillende ‘stations’ moeten wel even veel tijd in beslag nemen.

In onderstaande video illustreert zij deze aanpak aan de hand van taalonderwijs (Spaans):

Voordelen zijn volgens Gonzalez:

  • De docent heeft beter zicht op of lerenden leren (lijkt me overigens een hele uitdaging als je ook één-op-één in gesprek bent met lerenden). Verder kun je video’s koppelen aan online assessments om lerenden te laten checken of ze de instructie hebben begrepen.
  • De instructies worden beter verwerkt doordat de docent bijvoorbeeld vragen over de instructie meteen kan stellen.
  • Je bent niet afhankelijk van technologie thuis.

Gonzalez formuleert ook een aantal uitdagingen:

  • Het is geen geschikte aanpak voor afgebakende onderwerpen die in een korte periode kunnen worden behandeld.
  • Deze aanpak vraagt om meer voorbereiding, als je er mee start. Je moet bijvoorbeeld verschillende leeractiviteiten voor de stations bedenken.
  • Je houdt niet meer tijd over voor discussies en verwerkingsopdrachten in de klas (wat juist de bedoeling is van het concept van de flipped classroom).

Ik zou hier nog twee uitdagingen aan toe willen voegen:

  • Je moet extra leermaterialen beschikbaar hebben voor lerenden die langzamer leren dan gemiddeld.
  • Hoe creëer je voldoende rust als groepswerk en individueel werk in één rumte tegelijkertijd worden uitgevoerd?

Jennifer Gonzalez stelt dat deze aanpak een aanpassing is van het concept van de flipped classroom. Ik ben het daar niet mee eens. De combinatie thuis (online) leren – klassikaal leren (aan verwerkingsopdrachten of discussies) is juist kenmerkend aan de flipped classroom.

Gonzalez beschrijft in feite de uitwerking van de zogenaamde ‘rotated classroom’. Je zou dit ook kunnen beschouwen als een combinatie van het rotatie- en flexmodel van Staker en Horn. Deze arbeidsintensieve, afwisselende, aanpak kan wel effectief zijn. De effectiviteit wordt voor een groot deel bepaald door de kwaliteit van de taken en opdrachten.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *