In de plenaire sessie van dag twee van de Online Educa Berlijn stond de ontwikkeling van een leercultuur centraal. Volgens voorzitter en OU CvB-lid Cees Brouwer beïnvloedt het feit dat studenten zelf mobiele technologie meenemen de leercultuur binnen scholen.
Ruth Martinez benadrukte dat verandering de enige constante in het leven is. Kunnen we het onderwijs veranderen? De meeste mensen willen niet veranderen, voelen geen urgentie om te veranderen. Je moet een reden hebben om te veranderen. Dan komt het antwoord op de vraag hoe te veranderen vanzelf. Zij noemde technologie het excuus om niet te veranderen.
“The Why makes the How!”, aldus Martinez. Technologie wordt te zeer gezien als de oplossing voor alle problemen. We moeten echter leren meer menselijk te zijn om problemen aan te pakken.Verandering moet vanuit jezelf komen. Nieuwsgierigheid is daarbij essesntieel.
Douglas Thomas heeft samen met John Seely Brown een boek geschreven over een nieuwe leercultuur. Als je leren wilt begrijpen, observeer dan kinderen. Zij leren natuurlijk, vanuit een nieuwsgierigheid. “Wonder, imagination and curiosity”. Dat zijn volgens Thomas de ingrediënten die maken dat kinderen leren. We doen er 12 jaar over om die nieuwsgierigheid er uit krijgen. Vraag lerenden naar hun passie. Dat gebeurt veel te weinig.
Thomas benadrukte ook dat de aard van verandering is ontwikkeld. Ook hij stelde dat verandering een constante is geworden, als iets waar je naar uit zou moeten zien. Onderwijs is onvoldoende er op gericht om mensen voor te bereiden op constante verandering.
Wij vergeten dingen sneller, dan dat we ze kunnen leren. Leren moet daarom
meer over context dan content gaan. Het vertrouwen van jongeren in instituties neemt af. Zij kijken daarom naar meerdere contexten. Jongeren creëren hun eigen werelden, eigen verhalen, waarin zij leren.
Verder signaleert Thomas een verschuiving als het gaat om leren. Van community naar collectief. Communities zijn vaak niet duurzaam. Vooral als ze groeien. Bij het collectief is het omgedraaid. Omdat collectieven uit gaan van individuen.
Het fundament van leren is “imagination”. Vragen zijn daarbij belangrijker dan antwoorden, stelde Douglas Thomas. Laat lerenden daarom vragen stellen. Bijvoorbeeld wat is de beste vraag om antwoord te krijgen op de essentie van dit boek?
Huw Morris ging o.a. in op de veranderende studentenpopulatie, de managed leeromgeving, web 2.0 en cloud computing. Helaas kwam Morris hierbij met de multitaskende net-generation op de proppen, waarvan ik gehoopt had dat we die mythe niet meer in keynotes terug zouden zien. Wat natuurlijk wel geldt, is dat jongeren grootgebruiker zijn van nieuwe en mobiele technologie.
De managed leeromgeving is nog steeds erg belangrijk binnen universiteiten, al zijn er steeds meer technologieën bij gekomen, zoals virtual classes en web 2.0 voor leren (video’s laten maken en publiceren, reflecteren via weblogs). Deze technologieën maken wel digitale geletterdheid noodzakelijk waar Morris’ universiteit veel tijd aan besteed. Zijn universiteit werkt op het gebied van media ook samen met de BBC.
Zijn universiteit creëert ook andere fysieke leeromgevingen, bijvoorbeeld in de vorm van theaters of laboratoria waar studenten met hun eigen technologie samen leren en bijvoorbeeld Augmented Reality toepassingen of mobiele apps ontwikkelen.
De zwaar verkouden Alastair Cameron ging tenslotte in op de invloed van ICT op beoordelen voor leren. Assessment betekent eigenlijk ‘naast je zitten’. Dus begeleiden. Hoe kun je assessments de oorspronkelijke betekenis weer terug geven? Cameron schetste drie terreinen waarop uitdagingen zijn op het gebied van assessment:
1) Pedagogische praktijk
2) Wet- en regelgeving
3) Onderzoek
Assessments brengen daarom heel veel bureaucratie met zich mee, en kosten veel tijd en energie. Je kunt je niet richten op alle aspecten die je eigenlijk in de gaten wilt houden. Deze manier van beoordelen weerhoudt docenten ervan zich intensief bezig te houden met begeleiding.
Elektronische tools kunnen feedback en feedforward mogelijk maken. ICT kan veel bureaucratie wegnemen. Polls kunnen gebruikt worden om de betrokkenheid van studenten te vergroten, en om te checken of studenten hebben geleerd. Online discussies kunnen ingezet worden voor begripsontwikking en reflectie. Online toetsen kunnen ook gebruikt worden om feedback te geven.
Technologie biedt dan ook kansen om de dialoog tussen docenten en studenten te bevorderen, zo sloot Cameron af.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie