Facebook aanpak gepersonaliseerd leren leidt tot een revolutie. Maar anders dan verwacht

Summit Learning is een programma voor gepersonaliseerd leren dat is gefinancierd door Facebook. Het programma kan gratis worden gebruikt door scholen, en is daarom met name aantrekkelijk voor armere, publiek gefinancierde, scholen in de VS. In Kansas heeft het programma tot een heuse revolutie geleid. Maar dan van het soort: “It’s a Revolution, Jim. But not as we know it’.

Enkele maanden geleden schreef ik de blogpost Help. Ook Facebook wordt actief op het gebied van technology enhanced learning. Deze bijdrage ging over het verzet van leerlingen in Brooklyn tegen Summit Learning. Nu blijkt dat in Kansas iets vergelijkbaars aan de hand is.

Summit Learning is een online programma dat op school wordt gebruikt. Mark Zuckerberg en zijn vrouw, Priscilla Chan, hebben de ontwikkeling ervan uit hun riante vermogen gefinancierd. Medewerkers van Facebook hebben het ontwikkeld. Lerenden gebruiken het programma gedurende een groot deel van de dag. Zij bestuderen online leerstof en maken quizzes, in hun eigen tempo. Docenten ondersteunen lerenden, houden mentorsessies en begeleiden speciale projecten.

Gezondheidsklachten en inhoudelijke bezwaren

In Kansas waren ouders en lerenden aanvankelijk best enthousiast over het gratis programma. Men zag dit als een kans om het onderwijs van de beroerd gefinancierde publieke scholen -die vaak slecht scoren op toetsen- te verbeteren.

Tot dat lerenden met klachten thuis kwamen: hoofdpijn, kramp in de handen, onrustig. Ouders met kinderen met ondersteuningsbehoeften merkten als eerste de nadelen. Zo kreeg een kind met epilepsie meer toevallen. Haar neuroloog adviseert maximaal 30 minuten beeldschermwerk per dag.

Er kwamen echter ook andere bezwaren naar voren. Bijvoorbeeld met betrekking tot de inhoud (verwijzingen naar zeer conservatieve Christelijke websites) of wat betreft privacy. Van mentorsessies komt niet altijd iets terecht. Lerenden studeren vooral op een eenzame manier.

Verzet ouders en lerenden ‘nostalgie’?

Een enquête onder ouders liet zien dat 77% van de respondenten aangaf dat hun kinderen liever niet met Summit Learning zouden moeten werken. Volgens de schoolbestuurder vinden veranderingen, zoals de invoering van zelfsturing middels dit programma, nooit zonder slag of stoot plaats.

Ouders en leerlingen komen nu echter actief in opstand tegen dit programma. Er worden sit ins georganiseerd en bezorgde ouders bezoeken massaal vergaderingen van schoolbesturen. Ouders hebben zelfs waarschuwingsborden langs de kant van de weg geplaatst. Er zijn ook ouders die hun kinderen van school halen.

Volgens de New York Times maken op dit moment ongeveer 380 scholen en zo’n 74.000 lerenden gebruik van Summit Learning. Op steeds meer plekken is er weerstand tegen het programma. Een aantal schoolbesturen is het programma ook optioneel gaan inzetten, of is ermee gestopt.

Auteur Nellie Bowles stelt dat de rebellie vragen plaatst bij de grote afhankelijkheid van technologie door het openbare onderwijs. Zij haalt ook mensen aan die stellen dat er te weinig onderzoek wordt gedaan naar de effecten ervan. Eén van de oprichters van Summit Learning bestempelt het verzet echter als ‘nostalgie’.

Het argument dat er altijd mensen zijn die tegen innovaties zijn, lijkt echter nergens op gestoeld. De ouders waren namelijk aanvankelijk enthousiast over de belofte van gepersonaliseerd leren, en over de toegankelijkheid van Summit Learning. Het is ergerlijk dat bezwaren zo gemakkelijk worden weggewuifd.

Betrokkenheid onderwijs

We moeten echt terughoudend zijn met de invloed van tech-giganten op onderwijsinhoud en didactiek. Ik vraag me ook af of men ‘gratis’ leerprogramma’s niet ook gebruikt voor het uitproberen van nieuwe technologieën. ‘Personaliseren’ maakt immers deel uit van het verdienmodel van een bedrijf als Facebook.

Ik ken het programma inhoudelijk niet, maar ik vind het zeer langdurig gebruik maken van ICT door jongeren sowieso niet aan te raden. Daarom heb ik geen voorkeur voor modellen van blended learning waarbij leerlingen heel veel tijd doorbrengen achter de computer.

Onderwijsexperts zouden bij de ontwikkeling van dergelijke programma’s betrokken moeten zijn, er zou aandacht moeten zijn voor kwaliteitszorg en een kwalitatief goede inbedding, en initiatieven zouden gepaard moeten gaan met onderzoek naar effecten en resultaten. Tenslotte is transparantie over de werking van programma’s van groot belang, evenals veel aandacht voor privacy en beveiliging van data.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *