Flexibele en persoonlijke leeromgeving bij de Universiteit van Schipluiden #OWD2015

Hoe kun je als onderwijsinstelling een nieuwe digitale leer- en werkomgeving vormgeven? Deze vraag is aan de hand van een casus besproken tijdens sessieronde 2/3 van dag 1 van de Onderwijsdagen.

Alle instellingen voor hoger onderwijs zijn zich op dit moment aan het heroriënteren op een digitale leer- en werkomgeving. De insteek van deze instellingen verschilt daarbij. Sommigen willen dit onderwerp aangrijpen om het onderwijs opnieuw tegen het licht te houden, terwijl anderen alleen een ICT-applicatie willen vervangen.

Aan de hand van een casus van de Universiteit van Schipluiden is dit onderwerp besproken. De CIO van deze fictieve universiteit buigt zich momenteel over een nieuwe digitale leer- en werkomgeving. Daarbij is de casus behandeld aan de hand van drie visies van echte onderwijsinstellingen, en negen stellingen.

Als je niet weet waar je naar toe wilt (visie op onderwijs), dan maakt het niet uit welk type leeromgeving je wilt hebben. Zo gebruikt de Universiteit voor Twente voor het bachelor onderwijs met name probleem en project gestuurd onderwijs (werken aan authentieke vraagstukken). Blended learning, online en on-campus leren worden daarbij geïntegreerd. Verder wil men ICT ook gebruiken voor het versterken van sociale interactie, het vormgeven van een leven lang leren en internationalisering. Zo moeten studenten een deel van de opleiding in het buitenland volgen. Studenten krijgen zowel een brede basis mee, als expertise op het gebied van een specialisme (de T-shape professional). Deze studenten volgen gedurende 10 weken geïntegreerde vakken van 15 ECTS.

De leeromgeving van de toekomst van de Universiteit Twente bestaat dan uit een ‘technology enhanced’ ‘living lab’, waar studenten onder meer kunnen werken in projectruimtes waarbij studenten hun eigen devices (en kwalitatief goede wifi) gebruiken. Massive open online courses worden daarbij gebruikt, maar voor de rest is ICT vooral ondersteunend aan campusonderwijs. Zij zien bijvoorbeeld veel in een kern-LMS. Studentenportfolio’s worden gebruikt voor het vastleggen van vaardigheden.

De stellingen van deze universiteit zijn:

  1. Zonder onderwijsvisie biedt elke digitale leeromgeving de juiste functionaliteit.
  2. De meeste opleidingen willen probleem en projectgestuurd onderwijs.
  3. Samenwerken doe je buiten het (traditionele) learning management systeem (bijvoorbeeld via WhatsApp etc).

De Hogeschool van Amsterdam benadrukt het thema vanuit Governance. Zij willen zoveel mogelijk functionaliteit en generieke processen op 1 platform (Sharepoint) ontwikkelen. De ontwikkeling komt vooral tot stand via gebruikerswensen. Daardoor heeft men minder functionaliteit dan een standaard elektronische leeromgeving heeft, terwijl het ook lang duurt voordat belangrijke wijzigingen zijn doorgevoerd. Verder is de omgeving niet erg gebruikersvriendelijk, is het eigenaarschap zeer verspreid, en is ook sprake van een dure oplossing. Wat betreft besturing heeft men een Regiegroep ICT. Deze groep wordt geadviseerd door verschillende expertisegroepen vanuit bijvoorbeeld onderwijs, onderwijslogistiek en onderzoek. De Regiegroep -onder leiding van een CvB-lid- bepaalt welke investeringen in de digitale leer- en werkomgeving worden gedaan. Eén van de projecten die nu loopt is het ontwikkelen van een visie op de digitale leeromgeving.

De stellingen van deze hogeschool zijn:

  1. Eigenaarschap moet niet belegd zijn bij de CIO, het hoofd ICT of het hoofd bedrijfsvoering, maar bij het onderwijs.
  2. Het hele bestuur is gecommitteerd aan het onderwerp ‘digitale leeromgeving’.
  3. Wat je kiest maakt niet zoveel uit, als het maar de juiste mensen zijn die de keuze maken.

De Erasmus Universiteit Rotterdam had meer digitale leeromgevingen dan zij faculteiten had. Hoe zorg je er dan voor dat de verschillende faculteiten meer op één lijn komen. Daarbij heeft men vier sporen bewandeld:

  • Studenten betrekken bij het formuleren van behoeften. Studenten hebben een selectie gemaakt van toptaken die een leeromgeving moet kunnen faciliteren. Studenten zijn vervolgens ook betrokken bij het maken van een ontwerp. Zo heeft men via een app centrale diensten ontsloten.
  • Er is een projectgroep geformuleerd vanuit het onderwijs, die trends op het gebied van onderwijs heeft geformuleerd. Ook zijn beelden geschetst van het toekomstig onderwijs, die vertaalt zijn naar eisen aan een leeromgevingen (vanuit het perspectief van de docent, student en organisatie).
  • ICT heeft de opdracht gekregen om kaders te schetsen voor een technische infrastructuur voor technische dienstverlening. Daarbij is veel geïnvesteerd in het uitleggen van de infrastructuur aan het bestuur van de instelling.
  • Er is veel geïnvesteerd in visiesessies met belangrijke stakeholders, inclusief twee CvB-leden. Deze sessies hadden betrekking op het onderwijs, de digitale leer- en werkomgeving en leermanagement systeem.

Inmiddels is gekozen om één LMS in te gaan voeren met goede ondersteuning en integratie tussen LMS en MyEUR (studentenportaal).

Hun stellingen waren

  1. Begin met onderzoek onder alle studenten welke voorkeursdiensten ze nodig hebben.
  2. Ga niet implementeren voor dat er een (technische) architectuur is die het bestuur snapt.
  3. Het maakt niet uit welke leeromgeving je kiest, zolang de ondersteuning maar excellent is.

Opvallend is dat de drie instellingen allemaal aangaven dat het in feite niet uit maakt welke digitale leeromgeving je kiest, mits…

Vervolgens hebben de aanwezigen over deze stellingen gediscussieerd. Eigenlijk hadden meningsverschillen vooral te maken met interpretatieverschillen, die afhankelijk zijn van de rollen die betrokkenen vervullen. Dat was bijvoorbeeld het geval met de stelling over de relatie tussen visie en leeromgeving. Mensen hadden verder verschillende ideeën over wat ‘de juiste mensen’ zijn: mensen met ‘empowerment’ of mensen met de juiste ideeën. Beiden zijn belangrijk, al zijn deze eigenschappen eigenlijk nooit in één persoon verenigd. Het gaat er daarbij om dat deze mensen bij elkaar in gesprek zijn. Ook is benadrukt dat het weliswaar belangrijk is dat het hele bestuur gecommitteerd is, maar dat dit niet voldoende is.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *